Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Karel en zijn Fidel (ca. 1890-1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van Karel en zijn Fidel
Afbeelding van Karel en zijn FidelToon afbeelding van titelpagina van Karel en zijn Fidel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

XML (0.04 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Karel en zijn Fidel

(ca. 1890-1900)–Johannes Hendrikus van Linschoten–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Fidel laat zien, wat hij kan.

Den volgenden dag wilde Karel de proef op de som nemen, of Fidel de les van gisteren onthouden had en toonen zou gaarne te gehoorzamen.

‘Karel,’ zoo sprak zijn vader, ‘je moet mij eens gauw een brief naar de post brengen, eer de bus geleegd wordt.’

‘Mag ik Fidel medenemen, vader?’

‘Jawel, als jij je op weg naar de post maar nergens ophoudt. Op de terugreis kan je zoo langzaam loopen, als je wilt.’

Dat leek Karel, Nu kon Fidel naar hartelust mededraven. Even buiten 't hek zeide de knaap, terwijl hij zijn wandelstok aan zij mond bracht, tot zijn hond: ‘Fidel, Fidel, daar gaat hij!’ ‘Waf! waf!’ zoo klonk 't, en de hond sprong tegen den arm zijns jongen meesters op. Met een krachtigen zwaai slingerde hij eensklaps den stok verre van zich. Als een pijl uit den boog vloog Fidel nu 't weggeworpen voorwerp na, greep 't in zijn bek op en bleef staan kijken als om te vragen: ‘Wat is nu van je dienst, Karel?’

‘Apport, hier!’ zoo luidde 't bevel - en de trouwe viervoeter was in een ommezien terug.

Nu klopte Karel hem met vriendelijke woorden tegen den kop en stak hem zoo in de hoogte, dat 't inderdaad maar heel gelukkig was, dat Fidel tot 't hondengeslacht behoorde. Kinderen kunnen gewoonlijk niet tegen lof en maken er maar al te vaak misbruik van.

‘Hoor eens, Fidel, omdat je nu zoo gehoorzaam aan mij bevel geweest bent, moogt ge met mij naar 't dorp draven, en als wij dan den brief op de post hebben gedaan, gaan wij spelen.’

‘Waf! waf!’ zei de hond, als om zijne vreugde over dit besluit te kennen te geven. Karel bracht den brief in verzekerde bewaring, Fidel greep weer den stok op, en nu ging 't in éen adem dorpwaarts. 't Was goed, dat zij er waren, want de knaap kon niet meer en moest bekennen, dat zijn hond hem in 't loopen verre de baas af was. Karel zette zich eerst eene wijle neer om te rusten. Inmiddels voegden zich een paar schooljongens bij hem.

‘Is dat nu die hond, die niet meer van jou vandaan wilde?’ zei een van hen.

[pagina 8]
[p. 8]

‘Ja,’ sprak Karel.

‘'t Is waarlijk een mooi dier, wat heeft hij mooie ooren en een harigen staart!’ vervolgde de eerste.

‘'t Is net of ik hem wel meer gezien heb,’ viel de andere jonge dorpeling in.

‘Zoo!-maar nu is hij van mij, en niemand kan hem meer terugkrijgen,’ zei Karel.

‘Kan hij kunstjes?’ vroeg de eerste spreker.

‘Of hij die kan, wel honderd!’ hernam Karel zonder op 't oogenblik, goed te weten, hoeveel honderd is.

‘Wil je ereis een zien, dat heb ik hem pas geleerd,’ ging Karel onmiddellijk voort.

‘Ja!’ riepen beiden te gelijk.

‘Kom hier, Fidel, en laat dien jongens eens zien, wat je kan.’

De hond had niet veel zin; want er waren niet ver van hem een paar vrienden, met wie hij eens gaarne wilde kennis maken of de kennismaking vernieuwen. Hij stond herhaaldelijk stil en blafte als een stout kind, dat lang niet tevreden is over 't bevel zijner ouders.

‘Dadelijk hier! Fidel,’ klonk 't weer, en eindelijk kwam de hond met loome schreden nader.

Op eens riep Karel:
‘Wat zweet hij! wat zweet hij, Fidel!’

Verbeeld u, mijn lezer, den schrik van een der jongens, toen de hond hem onverwachts op den rug sprong, hem de pet van 't hoofd haalde en die uit zijn bek wegslingerde.

De jeugdige dorpeling stond zoo verbluft te kijken, dat hijzelf niet wist, was er met hem gebeurd was. Karel en de anderen schaterden van 't lachen, en eerst een poosje later, toen de verschrikte knaap van zijne verbazing zich hersteld had, begon hij ook te lachen en zocht in 't volgende oogenblik zijne pet op.

‘Zoo iets heb ik van een hond nog nooit gezien! weet ik, wat er met mij voorviel,’ zeide deze, ‘heb jij hem dat geleerd?’

‘Ik begrijp niet goed,’ sprak de andere boerenjongen heel onnoozel, ‘waarom de hond je pet afgrijpt, als je hem toeroept: wat zweet hij!’

‘Dat is niet slim van je,’ zeide Karel. ‘Als je bezweet bent, doet 't je dans niet goed, als jij je pet afneemt; welnu, dien dienst bewijst je nu mijn Fidel.’

‘'t Is recht aardig,’ spraken beiden.

Karel wilde Fidel nog een toertje laten doen, maar eensklaps kreeg hij zijn vaders knecht in 't oog, die zeker eens kwam onderzoeken, of de brief wel goed en zeker op de post gekomen was.

[pagina t.o. 9]
[p. t.o. 9]


illustratie

 
't Spijt mij, dat je dezen keer
 
Mij veel reden geeft alweer
 
Over jou te klagen.
 
Ik ontzeg je straks mijn schoot,
 
En in plaats van boterbrood
 
Krijg j' een goed pak slagen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken