Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uyt-spanningen (2005)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uyt-spanningen
Afbeelding van Uyt-spanningenToon afbeelding van titelpagina van Uyt-spanningen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.41 MB)

Scans (8.43 MB)

XML (2.02 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. Ros

L. Strengholt



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uyt-spanningen

(2005)–Jodocus van Lodenstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 27]
[p. 27]

Op de Uitspanningen van de hr. Jodocus à Lodenstein.

 
Wat lieffelijk geluit komt daar mijn' ooren strélen
 
Dat door een zoete kragt mijn logge Geesten wekt,Ga naar margenoot2
 
En dat bekoorlijk dringt door al d ondeilbre délenGa naar margenoot3
 
Van mijne Ziel; die zy ten Hémel voert en trekt.
 
 
5[regelnummer]
My dunkt het is 't gezangh van Scharen zaalig' Eng'len,
 
Gedaalt op Aarde ne'er, uit 't Heilrijk Hémel-Hof,
 
Die op een wondre wijz haar stemmen t zamen meng'len,Ga naar margenoot7
 
Tot stigtingh van den Mensch, en Godes hoogste lof.
 
 
 
O neen ik mis, het zijn geheil'gde WederboornenGa naar margenoot9
10[regelnummer]
(Ik oordeel na de liefd, zoo schyn niet gaat voor 't zijn,Ga naar margenoot10
 
God kent de herten van Geveinsd' en Uitverkoornen,Ga naar margenoot11
 
Bezonder in dees Eeuw, daar Wezen wijkt voor Schijn.)Ga naar margenoot12
 
 
 
Die hoor ik onder een, en by' er zelfs, uitgalmen,Ga naar margenoot13
 
Gedigte Liederen op maat en maat-gezangh;
15[regelnummer]
En ondermengt met Gode-toegedigte-Psalmen,Ga naar margenoot15
 
Door Izr'els Dichter op gezongen over langh.Ga naar margenoot16
 
 
 
Het zijn de vrugten van d' Heer Lodensteins a'emhalingh
 
En zoet Uitspanningen; ô Geestig Tijdverdrijf!Ga naar margenoot18
 
O bézig Ledig zijn, en speelen gaans bepalingh!Ga naar margenoot19
20[regelnummer]
Wat doet den Man al dienst in zijn Niet-doens bedrijf.
 
 
 
Dan als zijn Geest vermoeit door 't Leerzaam overdenkkenGa naar margenoot21
 
Van iet hoogwigtigs, dat God of Gods-zaak betreft;Ga naar margenoot22
 
Om 't Zwak en sterff'lijk brein niet al te zeer te krenkken,Ga naar margenoot23
 
In 't rusten van dat werk, hy een zoet Lied op heft.
[pagina 28]
[p. 28]
25[regelnummer]
Of als hy af geslooft door 't woelende bezoekenGa naar margenoot25
 
Van Christi Léden in (ja buiten zelfs) zijn Wijk;Ga naar margenoot26
 
(Zoo die hem sméken of die hem des niet verzoeken)Ga naar margenoot27
 
Dan rust hy werkend' in de Dicht-Kunst op Musijk.
 
 
 
Zie daar het Ziel-bankket dat ons de Lédig' uren,Ga naar margenoot29
30[regelnummer]
Van déze waarde Man, verschaft, vol lekkerny;
 
Waar van het Zap, het Mergh, de kragt en smaak zal durenGa naar margenoot31
 
Tot inder Eeuwigheid. Gods Kind'ren kom, Sta by.
 
 
 
Sta by, en luister toe, hoor hoe Gods Lievelingen,
 
Haar Zielen, op'er stem geleunt, doen HémelwaartGa naar margenoot34
35[regelnummer]
Op vliegen, vol van vreugd; en lust u mee te zingen,Ga naar margenoot35
 
Vervoeg u by haar, in hunn Hémel vreugd op Aard'.
 
 
 
Maar gy onbandigh volk, baldad'g' Aardsche Wichters,Ga naar margenoot37
 
Met enkkel dertelheid gevoed en vet gemest,Ga naar margenoot38
 
Loop tot de Werkken van onkuissch' en geile Dichters:
40[regelnummer]
Raak aan dit Heill'ge niet, maar vlied dat, 't is u 't best.
 
 
 
Want zoo 't geviel dat gy 't gehoor maar quaamt te leenen,Ga naar margenoot41
 
Na dit zoet Ziel-vervoerend Dicht werk, och gy wierd
 
Onfeilbaarlijk verrukt! uw Geest vloogh ligt daar heenenGa naar margenoot43
 
Door heel een ander Geest gedréven en gestiert.Ga naar margenoot44
45[regelnummer]
Maar yd'le Werreldlingh wat zou 't u kunnen schaden
 
Dat eens uw Geest een ander zwier en vlugt nam? Och!Ga naar margenoot46
 
'k Herroep mijn zeggen; neen 'k wil u wat béters raden,Ga naar margenoot47
[pagina 29]
[p. 29]
 
'k Zegh, leest en zingt-ze togh met aandagt en opmerkkingh,
50[regelnummer]
't Zal wonder zijn zoo niet uw Ziel word aangeraakt
 
En lieffelijk gestreelt, door een verborge werkkingh,
 
En proeft een zoeter zoet als zy ooit heeft gesmaakt.
 
 
 
Die smaak zal u vry meer behagen en gevallen,Ga naar margenoot53
 
Als 't schijn zoet dat men in de wulpsche Dicht-kunst proeft
55[regelnummer]
Die vunsse Lied'ren zullen u uit d' handen vallen,Ga naar margenoot55
 
Als iet af-kérigs, dat de Ziel ter dood bedroeft.
 
 
 
Dank heb, Godzaal'ge Man die in deez nare tijden
 
En schuim der Eeuwen aller ramp en gruw'len vol,
 
Ons leert gematigt zijn, en ons in God verblijden,
60[regelnummer]
Terwijl den Werreldlingh als zinneloos en dol,Ga naar margenoot60
 
 
 
Wanhopend', hier en daar, zijn hertzeer zoekt te stillen,Ga naar margenoot61
 
Met dert'le Zangen, in 't Gezelschap, by de wijn:
 
Wy wraken dat vermaak Heer Lodenstein, en willenGa naar margenoot63
 
Dat uw' Uitspanningen ook zullen d' onze zijn.
 
 
 
A. GODART.
[pagina 30]
[p. 30]

Op de Uitspanningen van de hr. Jodocus à Lodenstein. Abraham Godart, de maker van het drempeldicht Op de Uyt-spanningen, was in Utrecht werkzaam als krankenbezoeker en ouderling in de Waalse gereformeerde gemeente. Voor de Utrechtse nadere reformatie-drukker Willem Clerck verrichtte hij redactioneel werk. Ook vervaardigde hij vertalingen uit het Frans, o.a. van werk van Jean de Labadie. In hetzelfde jaar als het drempeldicht op de Uytspanningen verscheen van hem in een afzonderlijk pamflet een Lyk-dicht op het overlijden van Voetius; een jaar later gevolgd door een Lyk-klagt op het overlijden van Van Lodenstein. De eerste vijf strofen gebruikt de dichter om tot zijn onderwerp te komen: een lofdicht op te stellen wat voor liefelijk geluid tot zijn oor doordringt. Het blijkt het gezang van ware vromen te zijn, die uit Van Lodensteins liedbundel zingen.

In de strofen 6-8 wordt ingegaan op de omstandigheden waaronder Van Lodenstein zijn liederen dichtte, namelijk op momenten ter ontspanning tijdens zijn drukke ambtelijke bezigheden. Godart refereert hier aan de titel van de dichtbundel.

In het volgende deel (str. 9-14) worden zowel ‘Gods kinderen’ als de ‘ijdele wereldlingen’ aangespoord om de bundel dikwijls en met aandacht ter hand te nemen. Even lijkt het erop, dat de dichter het losbandige volk wil adviseren deze heilige gezangen maar niet aan te raken. Hij corrigeert zichzelf echter: zij zouden daardoor namelijk van het zingen van wereldse liederen kunnen worden afgetrokken.

In het slot (str. 15 en 16) zegt de dichter Van Lodenstein dank voor zijn dichterlijke arbeid en wenst hij, dat diens ontspanning ook die van de gebruikers van de bundel mag zijn.

Godart laat zich in dit gedicht duidelijk als een geestverwant van Van Lodenstein en de Nadere Reformatie kennen. Zo is hij pessimistisch gestemd over de geestelijke ontwikkelingen in zijn tijd. Het wezen gaat steeds meer wijken voor de schijn (str. 3) en hij betitelt de dagen waarin hij leeft, als het schuim der eeuwen, vol van allerlei ramp en gruwel (str. 15).

Ook het fulmineren tegen de losbandigheid en dartelheid van het volk, die zich uit in het zingen van onkuise en vunzige liederen (str. 10 en 14), past binnen her kader van de opvattingen van de Nadere Reformatie.

Het lofdicht munt niet uit door een hoge dichterlijke vlucht of bijzondere gedachten.

Wel past het goed binnen de zeventiende-eeuwse classicistische, barokke traditie, waarbinnen ook vele van Van Lodensteins gedichten geplaatst kunnen worden. De dichter maakt gebruik van alexandrijnen, stapelt in de typering van Van Lodensteins werkwijze de paradoxen op elkaar (str. 5-7), gebruikt herhaaldelijk de zelfcorrectie (str. 3 en 12) en formuleert zijn gedachten nogal eens in de vorm van vraagstellingen, aansporingen, directe aansprekingen en uitroepen (str. 1, 8, 9, 15 etc).

margenoot2
logge Geesten: trage geestvermogens
margenoot3
bekoorlijk: op aangename wijze
margenoot7
wijz: manier
margenoot9
mis: vergis me
margenoot10
na: naar; zoo: indien althans
margenoot11
Geveinsd': huichelaars
margenoot12
dees Eeuw: deze tijd; daar: waar
margenoot13
Die: nl. de geheil'gde Wederboornen, r. 9; onder een: onder elkaar; by' er zelfs: voor zichzelf
margenoot15
ondermengt: vermengd
margenoot16
Izr'els Dichter. nl. David; over langh: al lange tijd geleden
margenoot18
Geestig: geestrijk
margenoot19
speelen gaans bepaligh: vorm van ontspanning
margenoot21
Dan: Dan eens
margenoot22
iet hoogwigtigs: iets heel belangrijks
margenoot23
te krenkken: aan te tasten, te vermoeien
margenoot25
woelende: drukke
margenoot26
Christi Léden: de leden van het lichaam van Christus, dus de leden van de christelijke gemeente
margenoot27
Zoo (...) verzoeken: Of ze hem nu vragen of niet
margenoot29
Ziel-bankket: lett. lekkernij voor de ziel, dus dat wat tot stichting is voor het zielenleven
margenoot31
Mergh: pit
margenoot34
Haar: hun; op'er stem geleunt: leunend op hun stem
margenoot35
lust u: als u zin hebt
margenoot37
onbandigh: losbandig; Wichters: schepselen
margenoot38
dertelheid: lichtzinnigheid
margenoot41
zoo 't geviel: als het zou gebeuren
margenoot43
Onfeilbaarlijk: absoluut zeker; ligt: gemakkelijk
margenoot44
heel (...) Geest: nl. de Heilige Geest
margenoot46
zwier: wending
margenoot47
mijn zeggen: nl. de oproep om deze liederen te mijden, r. 37-40
margenoot53
vrij: heel wat
margenoot55
vunsse: vuile, slechte
margenoot60
dol: dwaas, verdwaasd
margenoot61
zijn hertzeer: de pijn van zijn hart
margenoot63
wraken: keuren (...) af; Heer Lodenstein: aangesproken persoon

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Uyt-spanningen, behelsende eenige stigtelyke liederen


auteurs

  • Abraham Godart