Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel aan de wand (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel aan de wand
Afbeelding van Spiegel aan de wandToon afbeelding van titelpagina van Spiegel aan de wand

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.91 MB)

Scans (9.68 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel aan de wand

(1969)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

25

Nog een andere man dwaalt om het schoonheidsinstituut; ook hij zoekt daar een vrouw en maakt zich zelfverwijten.

Die hebben echter weinig met zielepijn uit te staan. André Borger kent zoiets niet. Hij heeft alleen maar honger. Na een korte tijd van rustige welstand is hij teruggeworpen in de armoe. Hij heeft weliswaar twee maanden van zijn buitensporig inkomen opgestreken, maar bij zoveel geld en de staat van leven die Johanna Mervelinck voerde, behoorden een algehele welverzorgdheid en een uitgebreide, kostbare garderobe.

Daaraan is het eerste geld opgegaan. Het was als het ware de grondslag van zijn positie. André stond sterk. De vesting van liefde waarin hij zijn financiële welvaart verdedigde tegen vergankelijkheid, was hechter dan hij zelf wist.

Slechts één zwakke plek ontging hem: hij onderschatte de ingeboren trots, die bij de vrouwen uit het geslacht Mervelinck Trip de kern vormde van hun diepste liefde en haat.

En daarmee verspeelde hij alles. Ook het nuchtere zelfrespect van de gevoelloze zakenman die zonder pedanterie eigen geslepenheid apprecieert: hij is geen vrouwenpsycholoog; alleen maar een voorzichtige beginner. En dat is een bitter verschil.

De kleren zijn gekocht en betaald en weer vèrkocht....

Het geld had hij nodig voor turkse baden en massages en hoogtezon-bestralingen. Vóór alles dient het uiterlijk op peil te blijven. Een beetje honger hindert niet; mager-

[pagina 126]
[p. 126]

heid en een bleek gezicht zijn interessant. Doch sinds drie dagen knijpt Borger's maag samen tot een harde prop.

Hij drinkt water aan een pomp, een half uur lopen hiervandaan, op een hofjespleintje. Daar, tussen de stille huizenmuren, is hij een ellendig, verslapt wezen, dat zijn knagende lichaam tracht te stillen met koel, krachteloos water.

Hij overnacht op een dakkamertje bij een aan lager wal geraakte vriendin. En wat hij Johanna duur verkocht, is hier zijn armelijke betaling voor onderdak en weer een glas water, en soms een paar biscuits.

De angst voor de toekomst is welhaast nog martelender dan de ontbering van nu. Waar is de oplossing van dit raadsel? Hoe zal het einde zijn van het gebrek?

Maar nog is het leven geen meester over hem. André Borger, de mooie jongen, de koopbare minnaar, die geen echte liefde kent, is met al zijn verdoolde moraal een steenharde kerel, zonder genade voor zichzelf. Hij is en blijft een vechter, een overwinnaar van het leven, en slechts één kan hèm overwinnen: de dood. En dan nog alleen op het uiterste einde. -

Johanna Mervelinck Trip is voor haar ontslagen secretaris niet meer te spreken. Zij staat onwankelbaar vast op de officiële zijde van de situatie. Het liefst liet André haar met rust, maar waar zich geen andere mogelijkheden voordoen, negeert hij zijn schamele eergevoel mèt zijn honger en blijft Hans volgen.

Zo wacht hij dan nu ook weer in de vestibule van het ‘Bella Monica’. In de ontvangzaal mag hij niet meer komen; de directeur heeft hem in korte termen aan het verstand gebracht, dat hij tot zijn spijt geen ontslagen ondergeschikten van cliënten in het instituut kon toelaten, daar het eerste principe voor een goed succes in de schoonheidswinkel was: rust en het vermijden van opwinding.

Hij zit op de bank en probeert met alle geweld, niet in de spiegel te kijken. Die trekt hem uit gewoonte. En waar vindt zijn harde wantrouwen een betere kameraad dan in

[pagina 127]
[p. 127]

het spiegelbeeld? Honger kwelt hem zonder ophouden en bovendien steekt in zijn keel en verhemelte een brandende dorst. Maar hij mag nu niet weg. Dit is de middag die Hans steeds voor de verzorging van het uiterlijk schoon placht vrij te houden.

Hij wil niet verliezen. Geen ontbering weegt op tegen de spanning van zijn afwachten.

Johanna Mervelinck Trip móét komen. André heeft zijn hele toekomst gebouwd op een enkele ontmoeting met haar. Het doet er niet toe, hoe ze hem zal begroeten, of helemaal niet. Hij zal opstaan en vriendelijk-familiaar zijn.

Openlijk wil hij de wereld hun verhouding tonen, brutaal ongedwongen, en haar zo door schaamte dwingen tot hulp.

Misschien is ook het aanschouwen van zijn vermagerd bleek gezicht voldoende om haar medelijden te wekken, maar in deze laatste eigenschap heeft André weinig vertrouwen bij Freule Mervelinck. Het eerste plan is safer; een kleine morele chantage zal Hans geen kwaad doen.

Hij zal heel gewoon blijven, en als ze niet van zijn optreden gediend is, zal hij verbazing tonen en hardop vragen, of haar gevoelens jegens hem inderdaad zo veranderd zijn....

O, er zal voor Johanna geen ontsnappen mogelijk zijn.. àls ze komt....

Zo houdt André zijn gedachten warm en tracht honger en dorst te bedekken met beloften en inbeeldingen. Maar Freule Johanna Mervelinck Trip laat op zich wachten -

Indien hij slaagt, - dan zal hij snel en goed oogsten.. Niet langer dan nodig is zal hij haar vast houden.

Doch hij moet minstens duizend gulden hebben. Dan is Hans ook vrij. Zaken zijn zaken en honger is honger. Per slot behoef je een vrouw met zulke stalen reacties ook niet te ontzien tegenover de wereld.

André's ogen gaan langs de hele omgeving: de trap, de nietszeggende vestibule-wand. De spiegel. De grote dubbele deur, waarachter de straat leeft.

Als er maar ergens water was.... of.... of melk....

[pagina 128]
[p. 128]

De gedachte hieraan maakt hem misselijk van verlangen.

Het vreemde leven, dat je van de laagte naar de hoogte haalt, en je weer loslaat, zodat je dieper wegtuimelt....

Hij walgt bij de idee, dat hij vette, romige melk zou drinken. En toch is het of zijn maag rekt en wringt en kronkelend binnenste buiten stulpt van wellustig verlangen naar voeding. De dorst trekt droog in de strot en neuskeel-holte en legt zich steenzwaar op zijn tong.

Zou hij niet weg kunnen, even maar....?

Doch de pomp is zo ver.... en wie zal hier in de buurt een elegante man iets te drinken geven zonder betaling!

André verwenst opeens hartstochtelijk zijn goedgesneden dure kleren, die het hem onmogelijk maken, ergens zomaar om een dronk te bedelen. Wat men een schooier gaarne geeft, zal men een chic heer grofweg weigeren.

Of niet? - -

Vervloekt Johanna Mervelinck, die met vrouwelijk doorzicht hier vandaan blijft. Verdoemd het leven, dat zoveel geeft dat je 't niet òp kunt, of je lichaam neerslingert in schrijnend gebrek, zodat je zelfs de kracht mist voor normaal werk....

Waarom is er niet één vrouw, die hem tot zich roept.. waarom krijgt hij met al zijn geraffineerde trucs en aangeleerde verleiding niets anders los dan een beetje water en enkele schamele biscuits van een lichtekooi, terwijl hij bovendien haar verwelkte liefkozing moet ondergaan -

Vervloekte, verdomde aardhel - -

Onderwijl zijn bloed koorstig bruist en in zijn hoofd samenkropt of wegzinkt met het hele weeë leven, waaruit honger en dorst opstaan en zijn hersenen martelen met schelle nevelen en onwezenlijk fluitend gonzen, komt een vrouw de traptreden af.

Door een waas ziet André haar duurgeklede aardige verschijning, zo op het oog een jaar of zesendertig, niet groot, met een vriendelijk tevreden gezicht. Tussen haar wang en de zachte bontkraag van haar zeer mooie voorjaarsmantel praalt een donkere kleine orchidee.

[pagina 129]
[p. 129]

Louise Diller van haar kant is niet dapper genoeg, om een blik op de wachtende man te werpen. Ze neigt bijna ongemerkt het hoofd op het ogenblik dat ze hem langzaam voorbij gaat.

Doch André heeft gezien, dat ze op de brede loper bij de trap haar beurs verloor.

Een vlam van helderheid schiet door hem heen.

De beurs stelen heeft geen doel. De inhoud is waarschijnlijk niet overdadig. Maar - - - -

Juist als Louise bij de deur is, hoort ze achter zich een diep stem: ‘Pardon, mevrouw... u hebt iets verloren.’

Ze staat stil en kijkt om. Hun blikken ontmoeten elkander.

Met verbazing ziet ze de opvallend knappe man met zijn vreemde glimlach en holle, glanzende ogen.

Als André haar de beurs overreikt, ontdekt hij aan geen van beide handen een gladde ring. Uit haar tas hangen slap een paar dure handschoenen.

Ze bedankt hem blij: ‘Het is heel vriendelijk van u.’

Hun handen raken elkaar even en Louise voelt, hoe intens koud de zijne zijn.

Het contrast van zijn onberispelijke kleren en zijn gelaat treft haar als een niet te begrijpen iets.

Is hij arm of rijk?

Ze staat aarzelend stil, en zegt, alleen om hem met vriendelijkheid te belonen, daar ze niet weet hoe dit anders te doen: ‘U moet boven gaan zitten, als u op een dame wacht. Hier is het lang niet warm genoeg.’

Ze bloost een beetje om eigen vrijmoedigheid.

Hij schokschoudert en glimlacht zwijgend; zijn ogen schitteren alsof hij koorts heeft.

Eigenlijk voelt Louise Diller een ongemotiveerd medelijden met hem, en als hij niet antwoordt, vindt ze daarin de moed, te vragen: ‘Kan ik iets voor u doen?’

Ze bedoelt: naar de ontvangsalon teruggaan, en kijken, of de dame, waarop hij wacht, gauw klaar zal zijn - of wellicht al is.

Juffrouw Diller heeft de statige teruggetrokkenheid van

[pagina 130]
[p. 130]

het dure instituut, waar men zulke dingen niet doet, nog niet helemaal doorgrond.

Hij beaamt schijnbaar verlegen: ‘Ja.... als u zoudt willen....?’

‘Wat dan?’ informeert ze glimlachend. Ze is een kapitaalkrachtige vrouw met een niet onknap gezicht en een dure mantel. Ze draagt orchideeën op haar kleren en spreekt met deftige mensen. Het is prettig, om een zo aardige fijngemanierde jongeman een plezier te kunnen doen.

Zijn antwoord is echter zelfs voor haar gemoedelijke levensopvatting onverwacht: ‘Ik zou graag een kop thee willen drinken.’

André ziet haar zoekende verbazing om hetgeen hij bedoelen kan.

‘Ik wacht hier al uren, en blijkbaar tevergeefs,’ legt hij snel uit. ‘En ik - ik verkeer in een allergekste situatie.... Ik kwam, om van een dame die ik ken, geld te vragen, dat ik haar laatst geleend heb.... al had ze me maar vast een béétje teruggegeven.... want ik.... nou ja.... ik heb gisteren een grote som moeten betalen.... en nu....’

Hij haalt weer de schouders op en blikt wat schichtig neer in de goede ogen. Zijn ontzettende honger en dorst ontnemen hem ieder gevoel van leugen. Een ogenblik wenst hij werkelijk niets meer van deze vrouw dan een warme kop thee.

Louise is geschrokken van de bekentenis. Eerst dacht ze, dat hij het op haar geld gemunt had, doch nu moet ze zijn armelijk snakken naar zoiets kleins wel geloven. Ziet haar upper ten-wereld er zó uit, achter de coulissen? -

Een heer, een gentleman..... die geen geld heeft om iets te drinken - -

‘Ik vind het - heel gezellig,’ zegt ze hoffelijk; doch haar nieuwsgierigheid eist nog een antwoord; ‘maar krijgt u dan thuis geen kopje thee....?’

‘Thuis? -’ herhaalt de jongeman. ‘Ik heb alleen maar een kamer, ergens in zo'n huurkazerne.... wie moet ik om thee vragen? -’

Och, nu begrijpt Louise de dringende blik in die won-

[pagina 131]
[p. 131]

derlijke ogen. Gisteren heeft hij dus zijn laatste geld uitgegeven....

‘En.... uw eten....?’ vraagt ze ademloos.

Beschaamd kijken de ogen van haar weg.

Hij realiseert zelf niet, dat zijn kameleon-aard zich richt naar haar medelijden.

Louise Diller begrijpt, begrijpt, begrijpt.... - alles, wat hij haar wil doen begrijpen. Ze is diep ontroerd. Wat een edel karakter moet je hebben, als je met zo'n honger en dorst een dame haar verloren beurs teruggeeft, zonder aarzelen....

Nu is er opeens, door zijn halve bekentenis, een grote intimiteit tussen hen gekomen, die zich niet wegcijferen laat door vormelijkheid.

Ze legt haar hand op zijn jasmouw en zegt hartelijk, blij om het kunnen-helpen en zijn gezelschap: ‘Kom mee. Ik vind het zo prettig, dat ik u ontmoet heb.’

Een lach breekt door zijn zorgelijke trekken. Hij buigt even het slanke hoofd en vraagt diep: ‘Jà?’

Zijn ogen verwarren Louise. Ze weet niet, of ze er een bede of een belofte uit leest, of alleen maar dankbaarheid.

Ze bloost nu nog dieper en antwoordt een beetje gedwongen: ‘Ja.... ik ben meestal alleen, en dan is gezelschap wel eens aardig....’

André voelt met ontstemming dat hij bijna te ver gegaan is. Hij retireert snel; verlegen zegt hij: ‘Ik had u niet moeten lastig vallen. Ik schaam me er zo over!’

Ogenblikkelijk geeft Louise toe: ‘Ik begrijp het wel. Maar het is heus een groot genoegen voor me.’

‘En ik heb zo'n ontzettende dorst,’ voegt André er nog bij, als in tweestrijd. De werkelijkheid helpt hem acteren, doch zijn lijden is nu al meer spel dan waarheid.

‘Natuurlijk,’ animeert Louise warm. Ze voelt zich opgedreven tot een aangename onrust. Verbeeld je, thee drinken met zo'n knappe jonge kerel!

Ze glimlachen beiden. Borger opent met zwierige attentie de grote deur voor juffrouw Diller. Als ze langs hem heen gaat is er een zweem van coquetterie in de lijn van

[pagina 132]
[p. 132]

haar hoofd en schouders. André aanschouwt het met zegevierende ogen.

Het leven is een grote, grote legkaart.

Geluk is: het vinden van het stukje, dat je juist nodig hebt, om voort te kunnen gaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken