Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Anansi. De spin weeft zich een web om de wereld (1984)

Informatie terzijde

Titelpagina van Anansi. De spin weeft zich een web om de wereld
Afbeelding van Anansi. De spin weeft zich een web om de wereldToon afbeelding van titelpagina van Anansi. De spin weeft zich een web om de wereld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.19 MB)

Scans (157.14 MB)

ebook (14.89 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

sprookje(s)
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Anansi. De spin weeft zich een web om de wereld

(1984)–Noni Lichtveld–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 41]
[p. 41]

Hoe Anansi uit werken ging

M'Akoeba's kippenhok was leeg, zo leeg als de magen van haar elf-en-dertig spinnekinderen; daarom nam ze een baantje aan als plukster, op de plantage van de koning.

's Morgens als alle kinderen naar school toe gingen, vertrok ze met haar baby naar het werk. En's avonds kwam ze thuis met fruit en groenten, zoveel dat ze een deel voor vlees en rijst kon ruilen, en dat de tafel doorboog onder overvloed.

Maar: ‘Wat verbeeld jij je, Anansi!’ riep ze tegen haar spinnekerel. ‘Jij wilt eten en niet werken? De hele dag hang jij hier in je luie hangmat, en ík moet slaven als een gammel karrepaard. Pas dan tenminste op de baby of kom met me mee naar de plantage; daar is genoeg te doen.’

‘Wat je maar wilt, mijn allerliefste,’ zei Anansi, ‘als ik nu ook een bordje eten krijg, dan ga ik morgen met je mee en bovendien pas ik op baby.’

Het was een drukte in die tuin van Koning Kownoe... Wel honderd plukkers waren aan het werk, want allerlei moest tegelijk worden geoogst. Bananen waren rijp en kokosnoten; tomaten, kouseband, komkommers moesten geplukt en ingepakt en opgeladen worden. De taken werden uitgedeeld door Dagoe Waktiman, de grote waakhond van de Koninklijke Domeinen.

‘Zet baby daar maar neer onder die manjaboom,’ zei Ma Akoeba. ‘Ga af en toe eens kijken of hij een schone luier moet. Dan kan ik achterop gaan werken bij de sinaasappelplukkers, daar wordt het best verdiend.’

Anansi krijgt een taak bij het begieten van de moestuin, niet ver van de grote boom waar de bewaarplaats van de babies is. Een oude apedame, Oma Kwatta, houdt ze zoet; ze laat ze schommelen op haar staart en zingt een liedje voor ze, waarna ze allemaal in slaap sukkelen en Oma Kwatta ook.

Zodra B'Anansi zich een beetje moe voelt worden van het groenten sproeien, gaat hij een kijkje nemen bij zijn kind. Hij kan dan even zitten en met Oma babbelen en ondertussen zoekt hij in Ma Akoeba's grote draagtas een fles bananepap of een verschoning voor de baby.

‘Jij hebt een mooi en rustig baantje, Oma Kwatta,’ beweert Anansi. ‘Het beste werkje van de hele tuin.’

‘Kom kom,’ zucht de oude dame. ‘Het is wel zwaar voor mij, ik kan niet goed meer zien... Ik doe het eigenlijk alleen om geld te kunnen sparen, zodat ik een bril kan kopen. Ik wil al lang eens naar de brilledokter gaan, maar als ik werken moet, kan ik niet weg...’

‘Neem morgen dan een vrije dag. Ik kan uitstekend voor die babies zorgen, ik neem gewoon die dagjouw taak erbij!’ belooft Anansi enthousiast.

‘Dat is heel aardig van je, Ba Anansi,’ zegt Oma Kwatta. ‘Kijk jij eens even wat dit kind hier in zijn mond heeft... Is dat een sliertje drop of is het een hagedissestaart?’

De tweede dag brengt Anansi zijn baby weer onder de manjaboom. Hij sust de kindertjes, zingt liedjes zoals hij van Oma Kwatta heeft gehoord en doet een dutje terwijl alle babies slapen. Maar dan komt Waktiman daar langs en roept: ‘Hé, ben jij mal! Daarvoor betaal ik jou niet uit met fruit en groente! Kom luie spin, je moet pompoenen sproeien in de moestuin.’

‘Pardon, pardon...’ knipoogt Anansi slaperig. ‘Ik neem vandaag voor Oma Kwatta waar, die heeft een snipperdag. Ze moet een bril gaan kopen in de stad. En iemand moet toch voor de babies zorgen?’

[pagina 42]
[p. 42]

‘Vooruit dan maar,’ moppert Hond Dagoe. ‘Maar morgen neem je weer de tuinslang op.’

Die avond als ze thuis zijn, zegt Akoeba: ‘Ga morgen maar alleen naar de plantage, als ééntje werkt verdienen we genoeg. Dan kan ik hier het huis weer eens goed poetsen, en op de baby passen vind ik zelf ook leuk.’



illustratie

De derde dag is Oma Kwatta weer terug; ze

[pagina 43]
[p. 43]

heeft een bril gekocht maar durft hem nog niet goed te dragen, hij zit in een mooi zakje in haar tas. ‘Hallo Anansi zegt ze blij als ze hem ziet. ‘Waar is je baby? Ik heb een leuke dag gehad. Is alles goed gegaan?’

‘Voortreffelijk, het was gezellig met de kleintjes. Mijn baby breng ik straks, hij is nog bij Akoeba. Ga rustig slapen als je wilt, dan zet ik hem wel neer.’

Anansi moet weer aan het werk gaan in de groentetuin. Daar staan de scheppen en de kruiwagens al klaar; de zware tuinslangen en gieters en groentekistjes... Anansi wordt al moe als hij dat allemaal ziet.

Maar wat hangt daar nog aan een boomtak? M'Akoeba's grote tas met babyspullen. Anansi krijgt een prachtidee. Hij neemt de tas mee in een struik vlakbij de manjaboom, hij zoekt een hemdje uit, een klein wit mutsje, en speldt zichzelf behendig in een luier; dat werkje heeft hij in de laatste dagen goed geleerd. Zo uitgedost neemt hij een grote sprong: daar zit hij al te kraaien tussen de andere babies. De oude Kwatta zit te knikkebollen met een kind op schoot en ze heeft niks gemerkt.

Zo luiert en zo sluimert Ba Anansi heerlijk in zijn luier, tot Oma Kwatta langskomt om te voelen wie van de babies al een droge luier moet. Ze knijpt hem in zijn luierbuik en: ‘Gie-gie...’ hij heeft de grootste moeite om niet in geschater uit te barsten bij dat kietelig gevoel.

‘Godgod, dat spinnejong is flink gegroeid,’ mompelt de oude apedame. ‘Ik wist niet dat dat zo een flinkerd was!’

Een paar uur later moet Anansi vreselijk poepen. Wat nu te doen? Hij kan toch moeilijk op gaan staan als babietje om naar het huisje-van-gemak te lopen? Hij moet het ophouden tot hij naar huis kan gaan.

Maar dan komt Koning Kownoe langs met zijn gevolg van koninklijke dochter Paloeloea; eens in de week komt hij zijn tuinen inspecteren. Ba Dagoe loopt voorop met nog wat honden, zijn neefjes-medewerkers van de lijfwacht.

‘Kijk sire,’ zegt de waakhond opgewekt, ‘U kent de baby-crèche van Oma Kwatta? Prinses, wilt u de babietjes bekijken?’ Prinses Paloeloe lacht en Kownoe knijpt de kleintjes in de wang.

‘Ze zien er prachtig uit,’ zegt hij. ‘Ik zie dat Oma prima voor ze zorgt...’ Ineens kijkt hij verstoord in het rond.

En alle honden slaan verschrikt aan het snuffelen. ‘Er is geloof ik eentje...’ zegt Koning Kownoe, ‘die een verschoning nodig heeft...’

‘O-o-o!’ roept Oma Kwatta verschrikt. ‘Dat kan... elk kindje stinkt wel eens...’

‘Maar dit... dit is afschuwelijk!’ fluistert Paloeloea. Haastig gaat Oma langs het rijtje van haar zorgekinderen. Helemaal achteraan slaat een geweldige stank haar in de neus; een heel beschaamde baby houdt zijn kop met klein wit mutsje tussen al zijn poten.

Grootmoeder Kwatta maakt alvast een speld los van zijn luier, dan haalt ze haar gloednieuwe bril te voorschijn en zet hem op haar oude apeneus. Terwijl het koninklijk gezelschap half staat afgewend pakt ze die kop omhoog, en kijkt in het gezicht van...

‘Wat..! Anansi...’ Oma is sprakeloos.

Ba Dagoe Waktiman springt bijna uit zijn vel. ‘Jij luie stinkerd!’ blaft hij razend. ‘Jij stinkende werkschuwe schuinsmarcheerder!’

‘De tuin uit!!’ dondert de koning.

Terwijl Prinses en Oma gillen van schrik en Koning Kownoe vloekt als rollend onweer wordt Ba Anansi met fladderende stinkluier en honden keffend jagend achter zich, smadelijk weggejaagd van de plantage.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken