Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dye hystorien ende fabulen van Esopus (2013)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dye hystorien ende fabulen van Esopus
Afbeelding van Dye hystorien ende fabulen van EsopusToon afbeelding van titelpagina van Dye hystorien ende fabulen van Esopus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (23.04 MB)

ebook (27.60 MB)

XML (0.82 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Rijns



Genre

proza

Subgenre

fabel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dye hystorien ende fabulen van Esopus

(2013)–Gheraert Leeu–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§ Die sestiende hystorie hoe dat xanctus sijn huysvrouwe vant | ligghende al naeckt ende onghedect |

[Folio c3r]
[fol. c3r]


illustratie

ENde als xantus met sijnen studenten vernam sijn huysvrouwe op die coetse sla- | pende ende metten eers al bloot ligghende scaemde hij hem vtermaten zeere. | ende keerde sijn aensicht omme. segghende tot esopus. O ghij vuyle boeue wat be- | duydt dit Mijn lieue heer sprack esopus. doen ick die spyse op die tafel brachte | [5] seyde ick tot mijnder vrouwen dat sij die spyse een weynich wilde bewaren datse die | honden niet en atenEndeGa naar voetnoot140 sij seyde tot my dat haer eers billen ooghen hadden waerom- | me doen icse vant slapende hebickse te samen ondect ende naect gemaect op dat | haer eers billen soe vele te bet ende claerder sien mochten Waer op dat xanctus hem | seyde Ha snoode knecht du die my aldusdaneghe quackelinge te verstaen gheeft. | [10] als te ghecken met my ende met mijnder huysvrouwen Niet te min omme der goeder heeren | wille die alte hant hier sijn en sult ghij nv niet gheslaghen werden. maer die tijt sal | noch comen dat ick dij quader doot sal dooden ende laten steruen Ende daer nae seyde xanctus | tot esopus Siet wel toe dat in mijnen huyse niet en comen eenighe dwasen oft ydeoten. | Mer alleen die oratoren meesteren ende phylosophen Dit hoorende esopus ghinc sitten | [15] voir die poerten Ende als een vanden philosophen wilde ten huyse waert inne gaen. | begonste esopus te grymmen ende seyde tot hem. hont gaet binnen. Ende die phylosophe | meynde dat hij met hem ghegheckt hadde al toernich wesende ghinc van daer. ende | diesghelijckx deden oick meer andere Int eynde quam daer noch een ander redelijc | subtijl wesende den welcken hij dede dies ghelijckx Ende want die selue wijs was ende | [20] verdrachlijck soe antwoirdede hij soetelijcken Waeromme Esopus hem seyde dat hij | ten huyse boudelijcken inne soude gaen. Ende daer nae soe ghinc esopus tot sijnen | meester hem seggende datter gheen phylosophen in sijnen huyse ghecomen en wa | ren dan dese § Omme alle welcke dinghen xantus zeer rouwich was meynende | dat die andere met hem ghespottet hadden Ende des anderen morghens daer nae zo |

[Folio c3v]
[fol. c3v]

ghemoetteden hem die phylosophen ende seyden tot hem Xantus ghij hebt wel ghegec | ket met ons want die ghene die de poerte bewaerde al grymmende heeft hij ons | gheheyten honden Waerom zantusGa naar voetnoot141 dit hoorende was noch meer beroert ende droe | uegher dan te voren Ende riep terstont tot hem esopus ende seyde Du groue boeue ende croe- | [5] pel ende contrefayt mensche die ghene die ghij ontfangen soudt met groter eeren ende re | uerencyen die blameert ghij ende bescaemse ende hebt v boerte met hem. Ende esopus ant- | woirdede hem Ghij hebt mij beuolen dat ick in uwen huyse nyemant binnen en liet gaen | dan die wijse ende die philosophen Ende xantus seyde Du valsche mysmaecte boeue en | duncken v dese niet wijs ende phylosophen te wesen. Neent sprac esopus want als ickse | [10] toe ghesproken hebbe en hebben sijs niet wel verstaen mer als sotten sijn sij wech ghe | gaen sonder een woirt seGa naar voetnoot142 spreken Mer dese alleen heeft gheantwoirt wijslijc. Ende | daeromme so heb ick hem gherekent wijs te wesen ende niet die ander Want voirwaer hij | en is niet vroet die hem lichtelijck vertoornt in sijnen moet Dit hoorende die wijse ende alle | die phylosophen die daer teghenwoirdich waren loefden ende presen die antwoirde van | [15] esopus warachtich te wesen ende verwonderden hem seer van die subtijlheyt ende conste die | in hem was |

voetnoot140
atenEnde lees: aten Ende.
voetnoot141
zantus lees: xanctus.
voetnoot142
se lees: te.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken