Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk (1956)

Informatie terzijde

Titelpagina van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk
Afbeelding van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stukToon afbeelding van titelpagina van Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.40 MB)

Scans (38.67 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Editeurs

H. Kern

H. Terpstra



Genre

non-fictie

Subgenre

reisbeschrijving
non-fictie/koloniën-reizen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592. Tweede stuk

(1956)–Jan Huyghen van Linschoten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ga naar margenoot+Dat 88. capittel.
Een cort verhael ende instructie vande diamanten, robynen, esmeraulden, peerlen ende andere eedele ghesteenten, hoemen sal verstaen, die selfde te recht te kennen ende rekeninghe maken om die te waerderen op haren rechten prijs ende valeur, &c. Ten eersten vande diamanten.

Inden eersten so is te verstaen, dat den diamant de coningh vanGa naar margenoot+ alle eedele ghesteenten is, ende dat door oorsake om datmen die vercoopt by het ghewichte, ende heeft sekere dickte, daer zy naer ghewrocht wert, want soo zy meer heeft, en deucht metGa naar voetnoot3), ende min hebbende kanmen terstont sien ende bekennen, by welcke dickte, al staet zy inden rinck, kanmen sien ende resolveren, hoe veel dat zy weeght, luttel min of meer; ende uyt den rinck wesende, so weegt men die, om also met sekerheyt te waerderen die valeur vanden selfden diamant. Men vindt oude ende antijckeGa naar margenoot+ memorien, waerinne gheschreven staen de prysen vande steenen, te weten, een quilaetGa naar voetnoot4) tot soo veel, twee quilaten tot so veel, ende drie quilaten, &c., ende so voorts vervolgende van alle prysen ende ghewichten; ende om dat men doen daghelijcks so niet en

[pagina 172]
[p. 172]

handelde met coopen ende vercoopen als hedensdaegs, so wast altoos nodigh, zijn memoriael by hem te draghen, en is te verstaenGa naar margenoot+ vande prysen vande perfecte ende schoone steenen sonder fauten ofte maculen, want wesende onsuyver ofte hebbende eenighe fauten ofte letsels, so ist qualicken, die te waerderen door oorsake vande letsels ofte fauten, diemen daer in vint. Men vint somtijts groote heeren ende princen, die weten willen d'oorsake van so grooten valeur, als die ghesteenten ghelden, en dit heeft andersGa naar margenoot+ geen antwoort dan daerom, datmen die alsoo coopt ende vercoopt, want alle dinghen en is niet meer gheacht dan daermen die om coopt ende vercoopt; ende oock soo is daer rekeninghe ende reden; de reden, die daer toe zijn, dat soo een diamant van een quilaet alleen ghelt vijftigh ducaten, hebbende goede perfectie, dese selfde reden is daer, dat een groote steen ofte diamant mach gelden 30. ende 40. duysent ducaten, hebbende groote ende perfectie naer advenant, ende die ghesteenten, so cleyne als groote, diemen tot noch toe vercocht heeft, en hebben noyt soo leech gheweest, dat zy uyt hare rekeninge ende prijs vercocht zijn gheweest; ende om wel te mogen waerderen die groote diamanten, is nodigh te weten te determineren, wat een diamant ghelt Ga naar margenoot+van gewighte van ‖ een quilaet alleen, ende een robijn, dienendeGa naar margenoot+ om den selfden diamant te accompangerenGa naar voetnoot1), desgelijcks een esmerault, noch min noch meer, ende wel ghedetermineert hebbende, hoe veel quaet dat het doet die fauten ende letselen en vuyligheyt, die den selfden diamant soude mogen hebben, ende het selfde afgheslaghen inden prijs, gelijc als reden is, te waerderen diamanten, robynen, esmeraulden, orientaelsche, van wat grooteGa naar margenoot+ die souden moghen wesen.

Wy sullen eerst stellen vande diamanten, want die ander worden naer den diamant ghewaerdeert, ende sullen verclaren de Ga naar margenoot+perfectie, die zy hebben moeten. Den diamant, die in als perfect is, moet van lavuerGa naar voetnoot2) wesen, dat den bovensten tafel so groot is, dat twee tafelkens van't laveur vande zyde maken een tafel van boven, ende dat het schijnsel van't lavuer van't onderste vande diamant die drie daer van een tafel van boven maken, ende moet in als diep wesen nae advenant, ende die tafelkens van ter zyden moeten hangen naer die tafel so seer als die pavellionen ende ten-

[pagina 173]
[p. 173]

ten hanghen naer den appelGa naar voetnoot1), wesende vande geheele diepte, ende moet een weynigh meer lancwerpigh als viercant wesen, en dat niet meer dan datmen effen can kennen, welcke die lencte is ende die breete, ende moet wesen sonder eenige fauten vande hoecken en canten, en alle die vier hoecken scharpachtigh ende suyver, en van goede wateren, cristalynen ende duerluchtigh claer, datmen niet en can mercken, dat hy naer eenighen coluer trect, ende dat zy niet droevighGa naar voetnoot2) van water is, dan claer ende suyver; ende zijnde de diamant met alle dese perfectie, ghelt seerGa naar margenoot+ wel vijftigh ducaten, wesende van een quilaet.

Maer om datmen dese perfectie weynigh vindt, ende weynigh persoonen verstaent hemGa naar voetnoot3), so sullen wy stellen, dat een diamant van goetheyt ende perfectie naer die ghemeene gissinghe van ghewichte van een quilaet ghelt 40. ducaten, ende hier mede sullen onse rekeninge maken, ende hebbende een cleyn ofte groote diamant, ofte van wat gewichte, goetheyt ende quaetheyt dat hy soude mogen wesen, so moetmen eerst concidereren ende weten,Ga naar margenoot+ watdat hy weeght, ende alsment u niet en can geseggen, so moet ghy by u selven concidereren naert oogh, ende set hem altoos op weyniger ghewicht als u dunckt, dat hy mach weghen, op dat ghy altoos seeckerlic moeght waerderen ende binnen besten blyvenGa naar voetnoot4), ‖ Ga naar margenoot+ende hebbende ghedacht van dat hy soude moghen weghen, soo hout dat in u memorie, ende sult segghen aldus: so daer een diamant waer, die een quilaet woegh, ende hadde wateren als dese, ende waer soo perfect, ofte hadde die canten minder by respect alsGa naar voetnoot5) dese, ofte dat hy hadde eenige onsuyverheydt by respect als dese, ende alle die duecht ofte onduecht ghelijck als den diamant

[pagina 174]
[p. 174]

soude mogen wesen, ende concidereert wel, wat dat soude mogen ghelden een diamant, wesende van qualiteyt als dien ghy wilt waerderen, ende dat hy niet meer en woegh als een quilaet, ende hebbende wel ghedetermineert, wat dat hy soude moghen ghelden, eer op het minste als te veel, want het is beter, dat ghy een Ga naar margenoot+dinc stelt op een prijs, die het wel mach ghelden als op een prijs, daer twyfel aen soude vallen, oft het waerdigh is, sult den prijs in u memorie houden als voorseyt is, ende sult wederkeeren tot het ghewicht, die den diamant weeght, 'tzy luttel ofte veel, ende sult het selfde gewichte dupliceren, te weten, doender noch eens so veel by, te weten, soo zy twee weeght, sult nemen ander twee, ende multiplicerent met malcander, ende seggen 2. maels 2. zijn 4; weeght het drie, multiplicerent met andere drie ende maken 9., ende so voorts naer advenant, so suldy alle diamanten multipliceren in't gewicht, van wat ghewicht datse soude moghen weghen,Ga naar margenoot+ ende nemen altoos noch soo veel daer by ende multiplicerent met malcanderen, ghelijck als gheseyt is; ende dat alsoo daer uyt comt ofte dat die somme van sulcken multiplicatie beloopt, sult ghy multipliceren met den prijs ofte 'tghelt, dat ghy ghewaerdeert hebt dat sulcken diamant weerdigh is, wesende van een quilaet, ende dat alsdan ghevonden wert vande leste multiplicatie, dat is den selfden diamant waert.

Ga naar margenoot+Ende wesende, dat in't ghewichte eenighe halve in comen, ghelijc of zy woegh 2½. quilaten, so sult ghy die altemael in halve quilaten maken, welcke zijn vijf halve quilaten, ende sult seggen: vijf maels vijf zijn 25., ende dese 25. sult multipliceren met den prijs, dat een half quilaet ghewaerdeert is, en dat daer van procedeert is de waerdye van alsulcken diamant; ende oft sake waer, dat den diamant soo cleyn waer, dat het ghewicht van een greyn min ofte meer daer in comt, so suldy alle die ghewichten reduceren in greynen ende multipliceren als boven, ende dat vant ghewichte procedeert is de waerdye van alsulcken diamant, als ghy Ga naar margenoot+wilt waerderen ofte waerdeert. Exempel: daer is een diamant, die weeght twee quilaten, welcke is van sulcken qualiteyt, dat wesende van een quilaet soude 40. ducaten weert wesen, ende wesende van een half quilaet, 10. ducaten, ende van een greyn 2½. ducaten, nu, om te weten, wat ‖ dese diamant van 2. quilatenGa naar margenoot+ weert is, so suldy segghen 2. maels 2. zijn 4.; dese 4. sult multipliceren met 40. ducaten, welcke is die waerdye, wesende van een quilaet, so comter 160. ducaten, welcke is den prijs van dese dia-

[pagina 175]
[p. 175]

mant van 2. quilaten. Als ghy nu hebt een diamant, welckeGa naar margenoot+ weeght 2½. quilaten, dat zijn vijf halven, sult segghen: vijf maels vijf zijn 25.; dese 25. sult multipliceren met 10., comt 250. ducaten, om dat den halven quilaet cost 10. ducaten, dat is den valuer van 40. ducaten een quilaet, so comt den diamant van 2½. quilaet te gelden 250. ducaten. Wesende nu, dat een diamant weeght 7. greynen, sult segghen: 7. maels 7. zijn 49.; dese 49. sult multiplicerenGa naar margenoot+ met den prijs, dat een greyn comt te costen, welcke is 2½. ducaten, soo comt te ghelden een diamant van 7. greynen 127 ducatenGa naar voetnoot2). Op dese manier soo kanmen altoos weten, wat een diamant waerdigh is, als ghy de prijs van een quilaet ghedetermineert hebt, ende daer naer het gewicht vande diamant, die ghy waerderen wilt, als by dese exempelen verhaelt is, ende sult alsoo met grooter faciliteyt u rekeninghe maken.

Daer zijn nu somtijts diamanten, die maculen ende fauten hebben en onsuyver en onperfect zijn, ende en ghelden juyst gheen 40. ducaten; zijn van minder prijs naer dat die fauten, letselen ofte onsuyverheyt luttel ofte veel zijn, en moghen ghelden een quilaet 36. 35. 34. ende 30. ducaten ofte eenigen anderen prijs,Ga naar margenoot+ naer datmen bevindt dat die fauten hem hinderlijck zijn. Op dese manier soo ist qualick ende moeylicken te weten, wat een halve quilaet oft greyn soude weert wesen, ende sult aldus doen: so wanneer ghy ghedetermineert hebt die waerdye van een quilaet naer dat u dunct, dat den diamant soude moghen ghelden, ende dat in't ghewichte vande selfde eenige halve quilaten ofte greynen Ga naar margenoot+in quamen, soo moet ghy eerst weten de valuer, wat hy soude mogen gelden, wesende van een quilaet, ende maken dan u rekeninghe,Ga naar margenoot+ dat het vierendeel van sulcken prijs is de waerdye van een halve quilaet, soo is dat, wanneer een quilaet ghelt 40. ducaten, soo ghelt een halve quilaet 10. ducaten, ende een greyn derdehalf ducaet, want vier greynen is een quilaet; ghelt het quilaet 36. ducaten, soo ghelt een half 9. ducaten, ende een greyn 2. ducaten, ende een testoenGa naar voetnoot3), en soo voorts naer advenant kanmen weten van alle diamanten, van wat qualiteyt die souden moghen wesen.

Dese selfde rekeninghe maeckt men ooc met die dunne diamanten, robynen ende esmeraulden, die van meerder prijs zijn, als wy

[pagina 176]
[p. 176]

naemaels sullen seggen. Soo is te weten, so een robyn is van sulcken qualiteytGa naar voetnoot1), dat hy mach acompangeren een diamant van Ga naar margenoot+een quilaet, ghelt ‖ 70. ducaten, ofte datter zijn, die in't ghewichtGa naar margenoot+ acompangeren van een halve quilaet ofte greynen, so moetmen zijn rekeninge maken met halve quilaten ofte greynen, ende is u altoos noodigh den prijs van een quilaet, ende sult weten, dat het vierendeel van 70. ducaten ghelt een halve quilaet, ende het vierendeel van dat een halve quilaet comt te kosten, dat is den prijs Ga naar margenoot+van een greyn, ende sult also u rekeninghe maken naer den prijs op dese selfde manier vande esmeraulden, elck naer zijn prijs ende ghewicht.

Daer zijn nu sommighe diamanten, die dun zijn ende hebben een groote schijnsel, dewelcke ghelden meer dan zy weghen ende minder dan zy schijnsel hebben, hebbende een diamant een gantsche dunne tafel ende wat leech, hebbende boven zijn perfectie Ga naar margenoot+in 't lavuer ghelijc als wy segghen vande dicke diamanten, die perfect van tafel, zyden ende hoecken zijn. Dese sulcken diamant gheeft een schijnsel van twee, ende weeght maer een, waerom hebbende het schijnsel van wat groote dat het soude mogen wesen, wesende boven gewrocht ende in perfectie, ende onder gheheel dun, soo moeghdy altijdt u rekeninge maken, wesende onder Ga naar margenoot+dun, dat zy die helft minder weeght als zy schijnt, ende is, dat zy eerst onder niet gheheel dun is, sal meer weghen, maer 'tghewicht en doet hem gheen profijt; ende hebbende die tafel boven cleynder ende die zyden grooter, so sal zy ooc meer weghen, maer het ghewicht en comt niet te profijt, ende moeght altijt u rekeninghe maken, dat zy de helft weeght van dat zy schijnt, ende wesende van onder niet gheheel dun, sal meer weghen, maer het selfde ghewicht en is hem van gheender weerden; ende hebbende Ga naar margenoot+die tafel cleynder ende die hoecken ende zyden groot, soo sal zy oock meer wegen, maer t'ghewicht en comt nieuwers toe te goet, ende moeght altoos u rekeninge maken, dat het maer die helft weeght van dat het toont; want eerment concerteertGa naar voetnoot2) ende bereyt, so salt genoech verliesen van dat het meer weeght. Ende so daer waren diamanten, die de tafel groot hadden van buyten van sulcken fatsoen ende de canten cleyn, dese en sal niet half weghen ghelijck hij wel thoont, en daerom en is hy niet te quader, dan als die canten seer veel te cleyn waren. So daer een diamant waer

[pagina 177]
[p. 177]

onder gheheel dun, ende boven ghelaureertGa naar voetnoot1), ende hebbende die andere perfectie als dat behoort, is weert, wesende van een quilaet alleen 70. ducaten, ende hebbende eenige fauten ofte maculen,Ga naar margenoot+ een jegelic mach concidereren het quaet, dat hem die fauten Ga naar margenoot+doen, ende conforme van dien soo mach ‖ men die den prijs setten en waerderen en maken daer naer zijn rekeninge, ghelijc als van die dicke diamanten, doende altoos zijn rekeninghe vande helft van't ghewicht, dat hy schijnt te hebben, te weten, soo hy schijnt te hebben 2. quilaten, maken die rekeninghen van een quilaet, ende so hy thoont te hebben drie quilaten, maken de rekeninghe van ses greynen, welcke is die helft; ende so in 't ghewicht comenGa naar margenoot+ eenighe halve quilaten, so sult ghy besien den prijs, die het ghelt, wesende van een quilaet, ende hoe veel dat het die halve comt, en hier mede u rekeninghe maken als voren verhaelt is by de dicke diamanten, ende inde greynen desgelijcks, want daer en is anders gheen differentie als inden prijs, want een perfecten ende suyveren dunnen diamant van een quilaet gelt ende is waert 70. ducaten, ende also in meerder ofte minder ghewicht naer advenant, etc.

margenoot+
margenoot+
Hoemen de diamanten by den ghewichte ende dickte kennen can, so wel in als uyt de ringhen wesende.
voetnoot3)
Waarsch. bedoeld: niet.
margenoot+
Hoe men de diamanten in oude tijden waerdeerde.
voetnoot4)
karaat.
margenoot+
Onsuyvere ende ghequetste steenen zijn qualick te waerdeeren.
margenoot+
Antwoort op een coninghs vrage belangende de waerdye der ghesteenten.
margenoot+
Hoe men de groote diemanten, robynen ende ander gesteenten sekerst waerderen moet.
margenoot+
voetnoot1)
ermee vergeleken te worden?
margenoot+
[107a]
margenoot+
Wat fatsoen die perfecte tafelen van diamante hebben moeten.
voetnoot2)
Laveur volgens W.N.T. s.v. betekent hier waarschijnlijk slijpvorm.
voetnoot1)
Deze passage is mij niet geheel duidelijk. Paviljoen (W.N.T. s.v.): ‘In de diamantslijperij: Als benaming voor het onder de kroon gelegen gedeelte van een briljant, inzonderheid de hoofdruiten aan de kolletzijde, die bij den steen, wanneer hij in achtkant komt, tusschen de hoeken geslepen worden.’ Voor ‘tenten’ kan ik geen passende betekenis vinden. Over ‘appel’ geeft het Middelned. Woordenboek (s.v.): appelvormig sieraad boven op tenten. De Eng. vertaling (deel II p. 147) geeft het gedeelte vanaf ‘moet van lavuer’ als volgt weer: ‘must be of that proportion, that the two squares on the sides must make the breadth of the upper parte of the stone, and that the under part of the stone be no broader, then that three of the breadths thereof will make the breadth of the upper part, and deepe according to the same proportion: and the squares on the side must stande close with the edge of the ring or thing wherin it is set’.
voetnoot2)
In den zin dien 't Hoogd. ‘trübe’ nog heeft: niet geheel helder.
margenoot+
Waerdye der perfecte diamanten.
voetnoot3)
er verstand van hebben?
margenoot+
Watmen in't waerderen der diamanten wel aenmercken ende over leggen moet.
voetnoot4)
D.i. beneden 't hoogste; Lat. vert. heeft ‘intra lucri fines.’
margenoot+
voetnoot5)
in vergelijking met?
margenoot+
Hoemen in't waerderen der diamanten elck diamant met zijn eygen gewicht vermeeren ende voorts handelen moet.
margenoot+
[107b]
margenoot+
Hoemen in ghebroken ghetalen handelen sal om diamanten te waerderen.
margenoot+
Exempel in't waerderen der diamanten van ongebroken ghetalen.
margenoot+
margenoot+
Exempel in't waerderen der diamanten van ghebroken ghetalenGa naar voetnoot1).
voetnoot1)
De tekst heeft: ghc-
margenoot+
Hoemen handelen sal in't waerderen der diamenten, als zij gheen quilaten maer sekere greynen weghen.
voetnoot2)
Onjuist. Het zou moeten zijn : 122,5 ducaten.
margenoot+
Onderrechtinghe op onsuyvere ende ghequetste diamanten.
margenoot+
[108a]
margenoot+
Onderscheyt der waerdyen van diamanten als zy quilaten, halve quilaten ofte greynen weghen.
voetnoot3)
ten rechte: 1½ testoen, als men vergelijkt: 1 ducaat = 2 pardauen; ½ pardau = 1½ testoen (Vgl. de desbetreffende Bijlage achter in het IIIe stuk).
voetnoot1)
Eng. vertaling (II p. 150) heeft ‘quantitie’.
margenoot+
Waerdye der robynen, die den diamanten op hare ghewighten verseltschappen moghen.
margenoot+
margenoot+
Hoemen de esmeraulden waerdeert.
margenoot+
Onderscheyt der dunne ende welschynende diamanten, ende haer waerderinge.
margenoot+
Wanneer de diamanten min of meer weghen dan zy schynen.
margenoot+
Hoemen de rekeninghe maeckt in't waerderen der beter schynende dan wegende diamanten.
voetnoot2)
Port. concertar: in orde maken.
voetnoot1)
Spreek uit: ghelavreert, d.i. gefatsoeneerd.
margenoot+
[108b]
margenoot+
margenoot+
Hoemen de ghebroken gewichten van beter schynende dan wegende diamanten waerderen sal.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592 (5 delen)

  • Itinerario, voyage ofte schipvaert naer Oost ofte Portugaels Indien 1579-1592


auteurs

  • H. Kern

  • H. Terpstra


landen

  • over Portugal

  • over Indonesië

  • over China

  • over Egypte

  • over India