Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk
Afbeelding van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stukToon afbeelding van titelpagina van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.40 MB)

Scans (38.67 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Editeurs

H. Kern

H. Terpstra



Genre

non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/koloniën-reizen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk

(1956)–Jan Huyghen van Linschoten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 41]
[p. 41]

Dat 43. capittel.
Van de Mooren ende Ioden in Indien.

Die Mooren ende Joden zijn in grooter menighte op alle plaetsen van Indien, als Goa, Cochijn ende binnen in't landt.Ga naar margenoot+ Zijn eensdeels van ander weghen daer gecomen, ende sommighe vanden afcomste Indianen, die in voorleden tyden duer die gemeenschap vande selfde Joden ende Mooren aen die secten ende Ga naar margenoot+opinien gebracht ‖ zijn. In hare huijshouwen ende cleedinghen Ga naar margenoot+volghen die manier van't landt, daerse resideren. Zy hebben onder die Indianen haer kercken, sinagogen ende mesquitenGa naar voetnoot1), al waer zy hare cerimonien gebruijcken nae haer wet ende wille. Inde Portugesen steden ende plaetsen en wort het haer in't openbaer niet toeghelaten, noch gheen vande Indianen, hoe wel zy met hare huysen ende familieGa naar voetnoot2) haer woonplaetse hebben en haer daghelicksche neringhe ende handelinghen onder een dryven. In't heymelick in hare huysen doen, watse willen, alse niemandt eenighe schandale ofte verarghernisse aen en doen, maer buyten de stadt, op de plaetse, daer de Portugesen geen jurisdictie en hebben, mogen vryelijck hare cerimonien ende superstitien gebruijcken, een jegelijck naer zijn welbehagen, sonder datter yemandt tegen seggen sal, noch sulcks beletten; maer so sulcks bevonden worde inde Portugesen steden in't openbaer, oft datse eenige vermenginghe hebben met de Christenen, so wel van mans als vrouwen, wordenGa naar margenoot+ metten lijf gestraft, ten waer datse haer bekeerden tot het Christen gheloof, ghelijckt aldaer dickwils gheschiet. Buyten de stadt Cochin, aldaer de coningh zijn hof hout, hebben die Joden ende Mooren haren vrye wille om hare secten ende cerimonien in't openbaer te gebruijcken, want de Joden hebben daer seer schoone steene huysen gebout, ende zijn treffelijcke coopluyden, ende van des coninghs van Cochijn naesten raet. Hebben aldaer hare sinagogen,Ga naar margenoot+ met hare Hebreeusche bybels ende wet van Moses, gelijck ic selver in mijn handt ghehadt hebbe. Zijn meest wit van coluer, gelijck die van Europa; hebben onder haer schoone vrouwen. Daer zijnder veel onder, die daer gecomen zijn uyt het landt van Palestina

[pagina 42]
[p. 42]

ende Jerusalem, en spreken duer de banck goet SpaenschGa naar voetnoot1). Onderhouden den Saboth, ende andere Jodtsche cerimonien, en hopen noch op de comste vanden Messias.

De Mooren van gelijcken hebben hare meskytas, daerse haer gebet doen, en boven de kerke veel solders ende galleryen, daerse de kinderen hare cathagismus leeren. Eerse in de kerck gaen, wassenGa naar margenoot+ hare voeten, waer toe altoos eenen back met water besyden de kercke staet, en laten altoos hare alparcosGa naar voetnoot2) ofte schoenen buyten de kerck duer, eerse in gaen, ende binnen comende vallen op haer aensicht plat neder, en maken met opstaende armen ende handen veel visvasen. Zy worden ooc besneden als die Joden; eeten geen verckenvleeijsch. Doodt wesende worden begraven, en hebben in hare kercken ‖ gants geen beelden noch figueren dan sommige opgerichteGa naar margenoot+ steenen ofte sercken met uytgehouwen ChaldeeuscheGa naar voetnoot3) letteren uyt haren alcoran. Als ickGa naar voetnoot4) eens bygevalle daer voorby passeerde met een Portugees, kregen sonderlinge lust om die Machometiste kercke te sien, en haer manier van bidden, 'twelc ons belet worde vande duerwachter, die ons beval, ons schoenen uyt te trecken, maer omdat wy't weygerden, seyde, dattet ons niet gheoorloft en was, alsoo inde kercke te gaen; maer om die te besien liet ons tot inde duer comen, en dede van binnen sommige vensters open, so dat wy claerlick mochten sien, watter in was. Doen vraeghden hem den Portugees, waer haren god ende heyligen waren,Ga naar margenoot+ diese aenbaden, om dat hy de kercke, als geseyt is, ydel sagh. Doen antwoorden den Moor, dat zy gheen ghebet voor hout en steen deden, dan aenden levenden god, die inden hemel is, ende seyde: ghy luyden Portugeesche Christenen ende heydenen zijt alleens, want aenbidt die ghemaeckte beelden ende ghy gheeft haer Ga naar margenoot+die eere, die alleen den levenden god almachtigh toe comt, metGa naar margenoot+ welcke antwoort die Portugees soo quaet wert, dat hy hem begost te schelden met vele harde woorden, so datter een groote vergaderinghe werde van Mooren ende Indianen, ende souder een groote haperinghe ghekregen hebbenGa naar voetnoot5), had ick het niet verschoont ende

[pagina *10]
[p. *10]


illustratie

[pagina *11]
[p. *11]


illustratie

[pagina *12]
[p. *12]


illustratie

[pagina 43]
[p. 43]

hem uyt de weegh ghetrocken, en ginghen onsen wegh, so dattet daer by bleef. Dese Mooren doen ooc grooten handel in alle speceryen na't Roode-meyr ende ander wegen, so te water als te lande. En hoe wel dat sommighe onder die Portugesen woonen en met haer handelen, doen nochtans onder den duijm groot quaet, en zijn hare doot vyanden. Dese zijn die principaelste oorsake, datter niet meer Indianen tot het Christen geloove bekeert en worde, want doen haer uyterste beste om die Indianen daer van te trecken, waer mede van die Indianen haer leven ende usantien concluderendeGa naar voetnoot1).

By dese naevolghende conterfeytsels machmen sien den staet vanden coningh van Cochin, op den olyphant gheseten, als hy uyt rijdt met zijn nayres ofte edelen en soldaten, die hem bewaren ende gheleyden, desghelijcks daer nae die ander Malabaren, man ende vrouwe, diemen polyas noemt, met die Mooren ofte Machometisten, die in Cananor en onder die Malabaren zijn woonende, Ga naar margenoot+als gheseyt is. Noch so suldy ‖ afghemaelt vinden die Christenen, diemen noemt van S. Thomas, welcke veel onder die Malabaren woonen, met een dick been, ghelijckse gheboren wordenGa naar voetnoot2), als wy inde beschryvinghe vande custe verhaelt hebben, met die figueren van die van Pegu ende d'eylanden Molucos, &c.

margenoot+
Veel Joden ende Mooren in Indien.
margenoot+
<187>
margenoot+
[63b]
voetnoot1)
Over de afleiding van dit woord, ons moskee’, Mal. ‘masdjid’, enz. zie Dozy - Engelmann, Gloss. p. 314.
voetnoot2)
Hier is waarschijnlijk weggelaten het woord ‘daer’.
margenoot+
De Joden moghen op lijfstraffe haer met gheen Christenen vermenghen.
margenoot+
De Joden zijn vanden coningh van Cochijns naesten raet.
voetnoot1)
Dit zijn de Sephardim of Spaansche Joden, uit Spanje verdreven in 1493Ga naar voetnoota).
voetnoota)
ten rechte 1492.
margenoot+
De Mooren, eerse in haer kerck gaen, wassense haer voeten, ende gaen bloots voets daer in.
voetnoot2)
Alparcos (Ar.) = sandalen.
margenoot+
<188>
voetnoot3)
Onjuist voor Arabische.
voetnoot4)
Het voorval, hier verhaald van: ‘als ick’ enz. tot aan ‘Dese Mooren’ enz. niet opgenomen in de Lat. vertaling.
margenoot+
De Mooren doen gheen gebeden voor hout ofte steene beelden.
margenoot+
Ghelooven aen den levende god, die inden hemel is.
margenoot+
[64a]
voetnoot5)
Met ‘souder’ enz. schijnt bedoeld: zou er grooten hinder van ondervonden hebben; en met ‘verschoond’ z.v.a. ‘vergoelijkt’.
voetnoot1)
Bedoeld is natuurlijk: concludere.
margenoot+
<189>
voetnoot2)
Vgl. Ie stuk, p. 66 v.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592 (5 delen)

  • Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592


auteurs

  • H. Kern

  • H. Terpstra


landen

  • over Portugal

  • over Indonesië

  • over China

  • over Egypte

  • over India