Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spiegel aan de wand (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spiegel aan de wand
Afbeelding van Spiegel aan de wandToon afbeelding van titelpagina van Spiegel aan de wand

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.91 MB)

Scans (9.68 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spiegel aan de wand

(1969)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

27

Juffrouw Adrie neemt de rose telefoonhoorn op en draait een nummer aan: ‘Hallo.... Fräulein Inge.... ist Greta da....? Greta, jawohl-yes.... no.... no, I don't want you.... get along, Anita.... where is Greta....!?’

Haar ogen zijn pal op de lijst vóór haar gericht, maar toch ziet ze Mimi Daland met haar drie aanbidders.

Het zijn nutteloze fatterige jongens: een blonde, een rode en een bruine. Hun pakken zijn strak gesneden, met vierkant opgevulde schouders en dure overhemden.

‘Is dat poppetje polyglotte?’ informeert de rode.

Juffrouw Adrie bloost woedend, want juist nu komt An-

[pagina 139]
[p. 139]

toinette - ze plagen haar altijd in de personeelafdeling - aan de telefoon luisteren en babbelen: ‘Qui est là? Ici Antoinette, la plus élégante femme de la “Bella Monica”.’

Dat is een steek op Adrie's nieuwe zomerjurk.

‘Où est Greta?’ snauwt die.

Het meisje Daland proest met haar drie mannen.

‘Il y a une dame ici,’ zegt juffrouw Adrie. Ze ergert zich aan Mimi, die tussen de blonde en de bruine in hangt, met om elke hals een arm.

‘Spreekt ze ook Latijn?’ vraagt de rode.

‘Alleen over bepaalde onderwerpen,’ antwoordt de bruine.

Zonder aanleiding zegt juffrouw Adrie in de hoorn: ‘Il y a trois aujourd'hui.’ Ze richt de ogen nu wraakzuchtig op de jongelui. Niet alleen Antoinette zwijgt verbluft, maar ook de cliënte met haar bewonderaars. De dame de réception legt kalm het apparaat terug en doet alsof ze op de behandelingenlijst iets telt. Dan spreekt ze vriendelijk tegen het meisje Daland: ‘Als u misschien even wilt wachten,’ een handgebaartje naar de rose crapauds, ‘de assistente komt dadelijk.’

Ze ziet die mannen niet.

‘Een blauwkousje, niet?’ constateert de rode.

‘Bestaan niet meer,’ zegt de blonde.

‘Lang leve de vleeskleur,’ gooit de bruine er bovenop.

Mimi lacht kirrend. Ze distribueert een stralende blik en vraagt: ‘Blank of gebronsd?’

De rode knijpt haar in de bovenarm en beduidt: ‘Zó.’

‘Dus toch blauw,’ stelt ze vast. ‘Gemeen loeder, om me zo'n pijn te doen!’

De blonde en de bruine schateren en de eerste informeert: ‘Zijn die andere blauwe plekken ook van hem?’

Het meisje schudt met een naïeve beweging haar krullen terug en verslaat hem: ‘Je weet best, dat die bloedblaar van jou is.’

Ze lachen alle vier onbeschaamd, en ploffen op een canapé neer. Mimi zit speels op de knieën van de bruine

[pagina 140]
[p. 140]

jongen en geeft hem een beurt: ‘Het leven zou heerlijk zijn, als je benen niet zo hard waren.’

Maar hij kaatst terug: ‘Loop heen, schat! Als jij niet zo gek mager was, zou je zoiets niet voelen!’

En dan komt juffrouw Greta en ontwortelt de conversatie.

Zodra Mimi de jongens verlaten heeft, valt alle jongheid van hen af. Ze zijn mannen en zitten loom en onderuit gezakt, zwijgend naast elkaar te roken. Late nachten en sterke drank hebben hen vermoeid; voor zover ze nog belangstelling in 't leven tonen, trekt die naar cabine 5, waaruit soms een hoog lachje of een gedempte kreet als een kinderachtig vuurpijltje opschiet en hun gedachten wakker houdt.

Drie mannen die elkaar niet alleen met dat meisje vertrouwen en zodoende tezamen haar ophitsende kuisheid trachten te bewaken tegen elkander, tot een vierde haar uit hun verdwaasde spanning zal roven of zij ze in bittere kameraadschap zullen delen.

Want al begeeft Mimi Daland zich ook in de meest pikante gesprekjes, ze zoekt en vindt haar sterkte in een ontoegeeflijkheid, die wel tot zeer nauwe grenzen beperkt, maar daar ook absoluut is.

Hoor, weer een parelend snoer van lach-staccato'tjes.

Het leven is heerlijk en prachtig, van een benevelende zoetheid. Het was al mooi met twintig bewonderaars en één serieuze beminde.

Nog fijner was het, toen er drie-en-dertig aanbidders waren, en een man, om de beminde mee op te winden en achter zijn rug door gezoend te worden tot het leven niets meer leek dan een gul, warmbloedig, kortademig schateren.

Maar nu! Met ontelbare bewonderaars en drie geliefden?!

Je zou er haast in blijven! - Dikwijls heeft Mimi een gevoel, alsof ze alleen moet zijn, om door hard trappelen en luid gillen een uitweg te vinden voor haar niet te verstouwen levenslust.

[pagina 141]
[p. 141]

Alle mannen grijpen naar haar, met sterke handen en zuigende blikken en trillende woorden. En omdat ze met zovelen zijn, staat haar positie sterk. Ze lacht en juicht en danst. Haar gezichtje is omlijst door lichtblonde krullen, waarop bij tijden een precieus hoedje vlindert, en haar ranke jongemeisjesgestalte staat te kijk in tere wazige kleren, die brutaal accentueren of tergend verdoezelen. En haar schelle stem zingt: ‘Nee, nee, nee, nee’; elk ‘nee’ is een kogeltje, dat wondt. Ook tegen zichzelf zegt ze dat woord. O, natuurlijk is het wel eens heel hard. Maar als je telkens weer goed beseft, wat je verliezen zou, met éénmaal ‘ja’, dan stijgt de pijn van het weigeren je als razende tintelende wijn naar het hoofd tot je duizelt van geluk om je eigen kracht.

Eens zal ze ‘ja’ zeggen. Wie zal 't zijn: Piet, of Pol of Jerry? -

Nou, heerejé, dat weet ze nu nog niet! Misschien heeft ze dan wel veel ruimer keuze....

Vooreerst is 't zo wel lollig genoeg. Ze heeft er bijna helemaal door vergeten, dat ze naar Caïro wilde, en dat vader 't niet goed vond.

Midden onder de bestraling begint ze dan weer te praten. ‘Juffrouw Geertje, - kunt u vandaag mijn nagels polijsten inplaats van lakken? Ja, met tennissen en roeien krast de lak zo gauw af. En vertelt u eens - komt die juffrouw Lindes ook nog hier? Ja? Nee? Weet u dat niet? - Ach, maak nou geen flauwsies! Die juffrouw van Bob Rafen. Kent u Ráfen niet?! Gunst, juffrouw Greetje! Die zwarte jongen met dat zoete gezicht, die ook een paar dagen om mij heengedraaid heeft. Hè, u wìlt zich niets herinneren. Enfin, ik begrijp 't wel. Hoe vindt u mijn nieuwe stel? Wat? wàt?! slankmakend? - Nee, niet dit mantelpakje! Hahahaha! Ik bedoel die drie jongens in de salon, hahahahaha!! -’

Met elk lachje trekt ze de gevoelens van de drie wachtende mannen daarbuiten tot zich. Ze vlecht van hun hartstochten en wensen een sterke toom, waarin zij allen lopen zullen voor haar zegekar. En niet één zal steigeren,

[pagina 142]
[p. 142]

want de toom is ook een zweep, die striemen kan, in de handen van blonde Mimi Daland.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken