Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Drie novellen (1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van Drie novellen
Afbeelding van Drie novellenToon afbeelding van titelpagina van Drie novellen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

ebook (3.00 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Drie novellen

(1879)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vreemde invloed. Mijne goede faam. Kromme Cies


Vorige Volgende

XV.

Thans weende zij op den schouder van Eugénie, evenals een weeskind, dat slagen van zijne stiefmoeder heeft gekregen, en schreiend bij haar om troost komt. Hare zusters ontkleedden en brachten haar naar bed, en lieten haar, nu dat zij wat gestild was, alleen, opdat zij rusten zou.

Men verwachtte dien dag bezoek: Croquet met zijne ge-

[pagina 30]
[p. 30]

trouwde zuster en haren echtgenoot, die overgekomen waren, benevens eenen heer van Bergen. Het middagmaal was voor dezen laatste tot vijf uren verschoven, en Justine vernam den klank der vorken en schotels en de verre stemmen der genoodigden beneden. Waarom kwam Alexis niet eens zien, hoe zij. het stelde? Het hadde haar goed gedaan, indien hij, die haar steeds als een kind behandelde, haar thans eens als een bedorven kind had vertroeteld en beklaagd; maar hij verscheen niet, en weenend verborg zij haar hoofd in het kussen. Zij hoorde zingen en de begeleiding op het klavier, en dan eenen stap die bovenkwam: het was Eugénie - zij zag het door de spleet der deur - die haar ververschingen bracht; maar zij deed alsof zij sliep, en de andere trok op de teenen naar beneden.

‘Gij moet niet gaan, gij moogt niet gaan,’ had Eugénie van het eerste oogenblik aan haren broeder gezegd. ‘Gij ziet wel, dat het kinderachtige grillen zijn,’ - inderdaad, zij had gelijk, dacht hij, en hield het ook voor grillen. - ‘Wij mogen haar niet involgen,’ ging Eugénie voort, ‘anders zal zij ons nog zulke tooneelen voorbereiden en ons zonder reden den doodsangst op het lijf jagen.’ En hij deed, hoewel ongaarne, wat zijne zuster hem aanbeval, hij ging niet eens tot bij zijne vrouw, en paste zonder goedheid de koele rede op de overdreven uitingen van haar harteleed toe.

Justine lag op het gebeurde na te denken: zij begon zich te schamen over hare onzinnige handelwijze, en bekommerde zich over het vermiste regenscherm: waar mocht het toch gebleven zijn? Het was dat van Henriette, en nu vreesde zij wel van verwijtingen te krijgen.

Des anderdaags ondervond zij tot haren niet geringen schrik, dat zij ook haar portemonnaie kwijt was; had zij het verloren? was het haar in het gedrang ontstolen, of had zij het weggeworpen? zij geloofde dit laatste. Dat was

[pagina 31]
[p. 31]

waanzin geweest: zij kon het bijna niet anders noemen.

Doch hare vrees voor opmerkingen was ongegrond: men sprak van het tooneel van den vorigen dag, noch van het regenscherm, toen zij des morgens benedenkwam; men omringde haar met zorgen; maar vroeg haar niet, hoe het ging, en dit nam zij voor een bewijs van fijngevoeligheid; ook bemerkte zij, dat Eugénie met voorkomendheid en als het ware onderdanig een pak kousen in haar werkmandje gelegd had, opdat zij die vermaken zou. Hoe pijnlijk deed het zicht er van haar echter aan, als de blijkbare oorzaak harer buitensporigheden. Alexis repte geen woord meer over het gebeurde.

Maar hare gezondheid herstelde niet goed, en de dokter. raadde verandering van lucht aan, en vroeg, of zij niet voor eenigen tijd naar buiten kon gaan.

Ja wel, te Masegem had zij eene bloedverwante: tante Oosterlink. Daar kon zij wel naartoe, en zij ging. Hare schoonzusters leidden haar naar den trein, - Alexis was naar de Hofbouwschool - en wie bij het afscheid die drie vrouwen elkander de hand had zien drukken en omhelzen, zou niet gedacht hebben, dat eenige wolk hare vriendschap verduisterde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken