Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De mooiste verhalen (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van De mooiste verhalen
Afbeelding van De mooiste verhalenToon afbeelding van titelpagina van De mooiste verhalen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.20 MB)

Scans (17.31 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

bloemlezing
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De mooiste verhalen

(1988)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 268]
[p. 268]

De muizenpoes

Er was eens een poes, die een beetje gek was. Ze was door de mensen in dienst genomen, om muizen te vangen, en dat had ze ook wel mogelijk geacht. Maar de eerste keer dat ze een muis zag, vond ze het zo'n lief beestje, dat ze voor het muizegaatje ging zitten en riep: ‘Muisje! Muisje! Ik vind je lief!’

De muizen daarbinnen gierden van de pret. ‘Dat kun je net denken!’ zeiden ze tegen de geroepene. ‘Pas maar op! Zo praten er te veel in het leven!’

Maar dat muisje was net zo gek als de poes - het was helemaal onder de indruk van het zoete poezegezichtje. En omdat hij een idealist was, kroop hij tot ontzetting van zijn familie uit het gat.

Poes begon te spinnen en besnuffelde met vertedering het kleine diertje. En de muis zat op zijn achterpootjes en snuffelde ook, zodat hun snorreharen in elkaar verwarden. En zijn kraaloogjes keken in haar goudgroene flonkers; en ze vonden elkaar héél aardig.

‘Mew!’ zei de poes zeer voorzichtig; want beschaafde lieden spreken zacht tegen zwakkere wezens. En de muis zei ‘piep-piep-piep!’ Ze waren dol op elkaar. Poes likte het grijze beestje kletsnat en de muis ging tussen haar voorpoten liggen.

[pagina 269]
[p. 269]

‘Ik zal je om je bekje krabbelen,’ zei het muisje. En het krabbelde rondom haar kinnetje en bij de mondhoeken en achter haar oortjes - en de poes lag te schateren van 't spinnen en zei: ‘Héérrrrrrlijk! Verrrrukkelijk!’

Maar toen kwam de mevrouw van het huis binnen en ze gaf een gil.

‘Màn!’ riep ze half huilend, ‘de poes heeft een levende muis gevangen ín huis!’

Poes en muis schrokken ontzettend van dat menselijk lawijt. De poes dook in elkaar en de muis wipte in het muizegat, en zat daar met bonzend hart uit te kijken.

‘Gèk!’ sisten zijn verwanten. ‘Je verdient niet beter!’ en daarmee bedoelden ze heus geen liefkozingen van de poes. Niemand vond hem dapper of verstandig, en daaraan had hij zelf ook niet gedacht - hij was overweldigd van vriendschap, dat was alles.

De man van de gillende vrouw kwam haastig aanlopen en kreeg een verwrongen verhaal te horen. ‘Je had ook niet moeten gillen,’ vermaande hij, ‘nu is de poes geschrokken, en heeft die muis niet kunnen doodbijten!’

De poes keek bedrukt voor zich, wat bijna iedereen verkeerd begreep.

Dóódbijten? Dat lieve grijze beestje met zijn trouwe oogjes? Walgelijk! Ze vond de wereld gemeen en ontwricht. Ze stelde zich voor hoe ze zo'n klein diertje zou doodbijten, en ze werd er helemaal machteloos van in de poten.

's Avonds ging ze weer voor het gat zitten en riep: ‘Muisje!...’

‘Pas op,’ sisten de andere muizen, ‘daar is dat kreng! Ze weet nu, wat je waard bent!’ Maar het muisje was dol van vreugde, en rende naar buiten.

‘Kom je in mijn bedje slapen?’ vroeg de poes. ‘Dat is gezellig en heerrrrrlijk warrrrm!...’

En hoewel de muis van plan was geweest, kaas te gaan eten, en een stukje cake dat in de kelder op de plank stond, zei hij ‘ja’, en sliep heerlijk tussen de fluwelen voorpoten van de poes. Maar haar gespin trilde door zijn lijf en daar kreeg hij honger van; en toen hij vertelde van de kaas en de cake, ging poes met hem mee.

De andere muizen zaten op en over elkaar achter het gat gepropt te loeren en schudden hun koppen. ‘Wat een afschuwelijke verto-

[pagina 270]
[p. 270]

ning,’ zeiden ze. ‘Slapen met die kat, snoepen met die kat, samen práten!... Hij déúgt niet!’ En een wijze muis, die al grootvader was, waarschuwde dat het wel eens geen domheid kon zijn, maar verraad - dat de muis eten kreeg, om hen uit hun hol te lokken! Ze spraken mateloze schande van het poezevrindje.

En 's morgens kwam de mensenmeneer in de keuken om scheerwater te halen, en zag de poes met de muis in de mand liggen. ‘Wàt!’ brulde hij.

Poes en muis ontwaakten en vlogen overeind. Ze wisten nu, dat ze foute dingen deden. ‘Pak 'm!’ schreeuwde de meneer, die nog te kwader trouw meende, een brutale muis en een suffe poes voor te hebben. Maar de poes keek hem stralend aan en zei ‘Mrauw!’ en de muis trippelde niet overhaast het muizegat in en was verdwenen. Het laatste wat de meneer zag, was zijn spitse staartje, dat in het duister daarbinnen weggleed.

‘Die kat moet de deur uit!’ zei de meneer tegen zijn vrouw. ‘Die ligt in haar mand te maffen met een muis tussen de voorpoten, zeg! Nou vráág ik je!’

Hij hoefde niets te vragen; mevrouw begreep hem. Die kat was een griezel! Een akelig, gedegenereerd beest, dat niet kon doden. Bah! -

Zo gaat het immers vaak, met vriendschappen...! Niemand begrijpt ze, en dan wordt de zaak uit elkaar gejaagd.

Iemand heeft me verteld, dat de poes op straat werd gezet. Maar het muisje vertelde zijn soortgenoten zo veel liefs over haar, en prees haar trouw en kracht. Het wist hen te overtuigen. Want muizen begrijpen zulke dingen toch sneller dan mensen.

's Nachts trokken poes èn muizen met elkaar naar een bos, waar ze een holle boomstam vonden, en waar ze heel gezellig samen woonden en gelukkig waren. Want wat de poes niet wist, wisten de muizen, en wat de muizen niet konden, kon de poes. Zo zouden velen gelukkig kunnen zijn: als ze elkaar lief konden vinden!

Maar leg dat de mensen nou es uit...!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken