Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Blonde Martijn (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Blonde Martijn
Afbeelding van Blonde MartijnToon afbeelding van titelpagina van Blonde Martijn

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

Scans (10.49 MB)

ebook (2.95 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Blonde Martijn

(1988)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 127]
[p. 127]

22

Eerst kwamen de advertenties van Martijns overlijden.

De telefoon stond weer niet stil bij ons. Mijn moeder kreeg steeds vuriger congestie-blos, en soms keek ze zijdelings naar mij zonder iets te zeggen - alsof ze me peilde op mijn verlies. Vreemd zijn mensen; waarom sloeg ze niet een arm om me heen, en vroeg gewoon naar Martijn?... Vroeg, of ik er verdriet van had - of ik er tevoren iets van had geweten?...

Vader zweeg ook. Tact noemt men dat.

Wanneer iemand mij medeleven had betoond, zou ik misschien toch nog hebben gejankt. Dan zou ik iets dieper tot besef zijn gekomen.

Op een avond waren er twee vriendinnen bij mijn moeder op bezoek. Hun gekwebbel was onontkoombaar; een huppelig kabbeltje van klanken en ritmen, waaruit ik herhaaldelijk ‘blonde Martijn’ meende te verstaan. Het drong zuur door hout en kalk en vond mij in m'n eigen kamertje.

Ik verbeeldde het me natuurlijk; de jongen was nu dood, en mensen kunnen niet blijven voortgaan met zulke onnozele praat.

Maar toen ik mijn werk af had en naar beneden ging, hoorde ik langs de kierende deur hun woorden: ‘TBC! Kun je nèt denken! Verboemeld was 'ie! Denk es aan die tante van hem - mevrouw Van Haysmaal!... en aan die meisjes in dat park!... En die tuinman heeft toch ook iets tegen hem gehad - was er niet een vrouw, of een meisje - nee, néé - een zóón, Nettie! Anna! Wéét je nog?!...’

Ik duwde de deur open en voelde me blij met mijn lengte. Ik stond zo hoog mogelijk opgericht.

Ze zwegen als schoolkinderen.

Ik had iets willen zeggen. Hun sensatie-ogen willen openen naar meer verdraagzaamheid met een dode. Maar zelfs hun stille staren was gericht naar opwinding. Hun gemis in eigen bestaan was te proeven in dit haken naar erge dingen.

Wat miste mijn moeder dan?...

Ik bezag hun gezichten; en begreep eensklaps bodemloos diep, waarom koningen niet antwoorden als zij door het publiek worden aangevallen in toespraak of krant. Er is een

[pagina 128]
[p. 128]

kleingeestigheid, waarop geen weerklank past.

En toch. Toen ik me afwendde, zei ik zacht: ‘Hij is dood. Is dat niet genoeg?... En hij was een héél góéd mens; voor wie de moeite nam, hem te kennen. Niet voor de rellemedellen, die uit gebrek aan degelijk werk of eigen geluk z'n intimiteit begrabbelden.’ Ik wendde me af.

Mijn moeders stem hield me terug: ‘Daan! Hoe dùrf je! Wil je ogen-blik-ke-lijk excuus vragen?!’

Ik nam de brutale kans, hen allemaal aan te kijken.

‘Excuus,’ herhaalde ik, en gaf mijn moeder een glimlach, ‘aan wie, en waarvoor? Tenzij je de aanwezige dámes met het woord rellemedellen aangesproken acht!’ En ik ging. Voor één keer was de stilte míjn stilte.

Gek, dat Martijns sterven mij eenzamer maakte.

 

Een week daarna stond er in de krant een lang artikel van de kunstredacteur over de helaas te vroeg gestorven beeldhouwer Martijn de Schencker.

De man wijdde een ernstige pen aan het talent dat was weggevallen. Martijn de Schencker, wiens enorme begaving door zijn leermeesters vooral in Parijs was onderkend, waar men hem algemeen had vergeleken met de allergrootsten uit de historie.

‘Een dusdanige kennis van het handwerk, een dergelijke innig-gevoelige uitbeelding van geestelijke waarden door lijnenspel in lichaam en gelaat, komt nog niet éénmaal in de duizend jaar voor. We hebben hier te doen gehad met een ontzaglijk begenadigd kunstenaar, wiens betoverde hand leven legde in was en in hout, in klei en marmer.

Het moet bijna een ramp voor de kunstwereld worden geacht, dat deze geweldenaar te vroeg is weggeroepen om ons meer achter te laten dan een serie schetsen en slechts een tiental voltooide stukken, waarbij dan het spelende hondje, ‘Opdracht van Daantje’, een van de meest sprankelende moet worden genoemd.

Ook het prachtige beeldje in chamotteklei, ‘Kees onder de douche’ is uitzonderlijk van speelsheid en frisse jeugd. Men hoort dit jongetje om zo te zeggen zingen en lachen!’

Het artikel besloot met enkele woorden, waarvoor ik persoonlijk dankbaar was: ‘Het is zeer merkwaardig en jammer, dat De Schencker in zijn woonplaats geen enkele vorm van waardering heeft gevonden. De profeet in het eigen land is in hem wel bijzonder scherp getekend.’

[pagina 129]
[p. 129]

Ik legde de krant met een plechtig gevoel van rechtvaardigheid en voldoening neer. Ik zei er niets over. ‘Opdracht van Daantje’. Hemel, ja - ik had gezegd ‘maak eerst maar es een spelende hond’, of zoiets.

Ik. - - Ik was de vriend geweest van een kunstenaar; van een begenadigd beeldhouwer - van een toverwezen. Ik had hem horen spreken en me herhaaldelijk verbaasd over zijn woordkeus en zijn ideeën - ik was erdoor ontroerd en geboeid geweest.

Evengoed kon je met een engel door de velden wandelen en naar zijn gezang luisteren; en bij het dorp zou hij zeggen: ‘Ik ga’, en hij zou zijn vleugels uitslaan - je zou verblind naar het vonkende wit kijken van een hemels schepsel - en hem naogen, terwijl hij snel ver-kleinde tot een stip in de blauwe lucht...

Zo was het gegaan... God, zo was het gegaan... Ik had Martijn niet herkend... wat moest hij eenzaam zijn geweest, als ik hem opzocht... en wat was hij altijd vriendelijk gebleven... De profeet in het eigen land.

 

Later op de avond bespiedde ik m'n ouders.

Mijn vader kuchte nerveus toen hij het blad had gelezen. Hij tikte op de krant, terwijl hij m'n moeder vroeg: ‘Heb je dit gezien?...’

Ze hees zich op uit een geteld patroontje van haakwerk: ‘Hm?...’ Haar ogen, strak gezogen aan het kleine kijkwerk, knipperden even terwijl ze naar de krant staarde. ‘O, ja...’

Natuurlijk had ze het gelezen. Ze wist immers alle goedkope aanbiedingen voor de zaterdag altijd al, en de doodsberichten van ouwe bekenden, en uitverkoopprijzen. Voor haar had de beeldhouwersboom vergeefs gebloeid.

Ik zei, in de betekenisvolle stilte: ‘Het lijkt me ongeveer de hele waarheid... Hij was een wonderlijk mens, die me altijd hevig heeft geboeid. Hij had zulke prachtige begrippen!...’

Vader noch moeder antwoordde. Moeder haalde haar neus op; waarschijnlijk had dat geen smadelijke bedoeling. Doch het maakte me hels. Zo duidelijk mogelijk voegde ik erbij:

‘Ik heb van niemand in m'n hele leven zulke mooie, ontroerende dingen gehoord en meegemaakt, als van Martijn de Schencker. Ik ben heel blij, dat ik hem heb gekend.’

Er was nog weer even een zwijgen, vóór mijn moeder vriendelijk vroeg: ‘Wat wàs dat voor opdracht van jou?...’

Ik kon geen uitleg geven. Ze waren vijandig tegen een weg-

[pagina 130]
[p. 130]

gevlogen engel, die ik zelf niet had herkend. Bezadigd zei ik: ‘Ach, dat kan ik zo moeilijk uitleggen!... Je zou het toch niet begrijpen.’ En ik ging naar boven, om nog wat te werken.

En wat ik wel had gedacht: dat Martijn de Schencker in Parijs reeds een bekende figuur was, kon ons dorp zich bèst voorstellen. Hoe groter geest, hoe groter beest.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken