Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2 (1883)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2
Afbeelding van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.42 MB)

ebook (3.24 MB)

XML (1.10 MB)

tekstbestand






Editeur

Lodewijk Mulder



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volledige werken van den ouden heer Smits. Deel 2

(1883)–Mark Prager Lindo–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

V. Brief van Clementine aan hare vriendin Auguste.

Lieve Auguste!

 

Gij zult zeker eene beschrijving van het groote bal bij de De Kwiks van mij wachten, en eer ik daarheen ging, was ik ook voornemens u een heel uitvoerig verhaal van alles te geven: nu het voorbij is, ben ik van plan veranderd; - want waarlijk, ik heb niets te vertellen, dan dat ik den heelen avond door gedanst, - en mij uitnemend geamuseerd heb, - in weerwil van al de flauwe complimenten, die ik aanhooren moest, en die, zooals mijnheer Van Langhorst opmerkte, uiterst vleiend waren voor den kapper en de modemaakster en mijn vroegeren dansmeester. O Gusje-lief, ge hebt geen denkbeeld van zoo'n wonderlijk mensch als die mijnheer Van Langhorst! Het is om er bang voor te worden, zooals hij alles ziet en opmerkt, en hoe hij de kunst verstaat, zoo met een half woord zooveel te zeggen als een ander in een heel uur. Hij heeft slechts ééne keer met mij op het bal gedanst en ik was veel minder op mijn gemak met hem dan met iemand anders, hoewel, ik volstrekt niet weet waarom, en hij niets hoegenaamd zeide, dat mij verlegen moest maken, maar integendeel mij liet doorbabbelen, en zelf slechts enkele woorden sprak. Na den dans kwam oom naar ons toe en knoopte weder een gesprek aan over iets, daar ik geen verstand van heb, dat op het ministerie gaande is, en waarover hij reeds vroeger in den avond met hem gepraat had, en mijnheer Van Langhorst scheen oom eenige belangrijke wenken te geven, want deze was zeer getroffen door hetgeen hij zeide en eindigde met hem te vragen, den volgenden dag en familie bij ons te komen eten, om de zaak nader te bepraten. Dit verwonderde mij zeer na hetgeen tante van hem gezegd had; maar tante zelve herhaalde de invitatie kort daarna, en nam later de gelegenheid waar, mij te zeggen, dat mijnheer Van Langhorst oom zeer verplicht had, en dat men hem door een dergelijke invitatie dat geheel en al vergoedde, - zonder dat ze hem daardoor het recht gaf, om zich ‘des nötres’ te rekenen. Mijnheer Van Langhorst echter scheen van een ander denkbeeld te zijn; want hij aarzelde lang eer hij ja zeide, en deed dat eindelijk met een glimlach en eene kleine buiging, die duidelijk te kennen gaven, dat hij de uitnoodiging naar waarde wist te schatten.

[pagina 23]
[p. 23]

Nu, kindlief, meer van het bal weet ik niet te vertellen, dat u interesseeren zou, behalve dat Willem Bleeker er ook was, die niets deed dan mij bedanken, dat ik hem eene invitatie bezorgd had, en verder den heer Van Langhorst roemen, met wien hij zeer bevriend schijnt te wezen.

Ik heb ook reeds den morgen na het bal iets anders beleefd, dat mij zoozeer vervult, dat ik niet langer daarover zwijgen kan en dus moet ik u dat dadelijk mededeelen.

Verbeeld u - wij zaten vrij laat nog aan de ontbijttafel, namelijk tante en ik, oom was reeds uit, - toen de knecht een kaartje binnenbracht en zeide, dat er eene dame beneden was, die tante wilde spreken.

Tante bekeek het kaartje door haar lorgnon, gelastte aan den knecht, die dame over een paar minuten boven te brengen, en verzocht mij eventjes in haar boudoir te gaan, waar het vuur brandde, en haar een oogenblikje met die dame alleen te laten.

Het boudoir is echter vlak naast de kamer, waar wij ontbeten, en zoodra ik den knecht op de trap hoorde, vloog ik weg. Nu moet ge weten, Gusjelief, dat er een groote gordijn voor de deur van het boudoir hangt, en toen ik achter de gordijn de deur wilde sluiten, kon ik dat niet doen, omdat er eene heele zware behangersladder tegen stond, daar men bezig was met iets aan de kroon te veranderen. Ik moest dus, of ik wilde of niet, hooren wat in de kamer daarnaast gebeurde, en had ook geen denkbeeld, dat het iets was, dat mij aanging, of geheim moest blijven, daar tante mij gezegd had, dat het niets van belang was, en dat zij mij, na het vertrek van de dame, alles zeggen zou.

Terwijl ik dus eenigszins verlegen stond te drentelen, niet wetende of ik door de kamer terug moest, of blijven waar ik was, hoorde ik de dame plaats nemen, den knecht de deur achter zich toetrekken en tante zeggen:

‘Het is over mijne nicht, Mademoiselle, dat ik u wenschte te spreken.’

‘Dat heb ik reeds vernomen, mevrouw,’ was het antwoord (het geheele gesprek ging in het Fransch). En nu, lieve vriendin, was ik zoo nieuwsgierig geworden, dat ik bekennen moet, dat ik in mijn hart bijna blijde was, niet meer te kunnen ontsnappen.

‘Mijne nicht,’ zei tante, na eventjes gekucht te hebben, ‘is een heel lief meisje, buiten opgevoed, en die mij door haar vader toevertrouwd is, om haar hier in de wereld te brengen en ik behoef u niet te zeggen, dat dit eene groote verantwoordelijkheid blijft - -’

‘Eene verantwoordelijkheid, die even eervol als drukkend is,’ zuchtte de vreemde.

‘Juist!’ hervatte tante, ‘en vooral omdat mijne nicht geheel en al kind nog is.’ (Ik, die nu haast negentien ben, en daarbij nog een wil heb, Gusjelief!)

[pagina 24]
[p. 24]

‘Zij heeft dus,’ hervatte tante, ‘zeer veel leiding noodig, en moet eigenlijk geen oogenblik aan zichzelve worden overgelaten. Zij schijnt de vreemdste denkbeelden te koesteren omtrent de maatschappij, die zij in het geheel niet kent, evenmin als hare eigene positie; zij is eigenzinnig, uit onkunde, geloof ik en -’

‘Un peu rustique peut-être?’ vulde de vreemdelinge aan.

‘Dat juist niet,’ zei tante; ‘haar manieren zijn zeer goed; maar hare denkwijze moet gevormd en geregeld worden; zij heeft iemand noodig, die haar gedachten gedurig bestuurt en leidt, en als zij alleen is en niet door de ijdelheden der groote wereld omringd, te midden van welke het den hemel behaagd heeft ons te plaatsen, haar eene meer serieuse richting geeft, dan - dan -’

‘O je comprends, madame,’ viel driftig de vreemde in de rede, ‘une lecture choisie, une conversation édifiante. -’

‘En vooral eene zorgvuldige uitroeiing van alle dwaze romantische ideën van, - van - enfin, van die ideën, welke in deze revolutionaire tijden zoo algemeen beginnen verspreid te worden; zelfs tot in onze beste kringen doordringen.’

‘O c' est terrible!’ zuchtte de vreemde weder.

‘Ik zou haar dus aan u, als dame de compagnie willen toevertrouwen,’ ging tante voort. ‘Gij kunt met haar wandelen, met haar lezen, - haar enfin bezighouden, zooals gij wilt, en vooral den geheelen gang harer ideën surveilleeren en met mij samenwerken - om haar -’

‘In alle opzichten waardig te maken uwe nicht te zijn, mevrouw!’ riep de vreemde uit.

‘Gij hebt de freule De Bellair gevormd,’ hervatte tante; ‘die familie geeft de beste getuigschriften van u; uwe conditiën zijn mij bekend, en dus hoe eerder gij komen kunt, hoe liever ik het heb.’

‘Ik kan overmorgenavond komen,’ was het antwoord, en een paar oogenblikken daarna schelde tante, en de dame vertrok: - ik mocht weder binnentreden.

Tante zelve kwam mij roepen. Ik stond in de deur, toen zij de gordijn oplichtte.

‘Ik heb alles gehoord, tante,’ zeide ik blozende, en te gelijk op de ladder wijzende. ‘Ik kon het niet helpen!’

‘Enfin, ma chère,’ zei tante met een glimlach, ‘dat wint mij de moeite uit van u eene explicatie te geven. Gij weet nu, dat gij, zooals iemand van uwe jaren en stand toekomt, eene dame de compagnie krijgt, une charmante personne, mademoiselle Rigault, die in vele onzer beste-familiën reeds geweest is, en die het meeste vertrouwen verdient. -’

Hier maakte ik eene kleine buiging en beet op de lippen; maar zeide niets.

[pagina 25]
[p. 25]

‘Het komt mij voor,’ hervatte tante verwonderd, ‘dat gij niet zeer ingenomen zijt met mijn plan.’

‘Integendeel, tante,’ zeide ik; ‘ik heb niet de minste behoefte, om op mijn negentiende jaar als een klein kind onder de leiding van eene bonne te staan, al is die ook nog zoo knap!’

Daar was de kogel door de kerk! Tante wierp zich ongeduldig op de sofa, en er volgde een gesprek veel te lang en te vervelend, dan dat ik het hier zou herhalen, waarin mij beduid werd, dat zulk eene dame de compagnie onmisbaar voor mij was, en welks resultaat was, dat ik mij onderwerpen moest. Dat deed ik dan ook eindelijk: maar onder protest aan mij zelve, dat ik mij toch niet meer zou laten ‘leiden’ dan mij beviel en ik bracht het overige van den morgen in eene vrij onaangename stemming op mijne kamer door....

 

(Hier breekt de oude heer Smits dezen brief af; het overige, dat van eenig belang voor den lezer kan zijn, blijkt uit een uittreksel van het volgende schrijven.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken