Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mannetje windwijs (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mannetje windwijs
Afbeelding van Mannetje windwijsToon afbeelding van titelpagina van Mannetje windwijs

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.80 MB)

Scans (90.42 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Illustrator

Arie Teeuwisse



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mannetje windwijs

(1953)–Albert Kuyle–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 159]
[p. 159]

Ratelkop vertelt over van alles

Die jagers, nou, daar is een konijn natuurlijk bang voor. En dan die kleine fretjes, dat zijn bloedzuigers op vier poten. Maar Ratelkop was gelukkig slim!

‘Ik was nog maar heel klein, en ik weet eigenlijk niet precies meer hoe het ging, maar ik geloof dat ik vijf broertjes en zusjes had. We zaten onder in een konijnenhol. Vader had een héle grote pijp gegraven, een tunnel kun je wel zeggen en diep onder de grond was een heerlijk zacht nest. Het was er wel donker, maar dat wisten we toen nog niet, want we hadden nog nooit het licht buiten gezien. We zaten tegen elkaar aan, héérlijk warm. En vader en moeder, die kwamen nu en dan met een stukje wortel en met veel andere dingen om ons eten te geven. En we mochten ook bij moeder zuigen. Die gaf ons melk, en daarvan werden we allemaal groot.

Maar op een keer, tjéé, dat is het èrgste wat ik nog weet van toen ik een héél klein konijntje was, hoorden we beneden in dat hol, dat er boven geschoten werd. Moeder lag bij ons, maar vader was buiten.

Ik zag hoe moeder héél bang was.

Dat was de eerste keer dat ik iets van jagers merkte. Je hoorde schieten ‘bang, bang, bengs, bang’ dat was allemaal tegen ons, zei moeder. En ineens kwam vader zó hard het hol in lopen, dat het zand naar alle kanten stoof. Hij bloedde ook, want een van de jagers had op hem geschoten, en vlak boven zijn staart was er een heel stuk vel en haren weg. Vader ging vlak naast moeder liggen en vlak naast ons, maar je kon wel zien dat hij nog helemaal beefde van angst over wat hij boven de grond had gezien. Al die mannen met geweren waar vuur uit komt en hagel... Al die kleine, ijzeren korrels...

[pagina 160]
[p. 160]

Als een konijn die in zijn lijf krijgt, gaat ie dood of wordt zó ziek dat hij later dood gaat.

Vader was gelukkig niet zo heel erg gewond, maar moeder likte hem toch af en wij kropen allemaal tegen hem aan, omdat we het zo erg vonden voor vader. Toen kwam er ineens een klein wit dier.

Zó'n akelig dier heb je van je leven nog nooit gezien!



illustratie

Ze heten fretten en zijn vies wit en ongewassen en maken zichzelf nooit schoon. De jagers hebben ze bij zich in een kistje en als ze nu een konijn in zijn hol zien schieten, zetten ze die fret voor in de pijp.

O, dat zijn zulke echte bloedzuigers. Ze wilden dat konijn graag pakken om hem dan te bijten, en helemaal leeg te zuigen.

Een konijn wacht natuurlijk niet, maar probeert uit een andere gang, uit een andere pijp, weer naar buiten te komen. En àls dat

[pagina 161]
[p. 161]

konijn dan buiten komt, staat dáár weer een jager om op hem te schieten...’

Ja, dat is toch wel erg! Ratelkop vertelt dat nu maar zo.

Maar je moet eens bedenken dat zo'n konijn altijd in gevaar verkeert!

Die keer waarvan Ratelkop vertelde, kwam die fret tot helemaal diep in het hol. Hij had graag de vader van Ratelkop gebeten, en z'n bloed gedronken, maar vader bleef liggen tussen moeder en ons en toen die fret tegen hem opliep keek mijn vader zó lelijk en wuifde zó met zijn snorren, dat de fret ook ging liggen, en lekker tòch bang was.

Boven de grond stonden natuurlijk de jagers en die hadden nog een twééde fret bij zich. Die lieten ze toen ook nog los in ons hol, maar gelukkig nam die tweede de eerste mee.

‘Ja’, zei Ratelkop, ‘dat was het ergste wat ik heb meegemaakt, toen ik klein was.

Later is er nog iets gebeurd.

Iets dat ik jullie ook nog zal vertellen. Ik was toen zelf al groot en kan me dat véél beter herinneren dan dat verhaal van de fret’.

 

‘Dat andere avontuur’, zei Ratelkop, ‘dat was pas héél véél later. Maar het waren tòch de jagers weer’.

Windwijs en Manke Gerrit keken elkaar aan.

Ze wisten dat, wanneer Ratelkop eenmaal over jagers begon, hij nog in geen uren klaar was.

‘Op een keer’, zei Ratelkop, ‘waren er wel twintig jagers, in het bos en op de hei. Ze stonden allemaal een eindje van elkaar, en van de andere kant kwamen boerenjongens, die met stokken tegen de boomstammen sloegen en héél erg hard schreeuwden om alle dieren op te jagen.

De mensen noemen dat een drijfjacht. En de mannen die zo hard tegen de bomen slaan, dat zijn drijvers. Ja, wat kan een fazant en een patrijs en een haas en een konijn, zoals ik, wat kunnen die dan? We worden opgejaagd door dat geluid en rennen weg. Je

[pagina 162]
[p. 162]

probeert alleen, om niet te dicht bij de jagers te komen.

Nu weet ik dat véél beter.

Als er nu nog ooit eens een drijf-jacht wordt gehouden, loop ik precies de kant uit waar die mannen tegen de bomen slaan. Want die mannen hebben géén geweren en je kunt heel gemakkelijk langs hen heen komen. Toen wist ik dat nog niet. Ik was bang voor al dat slaan en schreeuwen en liep de verkeerde kant uit. Ik merkte het pas toen ik een jager zag staan.

Eén jager?

Neen, wel vier jagers en verderop nog meer.

Toen ik probeerde om van het ene bosje naar het andere te vluchten, hoorde ik vreselijk knallen, en ik voelde dat er iets warms en gloeiends over mijn rug heen ging. Ik viel en had erge pijn. Hoe ik er op kwam, weet ik niet meer, maar ik dacht: laat ik net doen of ik dood ben.

Ik bleef doodstil liggen tussen een heidestruik en een héél klein dennenboompje. En terwijl ik overal nog schieten hoorde, en slaan en schreeuwen, dacht er niemand aan mij. Tot een van de jagers kwam en hardop riep:

‘Daar ligt er nog een, die hebben we vergeten’.

Meteen kwam hij naar me toe. Ik lag te beven en ik was zó bang, dat ik zelfs mijn snorren stil hield. Maar toen hij zijn hand uitstak om mij op te beuren, omdat hij dacht dat ik dood was, nam ik een sprong...

De grootste sprong van mijn leven!

Een sprong die ik nu niet meer kan maken, want nu ben ik een oude Ratelkop en toen was ik nog maar een jong konijn.

De jager schrok zó, dat ik ineens tussen zijn handen wegsprong en hij ook niet meer de tijd had om zijn geweer te nemen en nòg eens op mij te schieten. Veel verder in het bos ben ik in een greppel gaan liggen.

Gelukkig stond daar ook nog een beetje gras.

Maar pas toen het 's avonds héél laat werd, dorst ik naar mijn eigen hol te gaan’.

‘Ja,’ zei Windwijs, ‘maar wat heeft dat nu met jouw ratelende

[pagina 163]
[p. 163]

oren te maken? De mensen hebben je achterna gezeten, maar je bent er toch tot nu toe goed af gekomen. Je bent het slimste konijn van heel de wereld.



illustratie

Maar waarom ratel je altijd zo met je oren?’

‘Ja’, zei Manke Gerrit, ‘dat zou ik ook wel eens willen weten’. ‘Vrienden’, zei Ratelkop, ‘dat is niet zo moeilijk om uit te leggen. Toen ik aan die jagers ontsnapt was en terug was in mijn hol, beefde en bibberde ik zó, dat mijn oren altijd maar heen en weer gingen. En mijn vrouw, die nu al lang dood is, zei tegen me: ‘Wat ben je toch zenuwachtig! Kun je je oren niet stil houden?’ Ik zei: ‘Neen, ik kan mijn oren niet stil houden. Dat komt omdat de jagers mij zo bang hebben gemaakt. Tja, en dat is nóóit meer over gegaan. Ik ben er twee jaar geleden nog mee naar de uilendokter geweest, en die heeft het helemaal bekeken. Er is niets aan te doen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken