Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels
Afbeelding van De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegelsToon afbeelding van titelpagina van De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
poëtica


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels

(1981)–Gerrit Krol–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 51]
[p. 51]

16. Over de omweg in de roman (= kortste weg), over snelheid en vertragingen. Waarom onze geest de ene keer holt en de andere keer stilstaat

Waartoe dient een roman? In het algemeen om gelezen te worden. Toch zijn er mensen die een roman kopen alleen om hem in de kast te zetten. Sommigen lopen ermee op hun hoofd, anderen maken de kachel ermee aan. Maar de grofste behandeling die een roman kan ondergaan is: te worden samengevat. Scholieren hebben er een handje van. Dat is niet de schuld van de scholieren, maar van hen door wie ze worden ondervraagd. Elk jaar weer zie je, tegen examentijd, de z.g. uittreksels van hand tot hand gaan, opdat de examinandus althans op één vraag het antwoord weten zal: waar gaat het boek over?

Nu moet ik zeggen: veel boeken geven er alle aanleiding toe. Ze zijn inderdaad samen te vatten. Dat komt omdat de schrijver zelf, voor hij aan het schrijven begon, uitgegaan is van een... samenvatting. Hij is begonnen met een schema en zijn roman is een uitwerking van dat schema.

Een goede roman is niet gebaseerd op een schema. Ook niet op een idee - als zo'n idee zich verwoorden laat. Want waarom in zo'n geval de idee niet geprefereerd boven de hele roman? Een goede roman is gebaseerd op een samenstel van ideeën die pas in de roman hun uitdrukking vinden, en hun samenhang. Voordat die roman bestond, bestonden die ideeën niet. Te vergelijken met een mens, en de eigenaardigheden die hij heeft. Die heert hij pas als hij bestaat, niet eerder. Je kunt ze niet van te voren in een schema zetten.

[pagina 52]
[p. 52]

Een goede roman lijkt in zijn ontstaan op een tocht door een nieuw, onbekend gebied en bij lezing is die tocht een pad geworden. Dat pad is makkelijk te gaan, makkelijker dan het te vinden was, maar het is nooit recht. Van een roman die gebaseerd was op een schema is het pad, dat je als lezer volgt, over lange stukken recht. En met recht bedoel ik zoiets als een rechte lijn: door twee punten is een rechte lijn bepaald. Door twee bladzijden te lezen weet je ook wat de overige bladzijden behelzen, die hoef je dan niet meer te lezen.

Een goede roman bevat kromme paden, met de meest onverwachte bochten en wendingen. Niet om, zoals vaak gedacht wordt, de lezer daarmee te verrassen, want een goed boek zal herlezen worden en de lezer zal bij een tweede lezing door een plotselinge wending niet worden verrast in die zin dat hij niet al weet wat er komt. Nee, die bocht in het verhaal, die slinger in de regel die hij leest zit er in - van nature, het is een natuurlijke draai die het verhaal daar neemt. Maar wat bedoelen we daar nu precies mee, als we zeggen dat een verhaal ‘natuurlijk’ verloopt? Ook hun die niet geschoold zijn in de wiskunde mag ik misschien het volgende plaatje voorleggen.



illustratie

[pagina 53]
[p. 53]

Volgens de stelling van Pythagoras is de afstand tussen twee punten, A en B, als die punten door de coördinaten (a1, a2) resp. (b1, b2) gegeven zijn, gelijk aan (a1-b1)2 + (a2-b2)2

en daar de wortel uit. Deze punten liggen in een plat vlak. Dat platte vlak kan de driedimensionale ruimte voorstellen, dat verandert aan de stelling van Pythagoras niet veel.

Maar als we nu de driedimensionale ruimte uitbreiden met de tijd, als vierde dimensie, dan stellen de punten A en B twee gebeurtenissen voor en omdat de vierde dimensie niet een echte dimensie is, maar een imaginaire, vermenigvuldigen we, in navolging van de Russische wiskundige Minkowski (begin deze eeuw) deze vierde dimensie met het imaginaire getal i, dat daardoor gedefinieerd is dat het kwadraat ervan gelijk is aan - 1. Dit geldt voor geen enkel getal, dat getal i bestaat dus niet, maar het kwadraat ervan wel en dat is net wat we nodig hebben. De bovenstaande formule wordt:

(a1-b1)2 + (ia2-ib2)2 of
(a1-b1)2 + i2(a2-b2)2 of
(a1-b1)2 - (a2-b2)2  

Het plusteken verandert dus eenvoudig in een minteken. Je kunt nu het volgende bewijzen, maar aan een eenvoudig getallenvoorbeeldje zie je het ook:

De langste weg tussen de gebeurtenissen A en B is de rechte lijn. De lengte ervan is 18,97 eenheden. Elke andere verbinding is korter. De weg over C bijvoorbeeld is 18 eenheden.

Een lijn van A naar B noemen we een ontwikkeling van A naar B. De lengte van de weg van A naar B noemen we, in navolging van de Engelse wiskundige Whitehead, de scheiding tussen A en B. A en B zijn het meest van elkaar gescheiden, als ze verbonden zijn door een rechte lijn.

De steilte van de lijn, in de figuur, geeft aan: het quotiënt

[pagina 54]
[p. 54]

van tijd- en plaatsverschil, dus de snelheid van de ontwikkeling. Tussen A en C verloopt de ontwikkeling langzamer en tussen C en B verloopt de ontwikkeling sneller dan tussen A en B. Wil je dus de scheiding tussen twee gebeurtenissen verkleinen, dan lukt je dat eenvoudig door de snelheid in de ontwikkeling van de ene naar de andere gebeurtenis... te variëren. Eenzelfde redenering geldt voor de gebeurtenissen A en C, en voor C en B. Ook daar laat zich de ontwikkeling versnellen en vertragen. Enzovoort. Tot in het zeer kleine. Het is dus uiteindelijk altijd een kromme lijn die de gebeurtenissen A en B directer met elkaar verbindt.

Al deze processen vinden plaats, in het klein, in ons hoofd. En in het bijzonder in het hoofd van de schrijver. Wat precies het pad zal zijn, dat A het beste met B verbindt, hangt af van de snelheden en de traagheden onderweg. Sommige gebeurtenissen hebben traagheid nodig om te kunnen gebeuren. Snelheid manifesteert zich wel eens in de vorm van een sprong. Met geen mogelijkheid valt te voorspellen waar onze geest springen wil en waar wij willen nadenken. Daarom laat een verhaal dat wij willen vertellen op geen enkele wijze zich van tevoren inrichten. Daarom laat een goed verhaal zich op geen enkele wijze samenvatten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken