De laatste zeetogt van den Admiraal de Ruiter
(1812-1813)–Adriaan Loosjes–
[pagina 457]
| |
Geschiedkundige aanteekeningen. | |
[pagina 459]
| |
Berigt.Wanneer men zich met eenig geschiedkundig onderwerp, ter vervaardiging van een dichtstuk, gemeenzaam gemaakt heeft, is het niet vreemd, dat men hetzelve aan een ander mededeelenden onderstelt, dat, zoo hij al niet diezelfde mate van kennis aan personen en zaken heeft, hij echter algemeene kundigheden daaromtrent bezit, welker aanwijzende herinnering hem misschien eenigermate zoude beleedigen: doch de uitkomst leert dikwerf, dat men in zijnen toehoorder of lezer te veel onderstelt. Ook dit althans is mijn geval geweest bij de uitgave van den Laatsten Zeetogt van den Admiraal de RuiterGa naar voetnoot(*), en ik zie dus van achteren, dat het beter ware geweest, dezelve van eenige Aanteekeningen te doen verzeld gaan. Om dit zooveel mogelijk te boeten heb ik, | |
[pagina 460]
| |
behalve om andere redenen, 'er mij toe gezet, om zoodanige Aanteekeningen omtrent sommige deelen, als mij toeschijnen van eenig nut te kunnen zijn, tot opheldering van dezelve, optestellen. Ik hope, dat zij, welke dit niet behoeven, het geenszins daarvoor zullen houden, als wilde ik, ongeroepen, als hun onderwijzer optreden. - Tot nog meerdere opheldering heb ik eene Kaart doen graveren, waarop de geheele Togt van de Ruiter is aangewezen, en meest alle daarin voorkomende plaatsen vermeld staan.
. |
|