Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 1 (1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 1
Afbeelding van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.18 MB)

ebook (3.20 MB)

XML (1.01 MB)

tekstbestand






Editeur

Lodewijk Mulder



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 1

(1882)–Mark Prager Lindo–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 31]
[p. 31]

Brieven en uitboezemingen van den ouden heer Smits.

I.
Eene kleine uitweiding over eene dissertatie.
Aan zijn oudsten Zoon.

Beste Jongen!

 

Het doet mij veel genoegen te vernemen, dat gij met zooveel succes gepromoveerd zijt, en dat gij eindelijk het onwaardeerbaar voorrecht hebt verkregen, het Mr. vóór uw naam te zetten. Daar het verkrijgen van dien titel ú zooveel moeite en mij zooveel geld heeft gekost, moeten wij beiden ons verheugen, niet tevergeefs gewerkt te hebben; dat doe ik dus met u van ganscher harte en ben u zeer dankbaar voor den fraai ingebonden afdruk uwer dissertatie, dien ik verleden week per diligence ontving. Daar ik geen woord Latijn versta (gelijk u bekend is, mijn zoon!) kan ik niets van den indruk vertellen, dien de inhoud van het boekje op mijn vaderlijk hart heeft gemaakt. Zoo echter al de dingen, die cursief gedrukt zijn, en aan den voet van de pagina's staan, aanhalingen verbeelden, dan is dit boekje vol geleerdheid, - van anderen namelijk, niet van u zelven, - en dat bewijst voor uwe bescheidenheid, zoo niet voor uwe kennis. Ook doet het mij genoegen, uit de menigte Grieksche letters, die ik er in gezien heb, te ontdekken, dat gij die taal nog niet zijt vergeten, hoewel ‘een rechtsgeleerde hoegenaam geen Grieksch noodig heeft,’ zooals gij zelf zegt, en vele anderen dagelijks door hun onbekendheid met die taal trachten te bewijzen.

De overige dissertaties, welke met den afdruk voor mij aankwamen, en die mij ƒ1.351½, cents aan port kostten, heb ik, volgens het in uw brief liggend lijstje, rondgezonden, met kaartjes, die ik,

[pagina 32]
[p. 32]

op uw verzoek, heb doen lithographeeren met het Mr. vóór uw naam - dat heeft weder ƒ2.50 gekost.

Daarentegen heb ik, in den loop van de week, ook ontelbare kaartjes terugontvangen, die tot uwe dispositie liggen en enkele bezoeken van oude vrienden: - onder anderen van den kantonrechten. Gij weet hoeveel prijs ik op zijn oordeel stel, en ik vroeg hem, dus dadelijk, wat zijne meening was van uwe dissertatie. Het speet mij te moeten hooren, dat hij die nog niet uitgelezen had; maar uit zijne verklaring, ‘dat het boekje er nog al goed uitzag, voorzoover het hem reeds bekend was,’ eene verklaring, die sedert dien dag allen hebben afgelegd, die ik het hart heb gehad, om daarnaar te vragen, schepte ik moed en ging gisteren bij hem in de hoop, dat hij het nu eindelijk zou uitgelezen hebben. Dat was echter niet het geval, want ik vond het boekje, met stof bedekt en onopengesneden, op de kleine tafel bij het venster in zijne studeerkamer liggen; ditmaal verzekerde hij mij echter, ‘dat het er zelfs zeer goed uitzag!’ Ik verklaarde daartegen, dat mijn afdruk er nog veel beter uitzag, zoo prachtig ingebonden en verguld op snee, en toen zijn wij aan het praten geraakt over het budget enz., en hebben u en uwe dissertatie verder vergeten. Nog een enkel woord over het boekje. Het is aan mij opgedragen, - zooals gij mij vertelt, - ‘volgens het aloude gebruik, dat in overeenstemming is enz.’ - Mijn lieve zoon, het is een dwaas gebruik al is het nog zoo oud, om iemand een boek op te dragen, dat hij niet lezen kan; het heeft veel van eene persiflage; overigens behoeft een vader geene dergelijke openbare bewijzen van hulde van zijn zoon te ontvangen, en ik ben u dus voor die opdracht volstrekt niet dankbaar.

Voor het geld om uwe beeren, gelijk gij ze noemt, af te doen, kunt gij op mij trekken; ik heb er niets op aan te merken; alleen, dunkt me, dat de onkosten uwer promotie-partij enorm zijn; en gij hebt gelijk met te veronderstellen, dat men u leelijk afgezet heeft; gij beklaagt u zelven als ten dien opzichte een slachtoffer der omstandigheden, ik verbeeld mij echter, dat ik het wezenlijke slachtoffer ben, gij niet; want gij verzekert mij, dat gij ontzettend veel pleizier voor mijn geld hebt gehad. Uw neef echter, de notaris, vertelt aan den een en ander, dat gij reeds met de soep van de tafel zijt verdwenen. In dat geval, hebt gij de soep gemist van al de toosten, die men op u ingesteld zal hebben, en ik wensch er u geluk mede!

Er moet nog aan een geschenk gedacht worden voor den professor, die uwe dissertatie heeft nagezien, en gij zijt zoo goed mij daarover te raadplegen; - als ik dat geschenk betaal, dunkt mij, dat het al wèl is; het denken enz. blijve voor uwe rekening. Ééne gedachte is slechts bij mij opgekomen, terwijl ik al het onnoodige geld optelde, dat uwe inwijding in den geleerden stand heeft ge-

[pagina 33]
[p. 33]

kost, namelijk die, dat hoewel ik het betalen kan, zonder mij zeer in mijne uitgaven te moeten bekrimpen, ér toch eene groote som op eene bespottelijke wijze verspild is, voor welke èn gij èn anderen veel meer en redelijker genot hadden kunnen hebben.

Dit is misschien eene dwaling van uw ouden, onnoozelen vader, maar ik kan het niet helpen, en verblijf toch, in afwachting van spoedig een wissel, door u op mij afgegeven, te zien opdagen,

Uw liefhebbende vader.

 

P.S. Ik moet nog een enkel woordje hierbij voegen; laat toch de eeuwige herhaling van ‘ploert’ en ‘ploerterij’ en ‘ploertendom’, waarmede uw brieven opgevuld zijn; het verveelt mij nu, daar gij geen student meer zijt. Overigens weet gij volstrekt niet, wat echte ‘ploerten’ zijn. Misschien zal ik het u eens nader uitleggen. - Mijne kiespijn is beter.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken