Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uyt-spanningen (2005)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uyt-spanningen
Afbeelding van Uyt-spanningenToon afbeelding van titelpagina van Uyt-spanningen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.41 MB)

Scans (8.43 MB)

XML (2.02 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. Ros

L. Strengholt



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uyt-spanningen

(2005)–Jodocus van Lodenstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 623]
[p. 623]

128
AandagtenGa naar margenoot+
Op het salig Sterven Van D. Johannes Theodorius Vander Wenden.
Overleden in 't jaar 1664.

I.

 
Een Jongman/ die in 't duyster enkel ligt was;
 
Een Man/ so deugdsaam/ of hij maar van deugd was/Ga naar margenoot2
 
Een Man/ dien wie maar hoord' of sag gestigt was/Ga naar margenoot3
 
Een Man/ die droevig scheen en vol van vreugd was/
5[regelnummer]
Een Man/ die Geestelijck/ als of hy Geest was/
 
Een Man/ die aan sig selven als gansch dood was/Ga naar margenoot6
 
Een Man/ die in gevaren onbevreest was/
 
Een Man/ die onverwrickelijck in nood was/Ga naar margenoot8
 
Een Man/ die aller wereldlingen smert was/
10[regelnummer]
Een Man/ die aller Hemelingen oog was/Ga naar margenoot10
 
Een Man/ die in den Hemel met het hert was/
 
Een Man/ die hier in werck/ in rust om hoog was/Ga naar margenoot12
 
Een Man/ die 's Hemels wijsheyd seer gewend was/
 
Een Man/ diens raad van Vromen noyd gewraackt was/Ga naar margenoot14
15[regelnummer]
Een Man/ die meest sijn kenners onbekend was/Ga naar margenoot15
 
Een Man/ die sweeg/ en swijgende bespraackt was/
 
Is nu helaas! d' ondanckbre werld ontogen/Ga naar margenoot17
 
En daar hy so lang heen-ging; heen-gevlogen.Ga naar margenoot18

II.

 
Waarom of Vander Wenden, by sijn VanGa naar margenoot19
20[regelnummer]
Den Menschen niet bekend was?
 
Om dat hy Van den Hemel maar een spanGa naar margenoot21-22
 
Af-was/ en dat de Wereld ongewent was.Ga naar margenoot21-22
 
 
 
De Goedheyd had uyt ongemeene gunstGa naar margenoot23
 
Een Keursteen hem gegeven/Ga naar margenoot24
25[regelnummer]
Daar op met on-navolgelijcke kunstGa naar margenoot25
 
Een nieuwe Naam voor eewig stond geschreven.
[pagina 624]
[p. 624]
 
Een Naam van so een duydsel/ so een cragtGa naar margenoot27
 
Dat yder een verlegenGa naar margenoot28
 
Of schrickt; of dien oncundig niet en agtGa naar margenoot29
30[regelnummer]
Ten sy hy selv dien gunstig heeft vercregen.Ga naar margenoot30
 
 
 
Die Steen, die Naam was Hem so weerdig datGa naar margenoot31
 
Hy alles cond veragten/
 
En 's werelds condschap van sijn Naam (een schatGa naar margenoot33
 
Der ydelheyd) grootmoediglijck be-lagten.Ga naar margenoot34
 
 
35[regelnummer]
Den Hemel had dien Keur-steen tot een steenGa naar margenoot35
 
Ten toets' op eerd gegeven/
 
Te toetsen wie Johan maar van 't gemeenGa naar margenoot37
 
Soud' agten/ wie Hem Hemel-hoog verheven/Ga naar margenoot38
 
 
 
En des wie dese Naam ook heeft. En sietGa naar margenoot39
40[regelnummer]
De Heere mogt vry soecken/Ga naar margenoot40
 
Men kende Johan nog sijn Naam schier nietGa naar margenoot41
 
By soo veel wijsen/ soo veel wereld-cloecken;Ga naar margenoot42
 
 
 
Tot dat Hy dood was: doe begondmen meerGa naar margenoot43
 
Van Johans Naam te hooren.
45[regelnummer]
Niet wonder/ want gemeenlijck Deugdes EerGa naar margenoot45
 
En agting werd met 's Deugdsaams dood gebooren.

III.

Vra.
 
Maar waarom sterft Een so met deugd bepereld?Ga naar margenoot47
I. Antw.
 
't Geen aan een duyster oog het Sonneligt is/Ga naar margenoot48
 
't Geen aan een teder' hand een swaar gewigt is/Ga naar margenoot49
50[regelnummer]
't Geen aan een vuyle sleck het suyvre sout is/Ga naar margenoot50
 
't Geen aan een sog den Diamant of 't goud is/Ga naar margenoot51
 
't Geen aan een Sot een raad heylsaam en wijs is/Ga naar margenoot52
 
't Geen aan een sieke maag gesonde spijs is/
 
't Geen aan een bandelose een scherpe wet is/Ga naar margenoot54
55[regelnummer]
't Geen aan een pijnelijcke wond 't lancet is/
 
't Geen aan een walge-sieckt de Medicijn is/Ga naar margenoot56
 
't Geen aan een versche wond de geest van wijn is/Ga naar margenoot57
 
't Geen aan een woedend peerd den engen toom is/Ga naar margenoot58
 
't Geen aan een Vrese-vogt den frisschen stroom is/Ga naar margenoot59
60[regelnummer]
Dat was so Deugdsaam eenen aan de Wereld.Ga naar margenoot60
[pagina 625]
[p. 625]
II. Antw.
 
Is 't wonder dat den Seyl-steen naar het Noorden ylt?Ga naar margenoot61
 
Is 't wonder dat het volle vogt ten boorden ylt?Ga naar margenoot62
 
Is 't wonder dat de steen in 't nat te gronde gaat?Ga naar margenoot63
 
Is 't wonder dat den Hemel in het ronde gaat?Ga naar margenoot64
65[regelnummer]
Is 't wonder dat 't voldragen lam te voorschijn comt?
 
Is 't wonder dat de Mergen-Zon ten doorschijn comt?Ga naar margenoot66
 
Is 't wonder dat men daar comt daar men henenhaakt?Ga naar margenoot67
 
Is 't wonder datmen t' eynde van sijn wenen raackt?Ga naar margenoot68
 
Is 't wonder dat den vlam van 't vier na boven snelt?Ga naar margenoot69
70[regelnummer]
Is 't wonder dat een Sayer eens sijn schoven telt?
 
Is 't wonder dat de pijl vliegt so den boge staat?Ga naar margenoot71
 
So is het vreemd' dat Johan naar om hoge gaat.Ga naar margenoot72

Aandagten op het salig sterven van D. Johannes Theodorius vander Wenden. Een drietal stichtelijke gedachten naar aanleiding van het sterven van een van L.'s collega-predikanten uit Utrecht.

Johannes Theodorius van der Wenden was waarschijnlijk afkomstig uit Kampen, gezien het feit dat hij zich Campensis noemde. Later was hij voornamelijk bekend als ds. Theodorius. Hij genoot zijn opleiding in Utrecht, waar hij o.a. door Voetius theologisch werd gevormd. Hij werd in 1652 als proponent beroepen te Ede, vanwaar hij in 1655 naar Utrecht ging. Hij overleed in Utrecht op 24 juli 1664. In de voorrede van Jacobus Koelman in het boek Heilzame wanhoop van Th. Hooker staat vermeld, dat in Utrecht van Hookers tractaat een samenvatting circuleerde, geschreven door Johannes Theodori. Vanwege de waardering ervoor vertaalde Koelman Hookers geschrift in zijn geheel.

In L.'s dichtbundel staan naast deze tekst nog twee gedichten op het overlijden van medepredikanten, namelijk Van den Bogaert en Sanderus (de teksten 76 en 110). Deze tekst mist het treuren over verlies en de hartstochtelijke oproep tot boetedoening tot het volk, die in de beide andere teksten wel aanwezig zijn.

In de eerste ‘aandagt’ geeft L. door middel van talrijke tegenstellingen en paradoxen een typering van de overledene. Het thema van de tweede ‘aandagt’ is enigszins gezocht. Hoe kwam het dat Van der Wendens naam niet zo bekend was? Het antwoord luidt dat hij dicht bij de hemel leefde en een nieuwe geestelijke naam had, die hij zelf alleen wist. In de derde ‘aandagt’ wordt op de vraag waarom zo'n deugdzaam man toch gestorven is, op tweeërlei manier een zelfde antwoord gegeven: de deugd past veel beter in de hemel dan op de aarde.

In de zeventiende eeuw kon een gedicht over een droevig feit in een kunstige vormgeving gepresenteerd worden.

 

Lit.: Trimp (1), 32, 45; Trimp (3), 173.

margenoot+
Titel Aandagten: overpeinzingen; D: dominee
margenoot2
of (...) was: alsof hij slechts uit deugden bestond
margenoot3
Enigszins verwrongen zin. L. bedoelt: een man, die ieder stichtte, wie hem ook maar hoorde of zag.
margenoot6
Vgl. Kol. 3:5
margenoot8
onverwrickelijck: standvastig
margenoot10
Hemelingen: nl. Gods kinderen; oog: oogappel
margenoot12
die (...) was: die zijn werk hier (op aarde) trouw deed, maar hemelsgezind was als hij uitrustte; er is hier sprake van een chiasme.
margenoot14
van: door; gewraackt: afgekeurd
margenoot15
L. geeft aan dat zelfs de kennissenkring van Vander Wenden hem niet echt kende.
margenoot17
ontogen: onttrokken (aan)
margenoot18
daar (...) heen-ging: waar hij zolang naar op weg was; er is een tegenst. tussen heen-ging en heen-gevlogen.

margenoot19
by sijn Van: bij zijn familienaam
margenoot21-22
een span Af-was: een geringe afstand verwijderd was
margenoot21-22
een span Af-was: een geringe afstand verwijderd was
margenoot23
Goedheyd: nl. God; uyt ongemeene gunst: in (Zijn) bijzondere genade
margenoot24
Vgl. Openb. 2:17, ‘en Ik zal hem geven een witten keursteen, en op den keursteen een nieuwen naam geschreven, welken niemand kent, dan die hem ontvangt.’
margenoot25
Daar op: waarop; on-navolgelijcke kunst: onnavolgbare kunstzinnigheid
margenoot27
duydsel: betekenis
margenoot28
verlegen: in heilige verlegenheid gebracht (wordt)
margenoot29
schrickt: (erom) bekommerd is; dien oncundig: daarmee onbekend
margenoot30
gunstig: uit genade
margenoot31
so weerdig: zo veel waard
margenoot33
's werelds condschap van sijn Naam: zijn bekendheid in de wereld
margenoot34
ydelheyd: vergankelijkheid
margenoot35
Den Hemel: nl. God; steen: toetssteen
margenoot37
Te toetsen: om te toetsen; van 't gemeen: als een gewoon iemand
margenoot38
agten: beschouwen; verheven: geeerd
margenoot39
des: dus; wie (...) heeft: nl. wie ook Gods kind is
margenoot40
mogt: kon; vry: rustig
margenoot41
Lees: er waren dus bijna geen kinderen van God.
margenoot42
wereld-cloecken: verstandigen wat het wereldse leven betreft, vgl. Matth. 11:25, Luk. 10:21
margenoot43
doe: toen
margenoot45
Niet wonder: dat is niet verwonderlijk; gemeenlijck: gewoonlijk

margenoot47
bepereld: versierd
margenoot48
aan: voor; duyster: verduisterd, blind
margenoot49
teder': zwak
margenoot50
sleck: slak
margenoot51
sog: zeug, vgl. Spr. 11:22
margenoot52
raad: advies
margenoot54
bandelose: vrijbuiter; scherpe: strenge
margenoot56
walge-sieckt: walgelijke ziekte
margenoot57
geest: kracht
margenoot58
engen toom: strakke teugel
margenoot59
Vrese-vogt: angstzweet
margenoot60
so Deugdaam eenen: zo'n deugdzaam mens
margenoot61
Seyl-steen: magneet; ylt: zich spoedt
margenoot62
het volle vogt: de overvloedige vloeistof; ten boorden: naar de kant
margenoot63
't nat: het water; te gronde: naar de bodem
margenoot64
L. gaat uit van het wereldbeeld van Ptolemaeus (100-178), met de aarde als middelpunt van het heelal.
margenoot66
Mergen-Zon: morgenlicht; ten doorschijn comt: doordringt
margenoot67
daar men henenhaakt: waar men naar verlangt
margenoot68
t' eynde: aan het einde
margenoot69
vier: vuur; na: naar
margenoot71
so den boge staat: waarheen de boog gericht is
margenoot72
So: dan; om hoge: de hemel

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken