Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uyt-spanningen (2005)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uyt-spanningen
Afbeelding van Uyt-spanningenToon afbeelding van titelpagina van Uyt-spanningen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.41 MB)

Scans (8.43 MB)

XML (2.02 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. Ros

L. Strengholt



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uyt-spanningen

(2005)–Jodocus van Lodenstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 47]
[p. 47]

3
Symeons lof-sang,
Uytgebreydet.

Op de wijs van Repicavan.Ga naar margenoot+

I.

 
Nu laat gy HeerGa naar margenoot1-7
 
Uw knegt in vrede gaan/Ga naar margenoot1-7
 
Den weg van al het sterfelijcke vleeschGa naar margenoot1-7
 
Den weg van al het sterfelijcke vleesch/Ga naar margenoot1-7
5[regelnummer]
Die al mijn heylge Vaderen traden:Ga naar margenoot1-7
 
Ik ben dees' aarden en dees moeyte sat/Ga naar margenoot1-7Ga naar margenoot6
 
Ick ben dees aarde en dees moeyte sat.Ga naar margenoot1-7Ga naar margenoot7

II.

 
So ga ick danGa naar margenoot8-14
 
Na 't woord aan my geschiet/Ga naar margenoot8-14Ga naar margenoot9
10[regelnummer]
Want ick uw salicheyd nu heb gesien:Ga naar margenoot8-14
 
Want ick uw salicheyd nu heb gesien:Ga naar margenoot8-14
 
Dat Heyl/ so heylig/ so salig/ so claar/Ga naar margenoot8-14Ga naar margenoot12
 
Dat sig verwondert al het hemelsch Heyr.Ga naar margenoot13
 
Dat sig verwondert al het hemelsch Heyr.Ga naar margenoot8-14

III.

15[regelnummer]
Godt self vertoontGa naar margenoot15-21
 
Sig in 't veragte vleesch/Ga naar margenoot15-21Ga naar margenoot16
 
En deckt sijn heerlijckheyd met so een wolck:Ga naar margenoot15-21Ga naar margenoot17
 
En deckt sijn heerlijckheyd met so een wolck:Ga naar margenoot15-21
 
Om heerlijckheyd en leven te gevenGa naar margenoot15-21
20[regelnummer]
Aan alle Volcken/ daar de Sonne rijst.Ga naar margenoot15-21
 
Aan alle Volcken/ daar de Sonne rijst.Ga naar margenoot15-21

IV.

 
Nu staat den ben berg.Ga naar margenoot+Ga naar margenoot22-28
 
Van 't heylig heerlijck huys/Ga naar margenoot22-28
 
Uw Syon schoon/ op aller bergen top:Ga naar margenoot22-28
25[regelnummer]
Uw Syon schoon/ op aller bergen top:Ga naar margenoot22-28
 
Een opgesteken Baniere om hoog/Ga naar margenoot22-28Ga naar margenoot26
 
Daar al 't benaude henen vloeyen sal.Ga naar margenoot22-28Ga naar margenoot27
 
Daar al 't benaude henen vloeyen sal.Ga naar margenoot22-28
[pagina 48]
[p. 48]


illustratie

V.

 
Aan 't HeydendomGa naar margenoot29-35
30[regelnummer]
Een ligt vol vrolijckheyd/Ga naar margenoot29-35
 
En dat haar leyde door dees doods-valley:Ga naar margenoot29-35Ga naar margenoot31
 
En dat haar leyde door dees doods-valley:Ga naar margenoot29-35
 
Aan uw verkoren Israel een glanschGa naar margenoot29-35Ga naar margenoot33
 
Vol Heerlijckheden. Hallelu-jah.Ga naar margenoot29-35
35[regelnummer]
Vol Heerlijckheden. Hallelu-jah.Ga naar margenoot29-35

I. Loumaand 1666.Ga naar margenoot+

[pagina 49]
[p. 49]

Symeons lof-sang, uytgebreydet. De eerste van twee bewerkingen (zie tekst 9) van de lofzang die de oude Simeon aanheft, als hij in de tempel het kind Jezus in de armen houdt, Lukas 2:25-35. De elementen van de Schrifttekst overnemend, breidt L. die in eigen bewoordingen uit. Bovendien last hij een parafrase van Micha 4:1 in (strofe IV), die zeer wel past in een verband waarin de komst van de Messias in zijn betekenis voor alle volken aan de orde is. In weerwil van de met nadruk uitgesproken levensmoeheid (r. 6-7) is de grondtoon van het lied blij. De herhalingen, door de gekozen melodie uitgelokt, versterken het lyrische gehalte van dit rijmloze lied. Het metrum is jambisch, maar de melodie liet in de vijfde regel der strofen een opmerkelijke ritmische variatie toe (vgl. Trimp (1), 86, waar echter bij vergissing van str. 1 de zesde regel wordt geciteerd). Dezelfde melodie vinden we bij de teksten 36 en 108. Trimp (1), 32-33, betoogt dat de herhaalde bewerking van de nieuwtestamentische liederen aannemelijk maakt, dat L., die meestal op zondag dichtte, zijn thema's ontleende aan de stof van de preek. De datering van dit lied op Nieuwjaarsdag 1666 - rond de kerstdagen dus - wijst in dezelfde richting.

 

Lit.: Trimp (1), 32-33, 35, 83, 86, 95.

margenoot+
Melodie: De populaire melodie Repicavan las campanillas (‘Daer wierdt geluidt. de klokken gongen’), oorspronkelijk een Spaans hoflied met een gitaarmelodie van Estienne Moulinié uit 1626, wordt vanaf 1643 in verschillende Nederlandse liedbundels gebruikt; ook is er een Nederlandse uitgave in de Livre septieme, Amsterdam 1657. Vgl. Ruth van Baak Griffioen, Jacob van Eyck's Der Fluyten lusthof (1644-c1655), z.p. 1991, 303-307.
In de laatste versregel van elke strofe worden de eerste vijf lettergrepen herhaald.
margenoot1-7
Luk. 2:29a, ‘Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede (...).’
margenoot1-7
Luk. 2:29a, ‘Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede (...).’
margenoot1-7
Luk. 2:29a, ‘Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede (...).’
margenoot1-7
Luk. 2:29a, ‘Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede (...).’
margenoot1-7
Luk. 2:29a, ‘Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede (...).’
margenoot1-7
Luk. 2:29a, ‘Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede (...).’
margenoot6
dees moeyte: de moeite des levens (Simeon wordt traditioneel als een hoogbejaard man voorgesteld.)
margenoot1-7
Luk. 2:29a, ‘Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede (...).’
margenoot7
In de editie 1676 staan de woorden Ick ben dees aarde een keer teveel.

margenoot8-14
Luk. 2:29b-30, ‘(...) naar Uw woord; Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien.’
margenoot8-14
Luk. 2:29b-30, ‘(...) naar Uw woord; Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien.’
margenoot9
Vgl. Luk. 2:26: ‘En hem was een Goddelijke openbaring gedaan door den Heiligen Geest, dat hij den dood niet zien zou, eer hij den Christus des Heeren zou zien.’
margenoot8-14
Luk. 2:29b-30, ‘(...) naar Uw woord; Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien.’
margenoot8-14
Luk. 2:29b-30, ‘(...) naar Uw woord; Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien.’
margenoot8-14
Luk. 2:29b-30, ‘(...) naar Uw woord; Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien.’
margenoot12
claar: helder stralend
margenoot13
het hemelsch Heyr: de hemelse legerschare, Luk. 2:13
margenoot8-14
Luk. 2:29b-30, ‘(...) naar Uw woord; Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien.’

margenoot15-21
Luk. 2:31, ‘(. .) Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken.’
margenoot15-21
Luk. 2:31, ‘(. .) Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken.’
margenoot16
veragte: schamele
margenoot15-21
Luk. 2:31, ‘(. .) Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken.’
margenoot17
Vgl. voor deze wijze van zeggen bijv. Ex. 16:10
margenoot15-21
Luk. 2:31, ‘(. .) Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken.’
margenoot15-21
Luk. 2:31, ‘(. .) Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken.’
margenoot15-21
Luk. 2:31, ‘(. .) Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken.’
margenoot15-21
Luk. 2:31, ‘(. .) Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken.’

margenoot+
Mich. 4:1.
margenoot22-28
Mich. 4:1, ‘Maar in het laatste der dagen zal het geschieden, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen; en hij zal verheven zijn boven de heuvelen, en de volken zullen tot hem toevloeien.’
margenoot22-28
Mich. 4:1, ‘Maar in het laatste der dagen zal het geschieden, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen; en hij zal verheven zijn boven de heuvelen, en de volken zullen tot hem toevloeien.’
margenoot22-28
Mich. 4:1, ‘Maar in het laatste der dagen zal het geschieden, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen; en hij zal verheven zijn boven de heuvelen, en de volken zullen tot hem toevloeien.’
margenoot22-28
Mich. 4:1, ‘Maar in het laatste der dagen zal het geschieden, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen; en hij zal verheven zijn boven de heuvelen, en de volken zullen tot hem toevloeien.’
margenoot22-28
Mich. 4:1, ‘Maar in het laatste der dagen zal het geschieden, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen; en hij zal verheven zijn boven de heuvelen, en de volken zullen tot hem toevloeien.’
margenoot26
opgesteken: omhooggestoken; vgl. voor het beeld van de banier: Jes. 11:10 en 12, 49:22 en 62:10
margenoot22-28
Mich. 4:1, ‘Maar in het laatste der dagen zal het geschieden, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen; en hij zal verheven zijn boven de heuvelen, en de volken zullen tot hem toevloeien.’
margenoot27
al 't benaude: alles wat in benauwdheid verkeert
margenoot22-28
Mich. 4:1, ‘Maar in het laatste der dagen zal het geschieden, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op den top der bergen; en hij zal verheven zijn boven de heuvelen, en de volken zullen tot hem toevloeien.’

margenoot29-35
Luk. 2:32, ‘Een Licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël.’
margenoot29-35
Luk. 2:32, ‘Een Licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël.’
margenoot29-35
Luk. 2:32, ‘Een Licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël.’
margenoot31
haar: verwijst naar 't Heydendom, r. 29; leyde: leiden moge; dees doods-valley: deze vergankelijke wereld
margenoot29-35
Luk. 2:32, ‘Een Licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël.’
margenoot29-35
Luk. 2:32, ‘Een Licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël.’
margenoot33
De editie 1683 heeft luyster i.p.v. glansch.
margenoot29-35
Luk. 2:32, ‘Een Licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël.’
margenoot29-35
Luk. 2:32, ‘Een Licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël.’
margenoot+
Loumaand: januari

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Uyt-spanningen, behelsende eenige stigtelyke liederen


datums

  • januari 1666


lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank