Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put (1957)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put
Afbeelding van Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de PutToon afbeelding van titelpagina van Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

Scans (9.35 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.50 MB)

tekstbestand






Editeur

N.C.H. Wijngaards



Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put

(1957)–Mechteldis van Lom, Barbara de Put–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ga naar margenoot+40. Een ander van t'verlanghen naer t'hemelsch Ierusalem.

t'Kan gesonghen worden op de vose van t'voorgaende.

 
O leven vreedt, o lighams bant,
 
hoe swaer valt ghij mijn siele
 
door 't derven van ons vaderlant,
 
daer ick naer haeck soo seere!
5[regelnummer]
Ick vint mij hier gevanghen;
 
dit beswaert mijn verlanghen,
 
mijn siele treurt, mijn droefheijt deurt,
 
mijn ligham dat beseurt.
[pagina 247]
[p. 247]
 
O leven, eeuwigh leven soet,
10[regelnummer]
hoe swaer valt mij dat haecken
 
naer uwe ruste overvloijt!
 
Och, wanneer sal ick smaecken
 
dat Goddelijck in vloijen,
 
dat de siel ras doet spoijen
15[regelnummer]
om te omvaen Godts wesen saen?Ga naar voetnoot160.
 
Niet eer ben ick voldaen!
 
 
 
O hoe verlanght mijn siel en haeckt
 
naer dat soet in gheeste,
 
daer Godt sijn vrinden mee raeckt
20[regelnummer]
eewigh in s'hemels feeste!
 
Moght ick dat eens genieten,
 
hoe sou mijn hert dan schieten
 
veel pielkens, doch van soeten lof,
 
naer Godt in s'hemels hof!
 
 
25[regelnummer]
Ga naar margenoot+Nu moet ick sughten droeven toon
 
met die van Israeele.
 
Op de vloijden van babiloen
 
sit ick hier noch en weene,
 
als ick met mijn gedaghte
30[regelnummer]
naer t'hemels Sion trachte
 
en peijs de eer, die onsen Heer
 
daer wort gegeven meer.
 
 
 
Op die sanghen vol soet acort,
 
o sanctus, sanctus, sanctus!
35[regelnummer]
Noijt menschen oor en heeft gehoort
 
dien iubilate Deus!
 
O wie kan dit betrachtenGa naar voetnoot161.
 
sonder te doen droef klaghten,
 
dat in dangier verlinght blift schierGa naar voetnoot162.s
40[regelnummer]
sijn pelgrimagij hier?
[pagina 248]
[p. 248]
 
O wee mij, ongeluckigh mensch,
 
wie sal mij ontbinden
 
van mijn ligham naer mijnen wensch?
 
Mijn siel en gheest ut sinden
45[regelnummer]
naer t'hemels Sijon hooghe
 
bij Iesum mijn genoeghe?
 
O rijcke rust, weeldeghe lust,
 
naer u mijn siele durst!
 
 
 
Ga naar margenoot+Gelijck een hert, vermoijt gansch seer,
50[regelnummer]
dorst naer de clar fonteijne,
 
soo haeckt mijn siel naer u, o Heer,
 
en naer Sij ons schoon plaijne!
 
Geheel vermoijt van strijden
 
kom ick tot u gevlijden.
55[regelnummer]
Soeten Iesu, och nemt toch nu
 
mijn siel geheel tot u!
 
 
 
Maer is het uwen wille goet,
 
dat ick hier noch moet lijden;
 
het lijden is mij dan soo soet,
60[regelnummer]
als het eewigh verblijden.
 
Uwen wil is mijn g'noeghen.
 
Al doet ghij mij langh toeven,
 
uwen wille soet is al mijn goet
 
en rust, nu en altoost.
 
fin.
margenoot+
hs. p. 197
voetnoot160.
Uiting van het mystieke verlangen naar de eenwording met het goddelijk wezen.
margenoot+
p. 198
voetnoot161.
Beschouwen.
voetnoot162.
Gerekt wordt (verlengd), vooralsnog.
margenoot+
p. 199

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken