Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Help! De dokter verzuipt... (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Help! De dokter verzuipt...
Afbeelding van Help! De dokter verzuipt...Toon afbeelding van titelpagina van Help! De dokter verzuipt...

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

XML (0.44 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
roman (populair/bestseller)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Help! De dokter verzuipt...

(1968)–Toon Kortooms–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 84]
[p. 84]

10

Opmerkzame lieden zouden bespeurd kunnen hebben dat de hallelujastemming waarin geneesheer Angelino verkeerde even plotseling afbrak als zij begonnen was. Doch er zijn zó bar weinig opmerkzame lieden dat niemand het bespeurde en de dokter er weer alleen mee aantobde. Wij kregen een gelouterd man terug, wat ouder, wat zwijgzamer en met zo mogelijk nog méér bekommernis om zijn patiënten dan weleer.

Hij beging namelijk de vergissing Irene Muller naar de tandarts in de stad te sturen, nadat hij tijdens een keelonderzoek een kleine afwijking aan haar gebit had geconstateerd.

‘Ik kan u deze vrijer aanbevelen,’ zei hij. ‘Een voortreffelijk dentist, nog bezield van het eerste vuur. Hij zal zeker een oplossing weten. Het kan niet missen.’

Het kon inderdaad niet missen. Robert Manen beging van zijn kant de fout Irene Muller bij zijn jachttrofeeën te willen voegen. Hij was al evenmin een aardappel en bedreef in zijn vrije tijd verwoed de sport van de erotiek. Menige jonge deerne dacht aan een geborgen leven als vrouw van een geslaagd tandarts: mooi huisje, lekker autootje, reisjes naar het buitenland, bontjasje, bridgeclubje, tennisbaantje. Zij liet werk van zich maken door Robert Manen. En Robert Manen was in het verleiden even bedreven als in het kiezen boren. Werd de deerne te trouwerig dan had hij haar te groeten. Zijn praktijk kwam nummer een. Een vrouw zonder fortuin paste daar niet in. In termen van seks gesproken, vergeleek hij haar met een vrouw zonder boezem - weinig aantrekkelijk voor een erotische fijnproever.

‘Dokter Angelino heeft mij naar u gestuurd,’ zei Irene. ‘Hij roemde uw bekwaamheid.’

Angelino moest er een duidelijke bedoeling mee hebben hem zo'n machtig wezen te sturen, dacht Robert Manen. Wel, hij zou de brulboei niet teleurstellen.

‘Dag, dame,’ zei hij uiterst innemend. ‘Wat kan ik voor u doen?’ Een hoektand had iets of wat de neiging scheef te trekken en diende tot de orde geroepen te worden.

‘Neemt u plaats,’ zei de tandarts, ‘dan zullen we eens kijken.’

[pagina 85]
[p. 85]

Hij had niet hoeven te kijken. Hier was geen sprake van tandheelkundige belangstelling. Roberts nek kraakte als het ware van geilheid en zijn oren begonnen te roken. Zijn stem had genoeg muziek in zich om redeloze dieren zoals olifanten, neushoorns, kamelen en giraffen te imponeren. Hoeveel te meer deed de melodie Irene iets?

Het werd een waardeloze behandeling, want Manen was nauwelijks in staat zijn blik lang genoeg van haar halskuiltje en bovenlichaam los te wrikken om te zien wat er met de rebellerende hoektand aan de hand was. En hij begon onvervaard te denken aan een overwinning in het horizontale vlak. De zoveelste. Men moest grijpen wat men kon. Hebben is hebben, luidde zijn wapenspreuk, trouwen kan men op zijn sterfbed nog.

En nu deze hap, hem gestuurd door dat bulkbeest Angelino! Wat men in het moeras al niet kon aantreffen! Hij stelde zich voor dat zij het thuis druk zou hebben met aldoor naar slootwater stinkende pummels van haar stoep te vegen.

Robert Manen omlijnde zijn plan. Hebben zal ik haar, al moet ik haar met mijn blote handen uit het veen graven, riep een stille stem in zijn binnenste. In odontologische taal uitgedrukt kwam zijn strategie neer op het volgende: eerst een algemene controle van het gebit; bij een volgende visite het tandsteen verwijderen; vervolgens hoektand restaureren; dan ergens een noodvulling leggen en tenslotte een gouden kroon aanbrengen.

Via deze bewerkingen in figuurlijke zin - want Irene had het gebit van een terrier - bereikte hij de rand van zijn doel. Irene bezweek voor zijn glimlach, zijn complimenten, zijn attenties. Verscheidene keren bezocht zij de tandarts. En hij van zijn kant verzon steeds weer nieuwe onnodige behandelingen. Een opengesperde mond waar men met spiegeltjes en tangetjes en steeknaalden in zit te rommelen, kan onmogelijk een hartverheffend tafereel opleveren, doch Robert Manen scheen liever naar de huig en het verhemelte van Irene Muller te turen dan naar de Mona Lisa of de Nachtwacht. In tegenstelling tot geneesheer Angelino durfde hij zijn liefde - laten wij zijn wulpse instelling voorlopig zo aanduiden - wél openlijk te verklaren. Hij zei dat hij van haar hield en het zonder haar onmogelijk uithield tussen decidui, incisivi, canini, molares, praemolares en dentes sapientiae. Weldra volgden er ontmoetingen buiten het vreesvertrek. Er werd gedineerd in restaurantjes, jawel, bij candlelight. Er werd gewandeld in lommerrijke

[pagina 86]
[p. 86]

dreven en gerust in het groene woud.

Irene zweefde door de dagen met háár geheim. Zij was niet van zins het iedereen in de Peel aan de neus te hangen. Al dat geklets en gemier op zo'n dorp, wat kocht men ervoor? Geneesheer Angelino proefde haar geluk. Hij zocht er van alles achter, behalve wat hij erachter moest zoeken. Elke avond nam hij zich voor haar de volgende dag zijn sidderende genegenheid te bekennen.

 

De explosie volgde zonder knal. Geneesheer Edmund Angelino brandde in stilte af. Zichtbare vlammen bleven achterwege. Het vuur schroeide hem vanbinnen. Nadien zat hij tussen de verkoolde resten van zijn droom. De man die een Visioen najaagde en medemensen door de brand uit de brand zocht te helpen, werd zelf door een bliksemflits getroffen en verteerd.

Gelukkig zagen de twee mannen elkaars gelaat niet toen de ontploffing zich voordeed. Het gebeurde ten huize van de dokter. Robert Manen had een pijnlijke pols en liet hem door zijn vriend de geneesheer behandelen.

‘Met vrijen opgelopen,’ lachte de jongeman.

‘Wacht, slingeraap,’ zei Angelino opgewekt, ‘ik maak een pijnstillende injectie voor u klaar en zal u een drukverband geven.’

Druk doende in zijn spreekkamer hoorde hij Robert Manen door de openstaande deur roepen: ‘Nog wel bedankt voor die rijpe goudreinette die je me enkele weken geleden in de schoot hebt geworpen, Wat een zus, die Irene! Toen ik haar mijn praktijk binnen zag komen, dacht ik: man, man, je zult zó'n vlo tussen je lakens vinden! Die kan je beter in bed hebben liggen dan een rol prikkeldraad. Of om in jouw medisch straatje te blijven: je kunt er beter mee onder de sprei kruipen dan met veertig graden koorts. In elk geval leg ik er mij graag bij neer...’

Staande voor zijn instrumentenkast hoorde geneesheer Angelino deze heiligschennende taal aan. Hij voelde het bloed wegtrekken uit zijn slapen en het was of iemand een bouwvakkersvuist onder zijn hart wrong.

‘Ik ben volkomen weg van haar,’ ging de stem van Manen verder, ‘en zij van mij. Ik krijg het al benauwd als ik aan haar denk. Dat moet maar eens gauw verholpen worden.’

Met elk woord werd de droom van geneesheer Angelino verder aan flarden gescheurd. De grote eenzaamheid van het verleden

[pagina 87]
[p. 87]

omsloot hem opnieuw en zwaarder dan voorheen. Hij wist nu dat hij in de jubelstemming van de voorbije weken stokdoof en hartstekenblind was geweest. Thans herinnerde hij zich scherp elk woord dat hij en Irene hadden gewisseld tijdens hun vluchtige ontmoetingen. Een spel van heen en weer flitsende zinnen, gevat en aan elkaar gewaagd. Maar het wezenlijke dat hij wenste te zeggen en telkens dreigde te zeggen, bleef onuitgesproken. Hij voerde een gesprek met eenrichtingsverkeer.

Geneesheer Angelino nam de injectiespuit en worstelend met zijn tumultueuze gevoelens vulde hij ze. Hij drukte de lucht eruit en tuurde met half dichtgeknepen ogen naar de fijne druppeltjes vloeistof die in de lucht schenen te blijven hangen.

Dat een jonge vrouw geen oude vent zocht, het viel te begrijpen. Jeugd zoekt jeugd. En dat een jonge kerel als Manen verliefd op een meisje als Irene werd, wie kon het hem kwalijk nemen? Maar dat zwoele gezwets van de kinkel alsof hij het over een lichtekooi had, griefde hem schrijnend.

De innerlijke worsteling van geneesheer Angelino was van korte duur. Hij haalde diep adem, stapte met de injectiespuit de woonkamer binnen en deed wat hij als geneesheer doen moest.

‘Niet dat ik aan trouwen denk,’ zei Robert Manen, een en al aandacht voor de naald die in zijn gebogen arm drong. ‘Trouwen kan je op je sterfbed desnoods nog. Vrijheid en blijheid. Weet je, Edmund, trouwen is net of je in je broek plast: in het begin heel even warm en daarna aldoor koud.’

Het had een vergelijking van de geneesheer zelve kunnen zijn, omlijst met zijn bulderende lach. Doch nu ze werd uitgesproken door iemand met de mentaliteit van een roofdier, was het blasfemie.

Angelino legde zwijgend het drukverband aan. Toen hij er gereed mee was, richtte hij zich op, boorde zijn barse blik in de verbaasde ogen van de tandarts en sprak:

‘Gij zijt mij voor medische hulp vijfentwintig gulden schuldig. Als ge die voldaan hebt, vindt ge dáár de deur. Betaal en verdwijn. En waag het niet nog een voet in dit huis te zetten, want dan vermoord ik u. Hoort ge mij, miserabele strontvlieg, met uw stinkend geklets over zaken die als puur en heilig bedoeld zijn?’

Robert Manen was in zijn hele leven nog nooit zo geschrokken.

‘Wat bezielt je, Edmund?’ vroeg hij, ofschoon hij wist dat het de geneesheer bittere ernst was.

‘Wat mij bezielt? Heel iets anders dan u,’ antwoordde Angelino

[pagina 88]
[p. 88]

dreigend. ‘En ik herhaal: hebt ge mij gehoord, mestkever? Dacht gij dat ik mijn patiënten op een dergelijke vunze wijze liet beledigen en bezoedelen? Betaal, verdwijn en laat mij vergeten dat ik u ooit gekend heb. Begrepen?’

De mestkever begreep dat het geen zin had te pogen de scherven van een verpletterde vriendschap te lijmen. Hij betaalde aarzelend vijfentwintig gulden en verdween. Een wens tot beterschap als hij soms ziek mocht worden en de wijze raadgeving nooit zult te eten, kreeg hij niet mee.

Geneesheer Angelino spoedde zich naar de wachtkamer om de vijfentwintig gulden in het offerblok van het Visioen te deponeren. Hij wenste er geen cent van te behouden. Er zaten nog twee patiënten.

‘Ik heb u iets langer dan mij lief is laten wachten,’ zei hij, ‘en ik verzoek u mij nog een ogenblik te willen verontschuldigen. Ik moet dringend iets regelen. Een kwestie van twee minuten hoogstens.’

En hij nam het bord met verboden toegang van de muur en trok zich terug om de naam van een zich tandarts noemende mestkever te noteren.

 

‘Dienaar Gods, zij is in de handen gevallen van een man met een geweten als een schuurdeur. Een man van wie ik plotseling genezen ben. Vrees niet, priester, ik zal hem niet uitschelden, want wat ik zou zeggen, zou niet lijken op wat ik denk. Alleen dit: de inhoud van zijn kop moet volgens mij van hetzelfde gehalte zijn als datgene wat men gewoonlijk onder in een vuilnisvat aantreft. Tot ziens, prelaat! Bid voor haar en voor de man die eens mijn beste vriend was en thans mijn felste vijand. En als het nog nut mocht hebben, bid dan ook voor Angelino.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken