Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk
Afbeelding van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stukToon afbeelding van titelpagina van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.40 MB)

Scans (38.67 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Editeurs

H. Kern

H. Terpstra



Genre

non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/koloniën-reizen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk

(1956)–Jan Huyghen van Linschoten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dat 65. capittel.
Vande gyroffel-naghelen.

Die gyroffel-naghelen, die vande Turcken, Persianers, Arabyers ende van 'tmeestendeel vande Indianen ghenoemtGa naar margenoot+ worden calafurGa naar voetnoot4) ende inde eylanden van Maluco, alwaer zy alleen ghevonden werden ende wassen, chamkeGa naar voetnoot5). Deze eylanden zijn vijfGa naar voetnoot6); ligghen onder die linie AEquinoctiael, ghelijck inde beschrijvinghen van dien verhaelt is; hebben anders niet dan nagelen, van waerse vervoert werden door de gheheele werelt. Die boomen, daerse aen wassen, zijn ghelijck die laurier-boomen,Ga naar margenoot+ ende de bloesemen zijn in 't eerste wit, daer naer groen, op't lest root ende hartachtigh, welcke worden die nagelen, ende wanneer dese bloesemen groen zijn, hebben die lieffelijckste rueck Ga naar margenoot+vande werelt. Die naghelen wassen ‖ seer dicht by malcanderen in grooter menichten. Men pluctse ende alsdan droogtmense.Ga naar margenoot+ Haer rechte coluer, als zy droogh zijn, is doncker geelachtigh, ende om die een swerte coleur te gheven, so wordense ghemeenlijck gherooct. De nagelen, die aende boomen blyven om te pluc-

[pagina 120]
[p. 120]

ken, worden dick, ende blyven teghent toecomende jaer, welcke zijn, diemen heet die moeder vande naghelen, ende op die plaetsen, daer die boomen staen, en wast gants gheen gras ofte eenige groenigheyt, dan is gants dorre, want die boomen trecken alle Ga naar margenoot+vochtigheydt naer haer. Het ghene, dat die Portugesen heeten bastonGa naar voetnoot1) ofte by ons die romp vande nagelen, dat zijn die steelen, daer die naghelen aende boom aen hanghen, wordt also te samen opgheraept ende onder een ghemenght, want in Maluco en makense die naghelen niet schoon, dan in Indien onderscheydense altemet, maer weynigh; wert meest vercocht ende gesleten met stof, moeder, romp en al onder malcanderen, dan diemen naer Portugael wil senden, worden onderscheyden.

Die nagelen zijn so heet van natuer, dat wanneermense in IndienGa naar margenoot+ schoon maect ende onderscheyt van het gruys, soo inde kamer,Ga naar margenoot+ daermense schoon maeckt, eenigh tobbe ofte eemer met water stont, ofte eenigh ander back met wijn ofte nat, souden binnen een paer daghen gants uytghesogen ende verdrooght wesen, al stonder al schoon daer verre af, door de groote hitte vande nagelen, die alle vochtigheyt naer haer trecken, ghelijck ick by experientie dickwils ghesien hebbe. Dese selfde natuere heeft die onghesponnenGa naar margenoot+ zyde van Chyna, dat wanneer die zyde leyt jewers in een huijs ofte vloer, te weten, op delen, een voet ofte twee hoogh vande eerde, ende datmen die vloer begiet ende bedect van water, sonder nochtans de zyde te raken, des smorgens sal al dat water inde zyde wesen, diet naer haer getrocken heeft, het welcke de Indianen dickwils doen, om also de zyde meerder gewight te geven in't vercoopen, want men het aende zyde niet sien noch mercken en can.

Ga naar margenoot+Keerende weder tot die naghel-boomen, zy wassen ontrent een schuet van een basGa naar voetnoot2) vande zee, ongheplant en ongepoetGa naar voetnoot3), en Ga naar margenoot+doen anders niet, dan wanneerse die nagelen willen plucken ende vergaren, soo makense het aertrijck daer onder schoon. Die boomen en willen niet seer dicht byde zee ‖ wassen, noch oock verreGa naar margenoot+

[pagina 121]
[p. 121]

daer van, want dese eylanden zijn altemael met die zee omcingelt. Wanneer het een vruchtbaer jaer is, soo zijn die naghelen veel meer dan de bladen. Alsmense pluckt, so en pluctmense niet met de handen, dan met coorden, diese om de tacken doen ende alsoo met cracht af rucken, door welcke oorsake die boomen soo ghequest worden, datse het eerste naestvolgende jaer daer naer weynighGa naar voetnoot1) vruchten geven dan het tweede jaer daer aenvolgende. Die boomen wassen vande nagelen, die daer by heen vallen, ghelijck die castanien boomen, ende zy groeyen seer haest, overmidtsGa naar margenoot+ die overvloedigheydt vande reghen, om dat dese eylanden onder die linie ligghen, soo datse binnen acht jaren vruchten gheven, ende dueren over die hondert jaren. Haer saysoen, datmense pluckt ende drooght, is van September tot Januarius toe. MenGa naar margenoot+ maect oock vande nagelen, als zy noch groen zijn, goede ghesuyckerde conserven, ende worden oock ghesouten in azijn, in potten bewaert, ende achâr afgemaect, ende also naer Malacca ende Indien ghebracht. Maken ooc vande groene nagelen gedistileert water, dat seer cordiael is, ende tot veel medicynen ghebruyct wert. Die Indiaensche vrouwen hebben veel voor een manier, die nagelen te kauwen om also eenen goeden aessem te hebben, 't welcke die Portugesche vrouwen, die daer woonen, ooc beghinnenGa naar margenoot+ naer te doenGa naar voetnoot2). Die bladeren van deze naghel-boomen zijn alleens als die laurier bladen.

Annotatio D. Palud.
Die naghelen wassen aen boomen ghelijck die laurier boomen van groote ende gedaente, alleen dat die bladeren wat smalder zijn, ghelijck amandelen ofte wilghe bladeren. Hebben veel tacxkens ende overvloedigh vele bloemen, welcke veranderen in dese vruchtkens, diemen nagelkens heet, om die figure willen, die zy hebben met die nagelen ghelijckGa naar voetnoot3); wassen als myrthus besikens aen die uyterste tacxkens. Nagelkens worden vele ghebruyct soo in spyse als in medicyne. Die van Iava hebben liever die grove nagelen, die een jaer
[pagina 122]
[p. 122]
over op die boom ghestaen ‖ hebben ende geen mannekensGa naar voetnoot1) zijn,Ga naar margenoot+ als AviaGa naar voetnoot2) qualijck meent, ende wy luyden soecken die dunne; dese, noch groen zijnde, worden in Maluca ingesouten, met azijn ende sout ende sommighe in suyker, welcke seer aengenaem zijn om te eten. Het water van groene nagelen ghedistileert is seer lieflijc van rueck ende sterct dat herte. Item men voordert den sweet in pockige luydenGa naar voetnoot3) met nagelen, noten muscaet, foelie, langhe ende swarte peper. Sommige stroyen nagel poyer op 't hooft tegens hooft pyne van vercoutheyt. Zy verstercken die lever, die mage ende dat herte; zy helpen oock tot verdouwinge der spysen, voorderen die urine ende stempen die buyckloop; in die ooghen ghedaen verstercken zy dat ghesichte ende verdryven welckenGa naar voetnoot4); vier drachmen uytGa naar voetnoot5) melck ghedroncken voorderen Venushandel.

margenoot+
De naghelen werden alleen inde Molucsche eylanden ghevonden.
voetnoot4)
Arab. ‘ḳaranful’, uit Gr. ϰαϱυόφυλλον. Dit en het volgende overgenomen uit Orta, II, 361.
voetnoot5)
Jav., Mal. ‘tjĕngkeh’, Makassaarsch ‘tjangke’, Bugin. ‘tjĕngke’; 't woord is echter oorspronkelijk Chineesch.
voetnoot6)
Dit is het vaste getal bij Port. schrijvers, en wel volgens Barros III. V,5: Ternate, Tidore, Motir, Makian en Batjan (Holl. spelling), evenzoo Barbosa, Book II p. 200 en noot 1 aldaar. Daarom dwaalt Orta (I, 364) met te zeggen dat Djilolo een van de vijf is; zie aant. daar op p. 369 en vgl. Hobson-Jobson, s.v. Moluccas.
margenoot+
Beschryvinge vande nagelboomen, bloemen ende naghelen.
margenoot+
margenoot+
De coleur vande nagelen is geelachtigh, ende werden swert gherooct.
margenoot+
Gruys van naghelen baston gheheeten.
voetnoot1)
Vgl. boven, Ie stuk p. 86 noot 1. Onbegrijpelijk is de fout in de kantteekening waar tegen de duidelijke bewoordingen van den tekst ‘baston’ met ‘gruys’ vertolkt wordt. Port. ‘bastão’, hetzelfde woord als Fransch ‘bâton’, wordt te recht in den tekst met ‘romp’, eig. stam, weergegeven. Merkwaardig is het dat reeds in den tijd van onzen Schrijver ‘rompe’, zooals uit Kiliaan blijkt, de beteekenis had aangenomen van minderwaardige, looze notenmuskaat, natuurlijk door misverstand.
margenoot+
Natuer ende eyghenschappen vande nagelen.
margenoot+
[90a]
margenoot+
Natuer van de Chynische zyde, hoe datse 'twater sonder aen te raecken nae haer treckt.
margenoot+
Nagelboomen wassen in 't wildt.
voetnoot2)
licht kanonnetje.
voetnoot3)
ongepoot.
margenoot+
Hoe datmen de naghelen pluct.
margenoot+
voetnoot1)
De bedoeling zal wel zijn: minder.
margenoot+
De boomen vande nagelen werden over de 100. jaren out.
margenoot+
Het zaysoen vande nagelen is in September tot Januarius toe.
margenoot+
Conserf van nagelen.
voetnoot2)
Nagenoeg letterlijke vertaling van Orta t.a.p.. Ook de volgende zin is aan hem ontleend (I, 365).
voetnoot3)
Daarom ook in 't Port. ‘cravo’. Dit is overgenomen door de Tamils als ‘kirāmbu’ of ‘karāmbu’. Eenigszins komisch is het dat een Engelsch schrijver (zie Aant. op Coloq. I, 368) de boven genoemde Arab. en Grieksche woorden uit het Tam. wil afleiden! Een oudere naam van den kruidnagel in Tam. is ‘ilavaṅgappū’; uit ‘ilavaṅga’ ontleend aan Skr. ‘lavaṅga’ en Tam. ‘pū’, bloem. In 't Maleisch is Port. ‘cravo’ overgegaan in de beteekenis van oorhanger ‘kĕrabu’, waaruit ontstaan is 't in Indonesië gebruikelijke oorkrab.
voetnoot1)
Deze term in verband met nagelen kan ik niet verklaren.
margenoot+
[90b]
voetnoot2)
In de Lat. vertaling ontbreken de woorden van: ‘Die van Java’ enz. tot aan: ‘worden in Maluca’ enz. Avia? lees Avicenna?
voetnoot3)
De Lat. vertaling heeft: ‘qui Gallico morbo laborant’.
voetnoot4)
De woorden ‘ende verdryven’ komen niet in alle exemplaren voor. ‘Welcken’ zou een fout kunnen zijn voor wolcken: donkere plekken in iets.
voetnoot5)
Versta: met. Eng. vertaling (II p. 84): ‘with’.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592 (5 delen)

  • Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592


auteurs

  • H. Kern

  • H. Terpstra


landen

  • over Portugal

  • over Indonesië

  • over China

  • over Egypte

  • over India