Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Anansi tussen god en duivel (1997)

Informatie terzijde

Titelpagina van Anansi tussen god en duivel
Afbeelding van Anansi tussen god en duivelToon afbeelding van titelpagina van Anansi tussen god en duivel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.53 MB)

Scans (45.03 MB)

ebook (16.82 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

fabel
dierenverhaal/-epos


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Anansi tussen god en duivel

(1997)–Noni Lichtveld–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 67]
[p. 67]

Het land van de vrijheid



illustratie

Er waren eens twee Duitse herders, pfornschlegel en gezorenplatz, die gruwelijk strenge bazen hadden. Als Pforn of Gézo niet direct gehoorzaamden, dan kregen ze toch een pak op hun vel! Daarom waren ze ontsnapt aan de dictatuur en - terwijl ze elkaar nog helemaal niet kenden - op een schip gegaan als blinde passagier. Dat wil zeggen: ze waren aan boord gekropen op een plekje waar niemand ze kon zien en zijzelf ook geen hond, en geen hand voor ogen. Maar honden kunnen ontzettend goed ruiken, dus roken ze elkaars verschrikte hondenlucht en merkten dat ze om dezelfde reden in hetzelfde schuitje zaten. Vanaf dat ogenblik waren ze gezworen kameraden.

Na een paar weken kwamen ze in het land van de vrijheid, tenminste: dat dachten ze. Gelukkig was er geen hond die merkte dat ze tussen de benen van de passagiers van boord af glipten... Daar waren ze in dat Beroemde Land, ze renden de stad in, ze merkten niet dat na verloop van tijd de passagiers weer allemaal aan boord gingen om de reis voort te zetten. Ondertussen snuffelden ze overal rond en wat vonden ze daar? Eén café met vieze worstjes, één bioscoop met vieze filmpjes en een kerk met niemand erin. ‘Als dit de Vrijheid is, dan stelt het niet veel voor,’ zei Platz tegen Schlegel. ‘Misschien is er nog een andere vrijheid,’ zei Schlegel tegen Platz. Ze kwamen langs een enorm

[pagina 68-69]
[p. 68-69]

gebouw waar een bord hing: snuffelaars gevraagd. ‘Laten we hier ons geluk eens beproeven,’ zeiden ze tegen elkaar.

Ze gingen binnen in een fraai kantoor vol apparaten, waar de uitgekookte projectontwikkelaar Anansi achter een indrukwekkend bureau zat.

‘Wat kan ik voor u doen?’ vroeg de Gewiekste Spin.

‘Wij willen genieten...’, hakkelde Gézo. ‘...van het Land van de Vrijheid,’ vulde Pforny aan.

‘Van welke Vrijheid?’ vroeg Anansi. ‘Gastvrijheid, krimpvrijheid, kreukvrijheid, persvrijheid, belastingvrijheid?’

‘Allemaal tegelijk als het kan,’ zeiden ze.

‘Dat kost dan honderdduizend gulden, vijftigduizend voor ieder,’ zei Anansi en legde al zijn handen open op zijn glimmende bureau. Dat was een slag voor die honden, nog harder dan de knoeten van hun vroegere bazen.

‘Het kan ook goedkoper,’ zei Anansi. ‘Maar dan moeten jullie me helpen.’ Zo kregen Gézo en Pforn een baantje als snuffelaar. Anansi tikte een briefje op de computer en faxte dat naar allerlei vastelanden. Terwijl ze daar op antwoord wachtten liet hij een heleboel heerlijk eten komen van een Gevestigde Chinees.

Dat vonden die honden prachtig, ze waren diep onder de indruk van hun nieuwe baas, zodat ze niet eens merkten dat Anansi bijna alles zelf opat.

‘Zo,’ zei Anansi met volle mond. ‘Jullie krijgen een paspoort en een nieuwe naam, want niemand hoeft te weten waar jullie zitten. Je oude bazen zouden jullie weleens willen opsporen.’



illustratie

Nu heette Gezorenplatz voortaan gilga en Pfornschlegel was omgedoopt tot pasja lal. Een beetje rare namen, maar eigenlijk veel makkelijker dan de vorige. Ze kregen ook een vliegticket; daarmee moesten ze snel op reis naar een heilige stad.

Uit een koffertje met een compleet nieuwe outfit mochten ze een pak aantrekken, en dat waren toch een paar wonderlijke herenjaponnen! Maar Anansi zei dat ze op pelgrims moesten lijken, dan zouden ze niet opvallen tussen alle andere bezoekers van die Heilige Stad.

Zo gingen ze op reis en in de aankomsthal stond een klein ventje met een groot bord waarop geschreven was:

Herren gilga + pasja + lal

Dat waren zij! Ze mochten met hun koffertjes zó door de paspoortcontrole, omdat ze Pelgrims waren.

Het mannetje stelde zich voor als: ‘mo-isji aangenaam’. Hij droeg een morsige witte herenjurk en hij stonk een beetje uit zijn nek, maar dat kwam van de hitte in dat Heilige Oord. Moismoisi bracht de herders naar zijn huis, waar een hele familie van grote en kleine Moismoisi's hen opwachtte. Of liever: ze wachtten nergens op, ze gingen gewoon hun gang. Steeds als de gasten ergens binnenkwamen, vlogen er kleine Moismoisi's piepend onder het meubilair en daar moesten de groten dan vreselijk om lachen, zodat het een vrolijke drukte was.

Ze kregen een tweepersoonskamer en er werd lekker Surinaams gekookt in dat huis. Wat bewijst dat het betrouwbare personen waren.

[pagina 70-71]
[p. 70-71]

Op een nacht werden Gilga en Pasja tegelijk wakker. Ze roken duidelijk dat er iemand in hun kamer was! Door hun muskietengaas zagen ze het schijnsel van een piepklein zaklantaarntje... Een gedaante-in-herenjurk stond door een spleetje onder de deksel van hun koffertjes te woelen. Het kostte ze moeite om niet keffend boven op de indringer te springen en al hun tanden in zijn vel te slaan. Maar ze wilden eerst weten door wie - om wat - waarom daar in hun koffertjes werd rondgewroet... Het lampje ging weer uit; met hun perfecte hondenoren hoorden ze hoe om de beurt de koffers zachtjes werden dichtgedaan en hoe de spookgestalte weer naar buiten sloop.

Ze staken het licht aan en inspecteerden hun koffers. Niets te zien! Alles zat er nog in, precies op de plaats waar ze het zelf gestopt hadden. Zelfs hun oude vluchtkleren, die Ma Moismoisi de vorige dag eigenhandig voor ze in haar wasmachine had gestopt.

‘Raadselachtig,’ zei Gilga tegen Pasja. ‘Problematisch,’ beweerde Pasja tegen Gilga. ‘Afwachten maar, want de Nadere Instructies van Anansi zijn nog steeds niet gekomen.’

Ze moesten blijven waar ze waren, alsof ze aan de ketting lagen. Dus deden ze de hele dag of hun neus bloedde, kortom: als honden die hun snuffelvaardigheid zijn kwijtgeraakt. Maar de volgende nacht lagen ze weer op de loer en deden of ze snurkten. Ondertussen staken ze hun oren omhoog en hield hun neus alles scherp in de gaten. En ja hoor, na verloop van tijd sloop diezelfde herenjapon (dat rook je zo) weer naar binnen. Hij opende de beide koffertjes, de deksels gingen helemaal omhoog. Gilga kon een dreigend gebrom haast niet bedwingen en Pasja moest zijn snurkgeluid verdubbelen om over dat gebrom uit te komen. De indringer hoorde niets, zo ingespannen was hij bezig. Er klonk een scheurend geluid, alsof iemand een pleister van zijn vel aftrok - en daarop ging één koffer bijna onhoorbaar dicht. Daarna wéér dat pleister-lostrek-geluid en even later ging ook de andere koffer dicht. Waarna de gedaante snel de deur uitsloop.

Ze sprongen snuffelend uit bed. ‘Heb je 't geroken?’ fluisterde Pasja.

‘Dat was die gastheer van ons, Aangenaam!’ kwispelde Gilga terug.

Ze deden het licht aan en snuffelden in hun koffertjes.



illustratie

Ja, wisten ze algauw. Hier aan de rand van het deksel heeft hij gezeten met zijn muizentengels. En wat is dat? Die deksel is veel dikker dan vanmorgen... Wat! Hoe kan dat?

Ze ontdekten dat de beide deksels langs een klittenbandrandje konden worden opengeritst. In de deksels zat een zakje verborgen dat er van buitenaf uitzag als gewoon de voering van de koffer. Ze vonden in elk zakje drie krakende pakjes, niet groter dan een envelop.

‘Dat heeft die muis er dus zoëven ingestopt!’ stelde Gilga vast. ‘Wat heeft hij hier dan gisteren gedaan?’ vroeg Pasja.

‘Iets eruit gehaald misschien,’ zei Gilga. ‘Maar wat?’

Omdat ze dat niet konden ontdekken lieten ze die pakjes gewoon maar zitten waar ze zaten.

‘Want,’ zei Pasja, ‘die Aangenaam werkt toch ook voor Anansi? Misschien zijn het wel Geheime Nadere Instructies van onze gastheer die wij moeten meenemen voor Anansi.’

Aan het ontbijt zei heer Moismoisi dat hij van Anansi nét de Nadere Instructies had doorgekregen waarop zij zaten te wachten.

Ze moesten nog diezelfde dag op het vliegtuig om zich te gaan melden in het

[pagina 72-73]
[p. 72-73]

kantoor van Anansi. Daar gingen ze dan; zelfs de allerkleinste Moismoisi's waren niet verlegen meer en knuffelden hun vertrekkende gasten met opgewonden piepjes. Bij de douane ging alles weer vanzelf: met hun pelgrimspaspoorten werden zij en hun koffertjes meteen doorgelaten.

 

‘Aha!’ grijnsde Anansi achter zijn glimmende bureau met een grote sigaar tussen zijn tanden. ‘Is alles goed verlopen? Was het gastgezin gastvrij? Dan heb je de eerste vrijheid al binnen. Dit was natuurlijk maar een proef. Graag een verslag meteen, dan weet ik of jullie geschikt zijn voor een volgende snuffelmissie.’

De herders keken elkaar aan. Verslag? Omdat hun baantje ervan afhing vertelden ze alles: hoe ze die Witte Herenjapon betrapt hadden, hoe ze de geheime bergplaats in de kofferdeksels hadden uitgesnuffeld, en ze lieten Anansi zien dat daar Geheime Nadere Instructies in zaten. Ze zeiden ook dat ze dáchten dat er iets was uitgehaald.

Anansi was zeer tevreden met het verslag, en met de pakjes uit de koffers. ‘Uitstekend gesnuffeld,’ zei hij en schudde al hun handen tegelijk. ‘Jullie zijn geschikt voor moeilijker werk, jullie krijgen een opleiding als echte bedrijfssnuffelaars en daarna dadelijk een buitenlandse stage. Hier zijn vast jullie paspoorten met nieuwe namen, dan kun je daaraan wennen. Voortaan heten jullie paskwil en grijpstra. En hier is een voorschot.’ Hij gaf ze elk... één van de pakjes die ze zelf in de koffertjes hadden meegebracht. Daar stonden ze ineens op straat met een vette envelop vol geld. ‘Jippie!’ blaften ze vrolijk. ‘We gaan in een luxehotel met zwembad!’

Elke morgen moesten Gézo en Pforn op het kantoor van Anansi komen en dan werden hun hersens gewassen in een soep van vreemde feiten. Hoe ze heetten, waar ze geboren waren, op school gegaan, waar op de wereld ze allemaal gewerkt hadden.



illustratie

Ook kregen ze reken- taal- en spraakles van verschillende computers. En vervelend dat het was! Een slavenbestaan... Van al die dingen hadden ze nog nooit gehoord, en stamp dat dan maar eens in je kop tot je geen fout meer maakt!

Op een avond lagen ze bij het luxezwembad van hun hotel.

‘Wil jij eigenlijk Paskwil heten?’ vroeg Gézo aan Pforn.

‘Wil jij graag Grijpsta zijn?’ zei Pforn tegen Gézo. ‘Wéér zo'n ondergeschikte plaats met bazen boven je kop.’

‘Zoals baas Anansi,’ mompelde Gézo. ‘Dat is hier toch geen Land van de Vrijheid...’

‘Dan gaan we naar een Ander Land,’ zei Pforn. ‘Want als wij geen vrijheid hebben moeten wij vrijheid maken.’

Die nacht gingen ze naar het kantoor van Anansi. Ze stapelden alle computers in een vrachtwagen, behalve één, waarop ze de boodschap lieten staan: ‘Anansi, de Gouverneur weet overal van!’

Ze verkochten de computers aan het Openbaar Ministerie en van het geld kochten ze een zeiljacht met kapitein en al. Daarmee stoven ze de oceaan over naar het Volmaakte Land van de Vrijheid. Daar hadden Pforn en Gézo weer nieuwe namen, dat waren ze intussen zo gewend geraakt. Dit keer hadden ze het zelf bedacht: Pfornschlegel kortte zijn naam áf tot orny sly en Gezorenplatz kortte de zijne ín tot kay zoren. Zo bleven ze hun hele leven heten en al hun kindertjes ook. Daarmee hadden ze toch iets overgehouden van hun geschiedenis. Ze kregen een mooie loopbaan als snuffelaars bij de politie en daarna vestigden ze hun eigen bureau:

ZOREN & SLY
private investigators

Het is niet zeker of dat de gedroomde vrijheid was, maar één ding staat vast: het kostte Anansi heel veel tijd om zijn web weer in orde te krijgen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken