Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Koninklijke omnibus (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Koninklijke omnibus
Afbeelding van Koninklijke omnibusToon afbeelding van titelpagina van Koninklijke omnibus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.59 MB)

Scans (30.78 MB)

ebook (3.27 MB)

XML (1.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Koninklijke omnibus

(1984)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 391]
[p. 391]

26

Mevrouw d'Azur beluisterde het trieste geluid slechts een paar tellen, of zij vloog overeind en stortte zich op de deur van de zitkamer. Ze ging het meisje redden uit de klauwen van die gedegenereerde hertog, dat bleek. Achter haar drongen Dora en Pingel op, die de Fijne wilden verlossen uit de geniepige poezeltjes van die prinses - want dat ze streken had, wilde Dora al lang hebben gezien.

Ze bonsden gedrieën door de ingang naar binnen, en stonden verdwaasd te staren op een jongeman en een meisje in een aandoenlijk teder contact. Het was het enige wat niemand had verwacht; waaruit moge blijken, hoe innocent bepaalde kringen zijn inzake het menselijk hart.

Niemand kreeg tijd voor commentaar, want de deurbel zweepte haar rinkelende roep over hun zenuwen. Dora kromp in mekaar en Pingel prikte mevrouw d'Azur in haar te magere middel, wat hij niet bedoelde en waaraan hij zijn vinger bezeerde. Het verhinderde hem, excuses aan te bieden voor zijn verdwaalde vinger.

Dora, met vijf stappen bij de voordeur, nam zich voor, als het de politie was, te zeggen dat die kon ophoepelen, nadat ze haar hele dag hadden verprutst met hun controles en gebrek aan hulp.

Doch het was de vriendelijke oude juffrouw, die haar met een gebaar van een gelegenheids-cadeau pompje en rozenschaar overhandigde.

‘Ik heb het geheel in orde gekregen,’ zei ze. ‘Ik ben u zéér dankbaar, hoor mevrouw, zéér verplicht.’

[pagina 392]
[p. 392]

Dora overwon zichzelf en vroeg: ‘Heb u geen hulp nodig?...’

‘Nee, een agent heeft me bijgestaan, nadat hij die oude slapende mijnheer had thuisgebracht,’ legde de juffrouw uit. Ze had lila vlekken in haar gezicht van de hitte, haar kapsel piekte. Het gaf Dora een gevoel van wroeging, dat geheel naar de eis te laat kwam.

‘Wilt u iets drinken?’ vroeg ze als een late liefdebloeier.

‘Nee, ik ga op bezoek, en daar krijg ik wel iets,’ zei het mensje, nog altijd opgewekt. ‘Dank u, hoor, dank u, dank u!’

Ze wendde zich af en wrikte zich op haar oude benen naar de weg.

‘Ik had haar een boterham moeten geven,’ bedacht Dora met tranen in haar stem.

‘Je zou haar hebben doodgemaakt,’ troostte Pingel. ‘Ze eet alleen lucifers of beschuitkruim met opgedroogd water.’

Ze blikten haar samen na, met alle opgespaarde medegevoelens welke zij die dag nog niet hadden geloosd.

‘Ik hàd haar kunnen en willen helpen,’ overdacht Pingel halfluid.

‘Nou, gadverdoremifa, had dat dan gedaan,’ gleed Dora uit. ‘Ik zal het je wel verboden hebben! Ik heb dat arme scharminkel half laten verhongeren, ik heb d'r alleen - -’

‘Doordraven heb je altijd bèst gedaan,’ zei Pingel sarcastisch. ‘Maar jij stuurde haar weg, en ik heb nog gezegd -’

‘Wéééét ik!’ gilde ze.

De oude dame bij het hek hoorde iets en wendde zich om.

‘Nou komt ze terug,’ dreigde Pingel benauwd.

‘Nee,’ bitste Dora, wrong haar gelaat in een grimas van confectie-hartelijkheid, stak haar hand op.

De oude dame groette terug met een lief, dor handkusje.

‘Dat krijg je ook nog, je verdient het niet,’ stookte Pingel.

Toen dook achter hen de Boom op. De Boom, rood van opwinding, zonder snor, alleen met een eilandje van rauwe huid, waar hij in zijn zenuwen aldoor de snor had afgeplukt en gemonteerd, om te voelen of 'ie het nog dee.

‘Weet je, wat jullie verdiene?’ vroeg hij bedrukt. ‘Geen cent van de prinses, geen pareltje of stukkie glim - en dat

[pagina 393]
[p. 393]

krijg je ook niet! Ze is een dievertje uit de Bels, en de Fijne heeft 'r aan de haak geslage.’

Er viel een ravijndiepe stilte. Die duurde tot de oude dame het hek uit was, het eindje straat af tot waar bomen haar aan het gezicht onttrokken - zelfs haar stapjes waren verklikkerd.

‘Schòft!’ zei Dora; maar dat was van schrik.

 

De zaak plofte in mekaar.

Dora, opgewekt balancerend op de scherpe kant van een zenuwaanval, voorzag iedereen voor het laatst van limonade. Ze schonk géén alcohol, en had de grootste moeite, niet meer mevrouw en hoogheid te zeggen. Voor haar was de lol eraf, nu het twee collega's bleken. Het was of je in je nakie hoeden stond te passen. En ze had er al die tijd niks van bemerkt!... Was ze bezig oud te worden?...

In de keuken veegde ze haar neus af tot ver voorbij haar oren. Ze moest sidderend haar armen tegen mekaar pressen om niet te gillen. Wat een vreselijke dag!...

Pingel maakte er nog iets vrolijks van. Hij opende de piano en sloeg een prachtig akkoord aan. Hij trok het bankje onder zijn zitspieren en opeens speelde hij. Om te braken en te huilen: de Mondscheinsonate op dat ogenblik.

‘Straks speelt 'ie Debussy,’ voorspelde de Fijne, die er jong en fris uitzag, alhoewel met kringen onder de ogen van het tobben over de eerlijkheid - want dat was een hele beslissing.

Hesje Verdammen, die haar d'Azur-mantel ook aan de kapstok had gehangen, bewoog elegant haar voet mee op de maat, half liggend in een van de wederrechtelijk bezette rijkeluistoelen. ‘Excellent!’ zei ze, en nipte van haar limonade, alsof het Veuve Cliquot was.

Dora zag in de spiegel haar eigen vlekkensmoel, en haar kapsel, dat nu helemaal kwart over drie wou zijn. Ze zou het straks uitborstelen en in haar straatarme bed kruipen. Dat zei ze met een bezette traanstem tegen de Boom.

Maar die schudde het blonde hoofd. ‘Dat gebeurt niet,’ verbood hij, ‘dat gebeurt verdomme niet, Door - jij gaat met mij eten bij de Chinees.’

[pagina 394]
[p. 394]

Ze keek hem aan. ‘Waar heb je dat geld vandaan?...’

Hij kreeg geen kleur - maar zijn hevige teint veranderde toch ietwat. ‘Pingel heeft me wat geleend,’ gaf hij toe. ‘Hij heeft eergister op een feestje gespeeld.’

Ze breidde haar armen uit. ‘Je moet gek zijn of oerstom,’ zei ze, ‘maar je bent het op zo'n lekkere manier!’

En hij was niet gek of stom genoeg, om dit mis te verstaan.

Haar kapsel ging totaal naar de knoppen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken