Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Frank van Borselen en Jacoba van Beijeren (1790)

Informatie terzijde

Titelpagina van Frank van Borselen en Jacoba van Beijeren
Afbeelding van Frank van Borselen en Jacoba van BeijerenToon afbeelding van titelpagina van Frank van Borselen en Jacoba van Beijeren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.24 MB)

ebook (3.35 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

toneeltekst (modern)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Frank van Borselen en Jacoba van Beijeren

(1790)–Adriaan Loosjes–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 218]
[p. 218]

[32]

De Slotvoogd Jacoba verlaaten hebbende zag den brief van van Borselen in, volgens den algemeenen last, om aan geen gevangenen eenen verzegelden of ongeleezen brief te overhandigen. De inhoud deedt hem zidderen - en de grootste vertwijfling greep hem aan. Pligt en Eed streeden tegen de genegenheid voor Borselen en Jacoba.... Zal ik den aanslag, deeze gedachten klommen op in zijnen geest, zal ik den aanslag op het slot aan mijne zorg vertrouwd trouweloos en als een meineedige verzwijgen. - Zal ik Jacoba, zal ik Borselen misschien in een ongeluk dompelen.... maar ik weet den aanslag.... Hemel! Hemel! is men alleen een eerlijk man, om altoos met zwaarigheden te worstelen. - Maar mijn eed, mijn eed.... In deeze gedachten begaf hij zich weder na het verblijf van Phlips: en gehoor verleend zijnde gaf hij hem den brief van Jacoba met deeze woorden in handen.

Van uwe edelmoedigheid alles verwachtende geef ik u deezen brief, mij door Vrouw Jacoba in handen gesteld, over. Mijn pligt, mijn eed noodzaaken mij, tegen de stem van mijn hart aan, deezen brief in de

[pagina 219]
[p. 219]

handen van den Hertog te stellen. Zijt, smeek ik u op mijne knieën, den ongelukkigen genadig! - Ach, zij verdienen zulks....

De Hertog las hierop den brief van Jacoba, en naa een oogenblik peinzens, gaf hij denzelven met eenen glimlach aan den Stadhouder te rug.

Eerlijk man! U zeg ik dank voor uw bewijs van trouw, ondanks de tederheid uws harte. - Bezorg den brief aan van Borselen, en zwijg dat ik hem geleezen heb. Ik geef u vrijheid - bezorg hem. - En volhard in uwe trouw. Ik zal dezelve beloonen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken