Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen (1971)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.92 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Editeur

P.J. Buijnsters



Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen

(1971)–Jodocus van Lodenstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Genoegen in het cleyneGa naar voetnoot*

 
On-nosel diertje! sprack u taal /Ga naar voetnoot1
 
U liefelijcke stemme-straal /
 
Uw wijse treckjes altemaal:
 
Wat wijsheyd soud gy ons /
5[regelnummer]
Wat wijsheyd soud gy ons al leeren?
 
Wat wijsheyd leert gy ons dog niet?
 
Nu 't Godlijck Woord-boeck van u lied
 
Ons waarlijck wijs-maackt; en 't bediedGa naar voetnoot8
 
Leert van uw lieflijck quinckeleren.
[pagina 65]
[p. 65]
10[regelnummer]
Cleyn segt gy (Menschjes) ben ick: cleyn
 
Mijn nootdruft is / en nesje reyn /
 
En koos daar voor geen Conings pleyn /Ga naar voetnoot12
 
Want groter can ick niet
 
Want groter can ick niet besitten.
15[regelnummer]
Mijn vol genoegen / mijn genugt
 
Heb ick als d'ongebonde vlugt
 
Mag kiesen d'eyndelose lugt /
 
En 't sonne-ligt my schenckt sijn' hitten.
 
 
 
Laat d'Oyevaar / de grote Swaan
20[regelnummer]
Veel rijsen slepen af end' aan /Ga naar voetnoot20
 
Ick sal een vrolijck liedje slaan
 
Mijn Schepper onder diesGa naar voetnoot22
 
Mijn Schepper onder dies ter eeren:
 
Wat ben ick veler sorgen vry!
25[regelnummer]
Wat singt en springt mijn hertje bly!
 
Ick werd benijd nog ick beny /
 
En niemant steurt mijn quinckeleren.
 
 
 
De sotticheden van uw breyn
 
De soeticheden van het Cleyn
30[regelnummer]
Verwarelosen; om een pleynGa naar voetnoot30
 
Veel groter dan gy cunt
 
Veel groter dan gy cunt besitten:
 
Daar uw genoegen uw genugt
 
Vind ruymer ligt / en ruymer lugt /
35[regelnummer]
Daar 't hert om 't eyndelose sugt /
 
En branden can in Hemelsch' hitte.
[pagina 66]
[p. 66]
 
Siet (Mensch) met goeden oogen aanGa naar voetnoot37
 
Dat sotten grote gangen gaan /Ga naar voetnoot38
 
Maar leert met my een liedtje slaan
40[regelnummer]
Ons Schepper / dien gy kent /
 
Ons Schepper / dien gy kent / ter eeren:
 
Wat waart gy veler sorgen vry?
 
Wat song en sprong uw herte bly?
 
Doet dog soo / of com (cont gy) my
45[regelnummer]
(Ick sal het doen) uw lof-sang leeren.
 
 
 
Dat soete beckje / 't pluym-gediert /
 
Dat wuff van tackje op tackje swiert /Ga naar voetnoot47
 
Spelt vast mijn vonnis; dog bestiertGa naar voetnoot48
 
Mijn gangen oock / en ick
50[regelnummer]
Mijn gangen oock / en ick wil 't volgen.
 
Weg! ydel eer / ondraaglijck pack!
 
Gemack vol lastig ongemack!
 
Weg! wigtig Goud! ick kies den tackGa naar voetnoot53
 
Van 't heyl dat my heeft opgeswolgen.Ga naar voetnoot54

11. Wintermaant 1659.Ga naar voetnoot55

voetnoot*
Thematische verwantschap met Vondel's Wiltzangk (WB, IX, p. 279) nodigt uit tot een vergelijking. In beide gedichten bezingt het vrolijk vogeltje zijn onbezorgd geluk dat zo schril afsteekt tegen het hebzuchtig gezwoeg van de mens. Hoewel ook Vondel een verbinding legt tussen het Beatus ille-motief van Horatius en de evangelische bezitloosheid van Mattheus 6: 26, culmineert bij hem de geluksstaat van de vogel toch in een eeuwige bruiloft hier op aarde. (cf. W.J.M.A. Asselbergs Staatzucht en bruiloft, in Nijmeegse colleges, Zwolle 1967, p. 198). Het vogeltje van Lodenstein wijst nadrukkelijker naar het hemels heil. De luchtige liedvorm met zijn drievoudige rijmen, zijn verkleinwoorden en retarderende effecten evenaart overigens Vondel's Wiltzangk.
voetnoot1
On-nosel: onschuldig.
voetnoot8
bedied: betekenis.
voetnoot12
Conings pleyn: koninklijk paleis.
voetnoot20
rijsen: takjes.
voetnoot22
onder dies: ondertussen.
voetnoot30
pleyn: ruimte, plaats.
voetnoot37
met goeden oogen: zonder afgunst (niet in WNT); cf. het omgekeerde: iets of iemand met schele ogen aanzien.
voetnoot38
groote gangen gaan: ‘de grote mijnheer uithangen’; cf. WNT IV, p. 219-220: gangen gaan = zich gedragen.
voetnoot47
wuff: snel, beweeglijk.
voetnoot48
Spelt: voorspelt.
vast: diverse mogelijkheden: 1) vast en zeker; 2) onophoudelijk; 3) reeds; cf. Weijnen, paragraaf 110.
voetnoot53
wigtig: hier met dubbele betekenis van ‘gewichtig’ en ‘zwaar’.
voetnoot54
opgeswolgen: cf. voor wat hierboven, p. 64, over Lodensteyn's intellectieve beeldspraak is opgemerkt.
voetnoot55
Wintermaant: december.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken