Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Winterverhalen (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van Winterverhalen
Afbeelding van WinterverhalenToon afbeelding van titelpagina van Winterverhalen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.05 MB)

Scans (13.30 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Winterverhalen

(1981)–Olaf J. de Landell–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

‘Ik zal het nooit weer doen’

Het was een uitgemaakte zaak, dat Wimpie een lastig, modern jongetje was. De enige, die hem baas kon, was oom Karel. Dit was op zichzelf een feit, dat alleen de moeder des huizes kon begrijpen. Oom Karel was een aardige jongeman, ietwat zwak: hij had last van flauwtes. Geen onderwijzer met verbeten pedagogische woorden, geen driftige Paps kon Wimpie tot rede brengen of aardige dingen leren. Maar als oom Karel zijn vriendelijke bruine ogen op de jongen richtte, of zachtmoedig zei: ‘Wim, dat had ik echt niet van je gedacht...!’ dan was het kind koest, dan schaamde het zich bodemloos.

Op Sinterklaasavond was dit allemaal van geen waarde. Wimpie bleek recalcitranter dan ooit. Hij gooide de poes met een hete aardappel, hij gaf tijdens het eten zo'n schop tegen de onderkant van de tafel, dat moeder zich verslikte en kleine Dippie begon te blèren. ‘Als Sinterklaas het had gedaan, vonden jullie het lollig!’ zei Wimpie.

‘Was oom Karel maar hier!’ zuchtte de vader des huizes.

Er werden Wimpie vreselijke dingen medegedeeld over mee-in-de-zak en zo.

‘Ze mogen wel een sterke zak nemen,’ bedacht hij.

‘Ik zal het Sinterklaas vertellen, als hij komt,’ zei de moeder toen. ‘Je moet dan maar es helemaal geen cadeautjes hebben, geen snoepgoed - niets.’

Haar oudste zoon blikte haar aan met nuchtere zakelijkheid. ‘Ik heb nog wat kauwgom,’ troostte hij zichzelf hardop. Er was niets prettigs met hem te beginnen.

 

Of het nu van al dat vermanen kwam of van zijn kwaad geweten - Wimpie kreeg in de loop van de middag en avond een haat tegen Sinterklaas. Die beroerde ouwe vent met zijn zwarte knecht en z'n bangmakerij! Het moest maar es uit zijn. Dat zei Wimpie's vader altijd, als hij zich opwond over iemand, ver achter de telefoondraad: ‘Het moet maar es uit zijn!’ Toen vader en moeder na het eten de kinderen om de piano meenden te scharen voor het zingen van

[pagina 26]
[p. 26]

liederen, welke de Goedheiligman mild moesten stemmen, vonden ze Wimpie voor het eerst die dag stil.

‘Ik zing niet voor die!’ zei hij stuurs. En ging uit eigen beweging naar boven.

De vader, sidderend van ontredderde voorpret, nu er dus cadeaus vergeefs op een beterschap-belovend jonkje zouden wachten, siste: ‘Wat hééft dat kind! Laat hem nou maar in bed blijven - ik wil hem vanavond niet meer zien!’ En zelfs de moeder overdacht met leedwezen, hoe moeilijk de terugtocht naar vergiffenis en lekkers zou zijn voor haar zoon.

Intussen steeg de spanning toch.

Minet van zes jaar en Keesje van vier begonnen zich zalig onbehaaglijk te voelen, nu de klok reeds kwart over zeven had gespeeld. En kleine Dippie gaapte overspannen met een verstolen duim in de hoek van de mond.

De piano gaf alle liedjes, die in hun pover aantal winters vrees en vreugde hadden samengevlochten: Zie ginds komt de stoomboot, Ik groet u Sint Nicolaas, Zie de maan schijnt door de bomen. Het waren hymnen met een mystieke achtergrond van rood-fluwelen mantels en witte schimmels.

 

Toen, nauwelijks had de klok halfacht gespeeld, klonk de voordeurbel.

‘Wie kan dàt zijn...?’ vroeg Paps, onbevangener dan gedurende het hele afgelopen jaar.

En moeder verhevigde haar pianospel, ‘Toe kindertjes, het kan Sinterklaas wel zijn!’

De heer des huizes begaf zich in de gang, waarbij hij de kamerdeur open liet, wat nooit mocht in de winter. Misschien was hij wel een beetje bang...

Hij liep door de vestibule naar de voordeur en opende die.

Een ogenblik stond de stilte levensgroot in het huis.

‘O, dag Sinterklaas!’ zei vader dan. ‘Komt u binnen!’ Hij ging opzij en hield hoffelijk de deur open, alsof die dicht zou kunnen klappen. En binnen schreed, waardig en verbijsterend van rood-en-goud, de goede bisschop.

Hij was alleen ditmaal - zijn knecht was klaarblijkelijk elders werkzaam. De Sint droeg in zijn wit gehandschoende hand een grote zak, die bol stond van veelbelovende geheimzinnigheden.

De kinderen, bij de piano glimpen opvangend van zijn staatsie,

[pagina 27]
[p. 27]

zongen met panische ijver.

Misschien heeft de vader des huizes die zak van de oude man willen overnemen - zij waren al dicht bij de kamer en hij stak hulpvaardig de hand uit. Zo ver kwam hij echter niet, want op dit ontroerende ogenblik riep Wimpie, verdekt opgesteld bij de kapstok: ‘Boe!!’

Paps stootte zijn hoofd, Mams sloeg een bitonaal akkoord aan, Dippie barstte los in gillend huilen, omdat ze stellig meende, dat Sint dit lawaai maakte.

En terwijl de ouders zich nog een vijftigste seconde trachtten te bezinnen op hun oudste zagen zij, hoe vreselijk Sinterklaas geschokt was. De goede Heilige stond even stil. Daarna stapte hij wankel de kamer binnen, greep zich aan de tafel vast, tolde half om en gleed ruggelings op de grond. Zijn mijter flapte naar voren als een torenspits in de storm. Onder de schoonheid van goud-broderie en witte kant staken twee zeer menselijke knieën omhoog, waarop zijn doodsbleek hoofd neerknikte. De staf en de zak waren hem ontglipt met naar gestommel.

De familie dook van feestvreugde in hevige ontsteltenis.

 

Wimpie had dit toch niet bedoeld. Toen hij aanschouwde, hoe innig menselijk Sinterklaas schrok, toen hij begreep hoe groot de gevolgen van zijn wraakzucht waren, schoot er een bibber door zijn lijf.

Met ijshanden sloop hij de kamer in, en stond verbijsterd naast Sint, die snel en nerveus door Paps werd ge-E.H.B.O.'d. De mantel los, de mijter af. Ach, dat arme, slappe, witharige hoofd... De prachtige baard die blauw leek tegen de geel-witte wangen.

‘Is 'ie dóód...?’ vroeg Wimpie sidderend aan zijn moeder, die inderhaast trachtte, de schelbrullende kleintjes weg te werken van het al te dramatisch tafereel.

‘Ga wèg!’ zei Mams tegen Wimpie en keek hem aan met rare, geschrokken ogen, alsof hij een nachtmerrie was. Zij dreef de andere kinderen snel naar de keuken, naar Gijsje, die de deur uit barstte, alsof ze door de muur heen alles had gezien.

Wimpie stond versuft. Het duizelde hem, als hij trachtte te overzien, dat hij Sinterklaas had vermoord. Al die andere kinderen, die tevergeefs zouden wachten...

Hij moest ervan slikken. Hij snoof zo hard als hij kon, want hij had natuurlijk weer geen zakdoek in z'n zak.

Maar opeens vermande het jongetje zich. Hij deed drie stappen naar het dressoir, schonk een glas water in, greep de fles eau de cologne

[pagina 28]
[p. 28]

van Mams en knielde als een dokter naast zijn vader.

Met praktische objectiviteit sprenkelde hij eau de cologne op z'n mouw en bracht die onder de neus van Sint, omdat er nu eenmaal niet zo gauw een zakdoek te vinden was.

‘Laat dat!’ grauwde Paps, en liet de slappe hand van de patiënt vallen, wat luguber bonsde op het tapijt. ‘Laat ons alsjeblieft alleen!’ bitste Paps half fluisterend. ‘Ga weg, ga wèg...!’ Dezelfde woorden als Mams had gebruikt. ‘Ik wil niet - dat je -’

Toen kwam er beweging in de patiënt, zodat Paps zweeg en het kind vergat.

Wimpie zat diep ellendig naast de groep. Hij keek naar het gelaat waarin de oogleden trilden, alsof Sinterklaas wilde ontwaken. Hij spiedde naar de hand zonder handschoen, die zo log op het vloerkleed was gevallen, daarnet...

- En die hand - die ontroerde hem nu juist zo...

Het was, alsof hij die hand kende... Ja, die brede nagels, de lange slanke vingers - dat was een goede, lieve - een bekende hand... De hand van Sinterklaas...

Hij hoorde hem kreunen. Paps sprak zacht en vriendelijk - zo héél anders dan tegen Wimpie-zelf...

Het jongetje stond op. Hij snoof een wonderbaarlijke bloemengeur. Dan zag hij de neergevallen zak met geschenken. Die was aan één kant nat, er stak een scherf van een fles doorheen. En rood vloeipapier, dat het linnen had gevlekt, als met bloed...

Wimpie begreep, dat Sint zijn moeder een lekkere fles odeur had willen geven, of zoiets... en dat er veel cadeautjes bedorven moesten zijn.

Zijn ogen gingen nog eens naar de hand.

Hij sloop de kamer uit. Hij viel ten offer aan een grenzeloos berouw, een wringende pijn, die in snikken uit zijn borst trachtte te ontsnappen. Hij ging de trap op naar zijn kamertje.

Op het bed liet hij zich voorover vallen, geen winterkoude voelende, niets meer horend of wetend dan zijn verdriet, de gewetenswroeging.

Zo vond Mams hem, toen ze later Minet en Keesje en Dippie naar bed bracht. Wimpie was ijskoud. Zelfs zijn haar was nat van tranen. Hij keek van zijn moeder naar de slaperige kinderen, met een wonderlijk rijp mannen-gezichtje, toen hij vroeg: ‘Is... Sinterklaas...’ hij zocht voorzichtig naar woorden, als om niemand te kwetsen, in welke gevoelens ook. ‘Is Sinterklaas ook zwak... net als... oom Karel?’

[pagina 29]
[p. 29]

Zijn moeder keek hem vorsend aan.

Iets in zijn kiese vraag ontroerde haar zo, dat ze hem streelde.

‘Ja,’ zei ze dan, ‘Sinterklaas valt ook zo gauw flauw...’

En met een hese piepstem zei haar oudste eindelijk, wat niemand hem nog ooit had kunnen ontwringen: ‘Ik zal het nooit weer doen...’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken