Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De wereld in! Serie 2. Deel 3 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van De wereld in! Serie 2. Deel 3
Afbeelding van De wereld in! Serie 2. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van De wereld in! Serie 2. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.76 MB)

Scans (113.37 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De wereld in! Serie 2. Deel 3

(1911)–Jan Ligthart–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]

9. Drie bromtollen.

illustratie Willem trok den grooten muziektol af, dien hij op zijn verjaardag had gekregen. Wel, wat bromde dat ding! Je kon hem haast buiten hooren. En wat een mooie kleuren! Als hij doodstil stond en dan zoo mooi zong, dan was het een plezier, er naar te kijken en te luisteren.

Moeder, Vader en oom Jan bewonderden den tol ook.

‘Hoe komen ze toch op het idee!’ zei Moeder. ‘Door dat gaatje op zij maakt hij zeker muziek?’

‘Ja,’ zei oom Jan, ‘je moet niet vragen, hoe de menschen op zoo'n idee komen. Dat kom je toch niet te weten. Want nu denk je misschien, dat die dingen alleen bij ons voorkomen. Maar de kleine bruine jongens in Indië hebben net zoo goed hun bromtol.’

‘Ook zoo'n mooien?’ vroeg Willem.

‘Niet met kleuren, en ook niet van blik, maar toch een heel aardigen.’

‘Hoe is die dan, Oom?’

‘Och, heel eenvoudig. Je weet wel dat bamboe uit stukken bestaat, niet waar?’

‘Neen Oom, hoe bedoelt u?’

[pagina 40]
[p. 40]
‘Wel, er zijn immers van die ringen aan het bamboe? Nu, tusschen twee ringen heb je een lid. En dat lid is hol. Nu snijden ze een lid af met twee ringen. En waar zoo'n ring is, daar is het bamboe niet hol. Die ring is dan ook eigenlijk een schijfje in den stengel.

illustratie

In het midden van de twee schijfjes boren ze een gaatje, en daar steken ze een stokje door of meestal een beentje. Ziezoo, klaar is de tol. Maar nu moet hij nog brommen. Daarvoor krijgt hij een gat in zijn lijf. En nu kan hij draaien en brommen allebei. Zou jij ook brommen, als ze je een gat in je lijf staken?’

‘Of ik! Maar Oom, vertel u nu meteen van een tijgerjacht.’

‘O jou bengel! Je denkt, we zijn nu toch eenmaal in de Oost. Nu kunnen we meteen wel op de jacht gaan. Nu goed, je zult je zin hebben. Maar de geschiedenis zal heel wat anders wezen, dan je denkt. De Javanen hebben niet zooveel zin, om in 't veld op den tijger te jagen. Ze vangen hem liever in een val.’

‘En hoe ziet zoo'n val er dan uit, Oom?’

‘Ik heb zelf eens meegeholpen, om er een te maken. Eerst sneden we hooge, dikke bamboes. Je weet immers nog wel, hoe hoog de bamboe kan groeien?’

‘O ja, meer dan een huis hoog.’

‘Juist. Maar zúlke hooge moesten we niet hebben.

[pagina 41]
[p. 41]

Die zouden wat al te hoog zijn geweest. Die bamboes nu zetten we, vlak naast elkaar, stevig in den grond, net als palen. En juist in een kring.’

‘Heelemaal afgesloten?’ vroeg Dina.

‘Ja, heelemaal. Maar vóór de kring afgesloten was, ging er een geit in met een goede hoeveelheid eten en drinken.’

‘En werd die toen opgesloten?’

‘Precies geraden.’

‘Och, dat arme beest!’

‘Ho, ho, wacht even! Je weet immers niet, wat er

illustratie

met dat beest gebeuren zou? Om dien kring maakten we een tweeden kring van hooge bamboepalen, zoodat er tusschen beide kringen een smal gangetje was, zóó smal, dat een tijger er wel in loopen kon, maar er zich niet in kon omdraaien.

Nu maakten we in den buitensten kring een deur, al weer van bamboe. Die deur ging naar binnen toe open, maar stuitte dan tegen den binnensten ring, omdat de deur breeder was dan het gangetje.

[pagina 42]
[p. 42]


illustratie
De tijger loopt eerst om de val en dan er in.


[pagina 43]
[p. 43]

Wat moest er nu gebeuren? De geit moest 's avonds of 's nachts blaten. Daar moest de tijger dan op afkomen. Die moest om den buitensten ring loopen. Eindelijk de deur vinden, en die openduwen. Dan het gangetje ingaan. Dit rondloopen, om de geit te zoeken. En aan den anderen kant er weer uitloopen? Neen, dat kon hij niet. Daar móést hij tegen de achterzij van de deur duwen, zoodat die dichtviel. Dan de deur voorbijloopen. Weer het gangetje rond. En zoo maar aldoor voort, zonder er uit te kunnen, en zonder de geit te vinden.’

‘Maar Oom, kon hij er dan niet overheen springen?’

‘Daarvoor was het bamboe te hoog.’

‘Kon hij dat bamboe dan niet stukbijten?’

‘Een tijger bijt niet gauw in bamboe. Daardoor krijgt hij leelijke splinters in den bek. Neen, de deugniet mocht ronddraaien en brommen...’

‘Net als een bromtol,’ zei Willem.

‘Juist. En zoo gebeurde 't ook. Onze tijger liep in de val, en den volgenden morgen werd hij geschoten.’

‘Maar dat is nu toch geen echte jacht, Oom?’

‘Omdat er een val bij gebruikt is? Moet een echte jacht dan gevaarlijk zijn?’

‘Ja, ja, dan moeten ze met een tijger vechten.’

‘Nu, ga jij dan maar op een echte jacht. Maar ik zou je danken.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken