Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put (1957)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put
Afbeelding van Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de PutToon afbeelding van titelpagina van Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

Scans (9.35 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.50 MB)

tekstbestand






Editeur

N.C.H. Wijngaards



Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen van Mechtildis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedron-kroniek van Barbara de Put

(1957)–Mechteldis van Lom, Barbara de Put–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ga naar margenoot+41. Noch een liedeken van onse L. Vrouwe.

t'Kan gesonghen worden op de vose:
Het viel eens hemels douwe etc.

 
Lof, Maghet reijn, verheven,
 
Maria toeverlaet!
[pagina 249]
[p. 249]
 
Ghij sijt alleen gepresen,
 
die in mijn herte staet.
5[regelnummer]
Troost mij, schoone keijserinne,
 
als ick uws hebbe noot.
 
Ghij sijt, die ick beminne:
 
helpt mij in d'ur des doots.
 
 
 
Gij hebt soo veel mirackel
10[regelnummer]
de wereldt door gedaen!
 
Wilt oock, o brandend' fackel,
 
u ooghen op mij slaen!
 
Genaedt kont ghij verwerven
 
van uwen soon miniot.Ga naar voetnoot163.
15[regelnummer]
Och, als ick kom te sterven,
 
helpt mij in d'ur des doots.
 
 
 
Ga naar margenoot+Op u rust mijn betrouwen,
 
schoon blomken excelent.
 
Staet mij bij in benauwen,
20[regelnummer]
weest mij altijt present.
 
Des vijandts herdt bespringhen
 
dwinght door u maght seer groot,
 
soo sal ick u lof singhen.
 
Helpt mij in d'ur der doot.
 
 
25[regelnummer]
Als ick gaen overdencken,
 
dat ick eens sterven moet,
 
den gheest begint te sincken,
 
t'gepeijs mij treuren doet;
 
Weet niet, waer ick sal varen
30[regelnummer]
om mijn misdaeden groot.
 
Och wilt mij toch bewaeren
 
en bij staen in mijn doot.
 
 
 
Als ick moet comparierenGa naar voetnoot164.
[pagina 250]
[p. 250]
 
voor den richter alleen,
35[regelnummer]
wilt dan toch van mij weiren
 
t'pack der sonden onreijn.
 
Toont u kint tot dien stonde
 
u maghdlijck borste bloet.Ga naar voetnoot165.
 
Hij sal ut doen mijn sonde,
40[regelnummer]
als ghij mij bijstant doet.
 
 
 
Ga naar margenoot+Opdat ick sonder eijnde
 
boven in s'hemels plaijn
 
o sanna altijt singhe
 
bij u, o Maghet reijn!
45[regelnummer]
Die lof die noijt op arde
 
van iemant is gehoort.
 
Maria, hoogh van weerde,
 
helpt mij in d'ur der doot!
 
 
 
Al komt des vijandts maghte
50[regelnummer]
mij te beveghten groot,
 
ick en sal hem niet achten,
 
als ghij mij bijstant doet.
 
D'verdiensten uws liefs soone
 
leght dan in mijnen schoot,
55[regelnummer]
soo en sal ick niet schroomen
 
duijvel noch hel of doot.
 
 
 
Boven d'engelsche choorenGa naar voetnoot165*
 
sijt ghij Princes geeert,
 
door u soo is Godts tooren
60[regelnummer]
in soeten peijs verkeert.
 
Den lof wensch ick t'vermeeren
 
van u schoon rosken root,
 
al quadt wilt van mij keeren
 
nu en in d'ur der doot.
 
fin.
margenoot+
hs. p. 201
voetnoot163.
Geliefd.
margenoot+
p. 202
voetnoot164.
Verschijnen.
voetnoot165.
Weer een zeer bekende voorstelling in de beeldende kunst van de 17e eeuw: Maria die haar borsten toont aan haar Zoon om erbarming af te smeken door haar Moederschap.
margenoot+
p. 203
voetnoot165*
Prince-strofe.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken