Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uyt-spanningen (2005)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uyt-spanningen
Afbeelding van Uyt-spanningenToon afbeelding van titelpagina van Uyt-spanningen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.41 MB)

Scans (8.43 MB)

XML (2.02 MB)

tekstbestand






Editeurs

A. Ros

L. Strengholt



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uyt-spanningen

(2005)–Jodocus van Lodenstein–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 660]
[p. 660]

Incipit-register

De getalsaanduiding is die van het tekstnummer. Als een versregel met 't begint, wordt uitgegaan van de volgende hoofdletter. 't Hovaardig..., etc. moet dus onder de H gezocht worden.

Ah! dat mijn hert (door d' oogen 122
Ah! Heere Jesu treckt gy 't herte 11
Al ist van Cruys, van leed/ van droefheyd/ van verdriet/ 57
Almagtig Heer! gedugte Godt! 85
Almagtig Vader lief! die my van kinds been aan 53
Als den Hemel in erbermen/ 31
Als N. gesond was en sijn volck gesond was/ 1291
Andries gy stoft op uyt-gelesen Boecken/ 129v
 
Comt al wat leeft 104
 
D' onnosle Ziel die slegte maagd/ 127
Daar is het oude Jaar verdwenen/ 81
Daar is 't water op sijn hoogste/ 111o
Daar leyd helas! daar leydt die diere mond 77b
Daar 's nu de soete tijdt! verblijt 71
Daar sie ick 't heylig Priesterlijck gewaad 15
Daar slaat de clock al drie/ vier slagen/ 88
Daar stond de Son, en maackte desen dag 100
Dat gaat taamlijck/ dat gaat vlugge/ 111l
Dat gy/ Heer/ Salomons vergunning my 45
Dat is los? maar wat dit drayen 111f
Dat 's nu gedaan! nu wil ick voorts gaan heen 112
De lage Son/ mijn Vriend/ ontreckt my bloem 99
De salige N.N. schoot uyt den droom/ 77a
De steene bergen nu als jonge kalv'ren springen/ 68
De tijd van seventig of tagtig jaar 119
De waarheyd, vriend sijt gy gewoon te sparen, 129i
Den Hemel is ons vreugd, 103
Des Heren Dood werd statig overdagt 121
Des werelts hulp in nood/ omringt van dat gespuis 18
Die God/ mijn siel/ daar tegen gy bestond 12
Diepe kolcken/ nare gronden 126
Dit waren eertijds brede wegen/ 87
Dits 't boeck van Margariet 109
Doe Is-rael sijn nare sugten 30
Doe 't Land in dertelheden 120
Doet yemand sorg/ of jaren beven/ 50
Droncken sijn in stercke drancken/ 24
 
Een gouden croon om 't weerdig hooft te vlyen 96
Een Jongman/ die in 't duyster enkel ligt was; 128
Een Lied; te singen op een Feest 114a
Een Lust-hof is mijn ziel gelijck/ 39
Een Siel uyt duysend bitterlijck bedroeft 116
Ey! wijckt wat Hoge scholen! 38
 
Gaat segt oyt weer/ dat die den Hemel dient 90
Geluckig dien de Soon 23
Gerardus ging op verre reyse/ en seyd 117
Godt sonder trouw te dienen is so goed 129j
Goud is/ voor de werld/ begeerlijck/ 129o
Grauw wil 't gemack in 't setten van sijn voeten/ 129z
Grootmoedig Hert! Dat alles over-schrijdt/ 36
Gy laat/ dien gy vind rede staan/ 9
Gy segt Lo-nicsaph 'k heb geen tijd  
Gods Woord te lesen 129d
Gy segt Niclaas mijn aard is vry/ en ick en can niet 129u
Gy segt/ dat gy Voorganger op den weg sijt 129k
 
Had gy dat Heerlijck' oyd gesien/ 63
Half-gesleten droefheyd stelpen 78
Hallelu-jah! Hallelu-jah! 33
Hemelsch Heer! die 't gevaard/ 6
Hemelsch Ooge! wilt gy dogen 123

[pagina 661]
[p. 661]

Henderickjes Soete blickjes/ 115
Hert-cnagend onversetlijck Nagt-gepeyns/ 10.1
Het vinnig stralen van de Son/ 75
Het Volk beginter twe wat vreselijck te agten. 129y
Heyl'ge Jesu! Hemelsch voorbeeld! 55
Hier en is het niet te rusten! 111h
Hoe! mijn Verre-sigt vergeten? 111a
Hoog! om hoog! mijn siel/ na boven! 56
Hoog-hert staat op de wagt van hoger ampt en eere/ 129w
Hoor Volcken al van d' een en d' and're werld hoor even 130
't Hovaardig Menschen-hert in togten 26
Hovaardig' overmoed! Wat staat gy 't steygrend hert 13
 
Ick dagt sou 't hert beset met so veel sonden 46
Is dan ons lot nog onder 't pack te hygen! 80
Israels Heyr! Israels Heyr! 76a
 
Jan hief sijn hand en dreygd met volle leden Peter 129r
Johannes wenschte dat sijn lichaam frisch waar 129g
 
Laat uw gena Genadig Heer! ontbinden 92
Looft den Heer gy Cherubijnen! 7
 
Maat! wat weer ist! 'k heb in 't rusten 111i
Men segt dat Judas boos sijn Meester heeft verraden; 129b
Mewaardig Hemelsch Heer, ay! doet ons sugten 106
Mijn Jesu lief/ mijn aldertrousten borg! 42
Mijn Leeraar segt altijd/ het swaarst moet 't meeste wegen/ 129e
Mijn Leraar heeft my 't herte door-bewogen/ 129n
Mijn siel wat moest u droefheyt naar sijn 65
Mijn siel! mijn vlugge siel! die alles ondersoeckt/ 41
Mijn vriend van my met hulp beweldaadt heeft hem 129h
Myn arme siel soo clagelijck gedompelt 22
Myn Hert/ gelijck een hert/ door doornen 29
Myn siel bedenkt hoe vlytig gy bewaard wert 16
Myn Vader die mijn smerte siet/ 32
Myn Vader laat uw kind toe/ dat gy rede 25
Myn Vader! had gy voor uw andre kind'ren 95
Myn Vriend of gy gescheyden Duysend mijlen 94
Myn ziel al wist ick niet waar uyt uw romp 10.2
 
N. seyd Hy was op elcke slag verdagt 129t
N.N. Als den Bruyd'gom in den 93
N.N. Gy leegt veel groote fleuyten vast/ 129s
Na-botster Echo! Die de stille Min 124
Nu aan! Nu aan! Des werelds schonen blick/ 49
Nu is ons hert dees aar-de moe: 69
Nu op! mijn Geest/ waart gy eens stomp/eens traag/Eens droog. 113b
 
O! diere gunst! 89
O Here Jesu! wat vertreckt 21
O Heylig! Heylig! Heylig Heer! 114b
O! Heylig/ Heylig/ Heylig Ligt! 37
O Kruys-nacht schoner dan de dagen! 107
O minnelijckst' Emanuel! 43
O! Onbesonnen Land! geleydet 110
O Opperwesig Heere! 131
O siel! door d' onrust van Gods soon 60
O! Utregt! doe gy 't buyrige land 101
Off ick de Leden sonder Hooft sie hollen/ 129q
Oneyndig Ligt! die 't Hemelsch heyr gestaackt 82
On-herroepelijcke jeugd! 52
On-nos'le reyne dieren/ 44
On-nosel diertje! sprack u taal/ 47
Onnosel hert! O Duyve sonder gal! 40
Ontsachelijcke en Heyl'ge Majesteyt/ 66
On-vergelijckelijck geduld! die al den hoon 19
Op uw gena/ Genadig Heer, ontbinden 91
Oseb-ja, dat is een geval van uw Conscienty/ 129f
Oud Alpisch wijd-vermaard gebergt 83
 
Quaad-aard had door meyneed vermoord sijn siel/ 129p
 
Reysig geselschap! dat den grijsen top 84

[pagina 662]
[p. 662]

'k Sag in uw hoogste nood geen meed'ly t' uwer baten, 14b
Sag ymand stiller weder? 113c
Salig is dien man in wandel/ 27
Schepsels snood! Die mijn hart 51
Schipper! na wy daar wat aten 111j
Schipper! siet gy daar wel leggen 113a
Schipper! wat is dit te seggen 111d
Schrickt so niet; want al dat tieren 111m
Sie daar! sie daar! daar gaat den Hemel op! 74
Siele die geneygt tot lieven/ 125
Siet daar is 't Ligt! Daar is nu 't ligt! 72
Siet! als ick 't alles wel door-sie 54
Sluys, hoe dat ick verder seyle 111b
So daaltme plots van boven neer! 108
So soudmen hygen schoon de Nagt 73
Soet Geselschap dat met my 34
Soo gaat dat rijsend Ligt weer dalen! 79
Sy dwaalden door dit groote Rond 129m
 
'T Is hier al een tijd gelegen 111e
't Is (seyd Gods Bode) een onweerdeerlijcke spijse 64
't Sijn vier-en-veertig Jaren van uw leven 98
't Slapen is maar voor de nagt/ 102
't Vloeyend water comt ons tegen / 111n
Treur Nederlant! Treur Nederlant! 118
Treurige wanden van mijn hert ontstelt/ 105
'k Twijffel/ of den Hemel op der aard 70
 
Uw handen sijn wel sagt; sagt sijn uw teere wangen; 129a
Verblijd/ ver-blijd/ u alle tijd/ 61
Verdraagsaamheyd (riep Diotreeph) verdragen 129x
Vermoeyde siel/ al dat uw rusten 48
Vermogend Goud, dat om uw glans gepresen 14a
Vlugtige jaren! 97
Vraagt gy (Leser) wie hier legt? 76d
Vraagt niet/ waarom den Hemel slaat met so veel plagen/ 76b
Vrolijk hert! maackt groot den Heer/ 8
Vroome/ Onvroome/ Hater/ Vriend/ Blind'/ 76c
 
Waack op mijn siel/ nu moet gy weer 59
Waar blijft daar het Vaderland? 35
Waar heen mijn hert? gy steygert niet/ maar stijgt 10.3
Wat derelijcker clagen 17
Wat een woelen door elckander! 111g
Wat is Niclaas dat u met liefden heeft beladen? 129c
Wat woelt de wereld om den Hemel te bestormen? 28
Wat zegt gy Godloos rot! is Jesus croon van doornen? 20
Wel aan! mijn siel/ 't is in den dutt 58
Wel! dat mist my; want ick dagte 111k
Wel! wat botst daar! 't schip te bersten! 111c
Wie sleet heugelijcker dagen 62
Wonder Godt! wat wonder werck! 67


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken