Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen (1971)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.92 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Editeur

P.J. Buijnsters



Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen

(1971)–Jodocus van Lodenstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 46]
[p. 46]

Hert-sterckte in Jehova
Op 1 Sam. 30: vers 6.Ga naar voetnoot*

 
Soet Geselschap dat met myGa naar voetnoot1
 
's Hemels Heerscher vry en bly
 
Pleegt te loven met gesangen
 
In 't gesegend Vaderland;
5[regelnummer]
Nog en swijg' ik niet gevangen:
 
's Hemels Geest en kend geen band.
 
 
 
's Hemels Geest te dieren pand
 
's Hemels Geest en kent geen band.
 
Hoor des Heren Lievelingen
10[regelnummer]
Paulus en sijn Met-geselGa naar voetnoot10
 
In de wreede Boeyen singen:
 
's Hemels Geest en kent geen quel.
 
 
 
Israël in Babels dwang
 
Weygerde ('t is waar) den sang:
15[regelnummer]
Want men vergde 't Heylig singen
 
Onder 't Goddeloos gejuyg;
 
Dies sy liever treurig hingen
 
Aan de wilgen 't Vreugde-tuyg.Ga naar voetnoot18
 
 
 
Maar en is niet 's Hemels Oog
20[regelnummer]
Off wy laag sijn / even hoog?
[pagina 47]
[p. 47]
 
Sitten wy in treurig duyster /
 
Nog behoudt dat eeuwig Ligt
 
Al sijn glansch / end al sijn luyster /
 
Weerdig al ons Loff en digt.Ga naar voetnoot24
 
 
25[regelnummer]
Wis den Hemel is het all -Ga naar voetnoot25
 
Weerdig / en wy niet met al.
 
Mag die maar in Glory blinckenGa naar voetnoot27
 
Doe Hy dan vry dat Hy doet /
 
Of wy drijven / of wy sincken
30[regelnummer]
Wat Hy doet is even goed.
 
 
 
Wy sijn niet dan voor den Heer /Ga naar voetnoot31
 
En ons Heyl is in sijn Eer;
 
En sijn eer in al sijn wercken:
 
Als Hy ons dan sincken doet /
35[regelnummer]
Kunnen wy sijn lof maar stercken;
 
Wat Hy doet is even goed.
 
 
 
Wijsheyd sonder eynd' of paalGa naar voetnoot37
 
Sijn sijn wegen altemaal:
 
Sijn sy suerheyd / sijnse soetheyd /
40[regelnummer]
Laat ons altijd swijgen stil /
 
Want de wesentlijcke Goedheyd
 
Maackt het goed met dat Sy 't wil.
 
 
 
Quaad! segt somtijds ons gevoel /
 
End' ons wijsheyd mist haar doel:
45[regelnummer]
Maar soo wy de reden sagen
 
Waarom dus den Hemel koos /Ga naar voetnoot46
 
Bleeck ons wijsheyd was te traag / en
 
All'ons sinnen sinneloos.Ga naar voetnoot48
[pagina 48]
[p. 48]
 
Vaack wy meenen 's Heren Eer
50[regelnummer]
Was op and're wijs veel meer
 
Dan op dese / te verbreyden:
 
En wy feylen in den vond /Ga naar voetnoot52
 
Om dat anders als wy seyden
 
In sijn Raad geschreven stond.Ga naar voetnoot54
 
 
55[regelnummer]
Ondoorgrondelijcken Raad!
 
Daar maar enckel wijsheyd staat.
 
On-naspeurelijcke Vonden!
 
On-berispelijck Besluyt!
 
On-bereyckelijcke Gronden!
60[regelnummer]
On-uyt-sprekelijck Beduyd!Ga naar voetnoot60
 
 
 
Raad, waar door den Hemel staat
 
En der Aarden wigt / en maat
 
Over-cundig uyt-gevondenGa naar voetnoot63
 
Over-constig is gestelt /
65[regelnummer]
En verordent sijn de stonden /
 
En de Sterren all' getelt.
 
 
 
Raad, waar na den Hemel sweeft /
 
En sig voegt wat is / of leeft:
 
Die de raderen en sneckenGa naar voetnoot69
70[regelnummer]
Van dit magtig uyr-werck drijft:Ga naar voetnoot70
 
En besorgt dat geen gebreck enGa naar voetnoot71
 
Sy / of yets te rugge blijft.
[pagina 49]
[p. 49]
 
Raad, ons Min soo weerdig wis
 
Als de Goedheyd selver is.
75[regelnummer]
Wie soud' oyd om eygen voordeel
 
Wenschen dat dien Keten brack?
 
Of dat schatten in sijn oordeel
 
Ligter dan sijn ongemack?
 
 
 
Nutter ging dit gantsche Rond /
80[regelnummer]
Dan een myt daar van / te grond.Ga naar voetnoot80
 
Daar (dunckt my) verliest sig alle
 
Vryheyd / Vrienden / Rijckdom / staat;
 
Laat het sincken / laat het valle'
 
Als maar desen Raad bestaat.
 
 
85[regelnummer]
Soet geselschap! buygt uw knien /
 
Dat den Hemel 't ons doe sien /
 
En ons wille doe verdrincken;
 
Tot wy met verwondering
 
In dien Ocean versincken /Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
En vergeten alle ding.

Op 't Fort Nieuw Rees 28. in wintermaand 1673.

voetnoot*
Tijdens zijn gevangenschap als gijzelaar in 1673 (zie Inleiding) schreef Lodenstein vier liederen van vertroosting, gericht aan de Utrechtse kring van intieme vrienden die elkaar in hun samenkomsten plachten te stichten. Deze vier liederen werden door de dichter zelf in 1674 met een korte voorrede afzonderlijk uitgegeven onder de titel Meditatien over eenige van 's Heeren Gods Eygenschappen.
Hert-Sterckte I en II hebben als uitgangspunt 1 Sam. 30: 6: ‘En David werd Zeer bange, want het volk sprak van hem te steenigen; want de zielen van het gansche volk waren verbitterd, een iegelijk over zijne zonen en over zijne dochteren; doch David sterkte zich in den Heere, zijnen God.’
voetnoot1
Soet: aangenaam.
voetnoot10
sijn Met-gesel: Silas nl.; te Filippi in de gevangenis geworpen zijnde zongen zij Gode lofzangen (Hand. 16:25).
voetnoot18
't Vreugde-tuyg: de harp, cf. Ps. 137: 2.
voetnoot24
Loff en digt: lofdicht (hendiadys).
voetnoot25
Wis: stellig.
voetnoot27
Het adhortatieve maar is typerend voor piëtistisch idioom. Trimp, p. 145, geeft vele voorbeelden, zoals ‘Staat gy maar op en toont u sterck’, ‘Sluyt maar het oog eens voor dien straal’. Het WNT noemt dit gebruik niet.
voetnoot31
niet: niets.
voetnoot37
sonder ... paal: onbepaald.
voetnoot46
dus: aldus.
voetnoot48
sinnen: peinzen.
voetnoot52
feylen: falen, schieten te kort.
vond: vinding.
voetnoot54
Raad: raadsbesluit, Gods eeuwige plan dat Hij met de mensen en de wereld voorheeft.
voetnoot60
Beduyd: uitleg, betekenis.
voetnoot63
Over-cunnig: overmachtig; het WNT XI, 1809 vermeldt alleen overkunnen = iemand de baas zijn.
voetnoot69
snecken: veren.
voetnoot70
uyr-werck: de kosmos wordt vaak met een ingewikkeld horologium vergeleken, cf. O. Benesch, The Art of the Renaissance in Northern Europe, Cambridge (Mass.) 1947, Chapter VIII; A.C. Crombie, Augustine to Gallileo II, Science in the later Middle Ages and early Modern Times, XIII-XVII centuries, London 1961, p. 76, 196.
voetnoot71
besorgt: ervoor zorgt.
voetnoot80
myt: spinachtig insect (als teken van uiterste nietigheid).
voetnoot89
dien Ocean: metaforische aanduiding van Gods oneindigheid, evenals zee; talrijke voorbeelden bij mystieke en piëtistische schrijvers, cf. Langen, p. 341-342.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken