Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De wereld in! Serie 2. Deel 4 (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van De wereld in! Serie 2. Deel 4
Afbeelding van De wereld in! Serie 2. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van De wereld in! Serie 2. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.60 MB)

PDF van tekst (5.52 MB)

Scans (55.16 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/schoolboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De wereld in! Serie 2. Deel 4

(1912)–Jan Ligthart–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 68]
[p. 68]

14. De vijfde vertelling ven Vader. De meter van den meester. 1.

illustratie Toen ik nog een schooljongen was - zoo vertelde onze meester - was ik een eerste vechtersbaas. Altijd stond ik klaar, om mijn vuisten te gebruiken. En als een jongen me onderweg maar een beetje ongewoon aankeek, vroeg ik dadelijk: ‘Vechten?’ Was hij klaar, dan was ik ook klaar, en binnen eenige oogenblikken lagen we in het stof of in de modder of in de sneeuw te rollen, al naar de tijd van het jaar was. Dan stonden we na een poosje weer op, bestoft, bemodderd of besneeuwd, we keken elkaar nog eens kwaad aan, en gingen verder ieder onzen eigen weg.

Natuurlijk was ik meestal de aanvoerder, wanneer onze klas of onze school in oorlog was met een andere school. Dan was er een jongen noodig, die voorop durfde gaan, die den vijand dorst aanvallen, om hem op de vlucht te jagen - en geen van al de jongens was daar zoo brutaal in als ik. Als de meester er achter kwam, dat

[pagina 69]
[p. 69]

we vochten, was er ook meestal geen een jongen, die zooveel straf opliep als ik. Van alles kreeg ik zoo de grootste portie: klappen van de vijanden, en straf van den meester. Ik begrijp zelf niet, hoe ik nog zelf meester ben geworden. Maar als een meester goed klappen moest kunnen uitdeelen, ja, dan was ik er een beste voor, want daar ben ik al vroeg een baas in geweest.

Mijn ouders hadden veel last en veel verdriet van mijn vechtlust. Telkens kwamen er klachten aan de deur, en als de vreemden niet kwamen klagen, dan klaagden mijn eigen kleeren, die er soms erg smerig en gescheurd uitzagen. Ik nam me wel dikwijls voor, om niet weer te vechten, maar als er iets aan de hand was - weg was ineens mijn goede voornemen, ik dacht er niet meer aan, en ik had mijn tegenpartij al te pakken. Het berouw kwam altijd te laat.

En toch - je zou het haast niet gelooven - toch ben ik in één dag omgekeerd. Vóór dien dag vocht ik op zijn minst driemaal in de week - nà dien dag deed ik het nooit weer. En hoe dat wonder is gebeurd, dat wil ik je nu eens vertellen.

't Was weer oorlog. Groote benden jongens zwierven met stokken en riemen langs de straten. Soms gingen ze eensklaps aan 't hollen, net als een zwerm vogels, die plotseling opvliegt. Dat was dan, wanneer ze den vijand zagen, of als ze roken dat er een agent in de

[pagina 70]
[p. 70]

buurt was. Luid joelend en schreeuwend draafde dan de troep weg, om in de verte, bij een hoek van een straat, een oogenblik uit te zien, of de agent ze achterop kwam, of wat de vijanden van plan waren.

Op een morgen waren we met een stuk of tien jongens een beetje vroeg aan school. 't Was nog maar acht uur, en om half negen mochten we pas naar binnen. Waarom we zoo'n tijd vooruit daar stonden, begrijp je wel. Het kon soms wezen, dat de vijanden er voorbij kwamen, en dan zou het toch jammer zijn, als wij ze niet konden begroeten.

Daar had je 't lieve leven al. Een troep van wel dertig jongens kwam de gracht op, waar onze school stond. Op zoo'n massa hadden we echter niet gerekend. Tien tegen dertig - dat was te kras. En wij moesten ons terugtrekken, eer de vijand op ons losstormde.

Dat terugtrekken ging nogal gemakkelijk, want het schoolgebouw stond niet aan de gracht tusschen de andere huizen, maar een heel eind naar achteren. We moesten eerst een tamelijk lange gang door, voor we op de groote binnenplaats kwamen, waar de school gebouwd was. Die gang was heelemaal overdekt, en kon aan de gracht worden afgesloten door een zware, houten deur. Wat deden we nu? We trokken de gang in, sloten de deur, schoven den grendel toe, en voelden ons veilig in dit nieuwerwetsche kasteel.

[pagina 71]
[p. 71]

Voor de vijanden was het echter al een groote overwinning, dat wij ons teruggetrokken hadden. Ze schreeuwden het uit van blijdschap, en renden op de deur los. Openen konden ze die niet, maar bombardeeren met steenen, dat ging best. En ze smeten klinkers en keien tegen de deur aan, dat het door de lange gang dreunde, en de buren naar buiten kwamen, om de ruziemakers weg te jagen. Doch voor die buren gingen ze met hun dertigen niet op den loop. Zoolang er geen politie aankwam, bleven ze, en bestormden ze ons kasteel met steenen en stokken en beenen. Ja, ook de beenen deden dienst; de hakken werden haast stukgetrapt.

‘Kom er uit, als je durft!’ schreeuwden ze van buiten. Wij hielden ons doodstil.

‘Jullie durft niet!’ En de steenen bonkten weer tegen de deur. Met twee steenen konden ze al een boel doen, want telkens konden ze die weer oprapen, om er opnieuw mee te bombardeeren.

Eindelijk werd het mij te erg. Niet durven? Zou ik niet durven? Al was ik alleen, dan zou ik nog niet bang voor ze zijn! Ik een lafaard? Dat nooit! En ik zei tegen mijn kameraden: ‘Willen we een uitval doen?’

Ja goed, maar hoe? We hadden geen stokken bij ons, en ongewapend zouden we het zeker verliezen.

‘Ik weet wat,’ zei een kweekeling van 14 jaar, die altijd nog met ons meespeelde, ‘ik zal den meter van school halen.’

[pagina 72]
[p. 72]

‘Goed, goed!’ riep ik. ‘En geef hem dan aan mij, dan ga ik vooruit. Eén doet ineens de deur open, en de anderen stormen naar buiten. Dan sla ik er op los, en jullie neemt hun gauw de stokken en riemen af. We moeten hun zóó gauw op 't lijf vallen, dat ze in 't eerst van den schrik niet weten, wat ze doen.’

Afgesproken. De kweekeling haalde den vierkanten meterstok, ik nam hem aan, en hield me klaar, om naar buiten te vliegen.

‘Eén, twee, drie - open!’ riep ik.

De deur was ineens open, en ik holde er uit, zwaaiende met mijn stok, en zonder te kijken wie of wat ik raakte.

Dat hielp. De vijand stoof achteruit. En dat maakte, dat ik weer verder naar voren drong, met mijn makkers achter me. De meterstok suisde door de lucht, en 't was alleen maar jammer, dat ik er geen vijanden mee neer kon slaan. Vooruit! Zwaaiend en slaande langs de stoep, die voor het naaste huis stond. Maar plotseling gebeurde er het ergste, wat me op dat oogenblik gebeuren kon. Ik sloeg den stok per ongeluk tegen de steenen stoep aan, en wel met zúlk een kracht, dat de stok in tweeën brak en het grootste eind de lucht in vloog. Een klein stukje hield ik in mijn hand.

‘Hoera! Hoera!’ jubelden de vijanden. Ze raapten gauw het groote stuk op, en renden nu weer op ons los. Gauw holden we achteruit, de gang in; dadelijk de deur

[pagina 73]
[p. 73]
toe, en daar stonden we nu weer, hijgend van inspanning, en woedend over het geschreeuw en gejubel van de bende

illustratie

daarbuiten. Ik had het kleine stukje nog vast - en huilde van drift en woede.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken