Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Letterbak. Moeles van de sjalevaeger (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Letterbak. Moeles van de sjalevaeger
Afbeelding van Letterbak. Moeles van de sjalevaegerToon afbeelding van titelpagina van Letterbak. Moeles van de sjalevaeger

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

Scans (13.54 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Letterbak. Moeles van de sjalevaeger

(1999)–Wim Kuipers–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 123]
[p. 123]

Gael kaart veur Limbo's

Het zal duidelijk zijn dat verder een grammatica nodig is. Een schoolgrammatica natuurlijk, dus meer voorschrijvend dan beschrijvend. Want dat AGL zal geleerd moeten worden, zoals je Duits leerde. We spreken het wel, maar kennen de wetten niet. Weten niet: dit en dit is fout. Ook dat geeft status aan een taal. Want hier blijkt: niet iedereen doet maar wat. Waarom zouden schrijvers niet zo correct mogelijk mogen schrijven? Als er geen duidelijke regels zijn, is er geen Limburgs. Het is een kenmerk van een taal dat de gebruikers ervan weten wat fout is en wat niet. Ik helpte zal geen volwassen Nederlander zeggen. Ook niet een mooi kat. Of een mooie meisje. Maar zanger Gé Reinders noemde zijn cd over Roermond onbeschaamd Kleine Sjtad. Limburgs is: klein sjtad.

Ach, vandaag de dag hoor je bij onze bijvoeglijke naamwoorden fout na fout. Elke zondagmiddag op Omroep Limburg stikt het van de gaele kaarte.

Wat is daar dan mis mee?

Nou: in principe krijgen bijvoeglijke naamwoorden geen -e voor meervouden van vrouwelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden, en ook vaak niet als een vrouwelijk enkelvoud volgt. Mien leef vrouw Maose, waat guf het väöl gooj luuj. Dus: ein gael kaart, eine poes gael blome.

Bij de vrouwelijke zelfstandige naamwoorden is de -e niet zo eenvoudig. Wel een -e krijgen bijvoeglijke naamwoorden die op k, p, t, ts en Is eindigen, zeggen De Kleine Mezeiker Grammaer en het (veel oudere) woordenboek van Tegelen. Hebben die van Maaseik gespiekt? Ik vind het namelijk vreemd dat ze allebei de uitgangen -ps en -rs vergeten. Ein luipse kat, ein kopse plank, ein waerse medam.

 

Ze zijn meer vergeten. Mien leef vrouw Maose oot ein hauf poer, edoch: die doeffe effe kleur. Hoe zit dit? Uitzonderingen?

[pagina 124]
[p. 124]

Nee: de f van leef is eigenlijk een v (zie: leve miens). Zo heb ik altijd gehoord: die wiesvrouw droog ein kasse (kaal) bóks. Bóks is vrouwelijk: waarom dan wel en geen -e als uitgang? En moet de s dan niet in het rijtje van k(a)p(o)t staan? Ik vind van wel, hoewel er weinig bijvoeglijke naamwoorden op een echte -s eindigen.

Een echte s? Zo verduidelijk ik dat de s van wies en gries eigenlijk een z is, gezien het meervoud en verbogen vormen als: eine grieze miens. Ook: ein raos bloom, tegen: raoze bloes.

 

De ch als eindklank is eveneens bijzonder. Bijvoeglijke naamwoorden als sjlech en zaach krijgen als uitgang -te: ein rechte lien, al hoorde ik eens: ein vreche mer gooj vrouw. In verschillende delen van Limburg hoort die t overigens bij het grondwoord. Pierre Bakkes spreekt daarom van een verdwenen t, die bij verbuiging en in het meervoud terugkeert: kis-kiste. Overigens zegt Bakkes over de kwestie van de -e eenvoudig: als het bijvoeglijk naamwoord op een stemhebbende medeklinker eindigt, vervalt de -e.

Maar we zijn er nog niet. De grammair van Maaseik en het Tegels woordenboek melden dat meerlettergrepige woorden altijd als uitgang -e hebben. Voorbeelden in het Tegels woordenboek: mager, lekker en sjaemel. Lekkere soep?

Nee, nooit gegeten, zelfs niet bij die henjige vrouw. Ik denk dat het meestal om drielettergrepige woorden gaat: die zullen wel -e hebben.

 

Ein enneuzele vraog? Hier twijfel ik toch. Misschien dat woorden met een achtervoegsel apart bekeken moeten worden. En dan: duidelijke regels opstellen, zeker voor de geschreven taal. De gaele kaart van de HH oefenmeesters zal niet meer uit te roeien zijn, maar we mogen onze wetmatigheden niet zomaar door de pómpesjtein spoelen en goje vrouw goedkeuren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken