Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter) (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)
Afbeelding van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)Toon afbeelding van titelpagina van In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

Scans (187.66 MB)

ebook (2.96 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

In onze Vlaamsche gewesten (onder pseudoniem W.G.E. Walter)

(1877)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 138]
[p. 138]

XXXIII.

Vrouw van Hulle was gewoon op Palmzondag haren Paschen te houden en den Zaterdag namiddag te voren te biecht te gaan. Zij was vroeg in de kerk en zat de eerste in de rij. Met een nederig hart las zij in haar boek. Zij onderzocht hare conscientie, en zegde meermalen bij zich zelve hare zonden op, uit vrees dat zij er eene vergeten mocht.

Om half twee hoorde zij den stap en het ruischen van den toog des pastoors achter zich. Hij trad in de sacristij, en verscheen aldra weder met het witte priestershemd en den stool aan om in den biechtstoel, volgens de leering van den katholieken Godsdienst, de plaats van Christus in te nemen.

Het is altijd met eene zekere aandoening, dat de penitent het venstertje achter het tralieraam hoort openschuiven, en den geestelijke met den

[pagina 139]
[p. 139]

neusdoek aan den mond het oor naar hem neigen ziet.

De godvruchtige vrouw maakte aandachtig het kruis en begon:

‘Eerwaardige biechtvader, ik beschuldig mij...’

Doch de pastoor had haar met een schuinsch weerlicht gezien of hare stem erkend, hij richtte zich weder half op, aanschouwde haar en sprak: - ‘Gij zijt vrouw van Hulle, indien ik mij niet bedrieg?’

‘Ja, Mijnheer de Pastoor,’ was het angstig fluisterend antwoord.

- ‘Vrouw,’ zei hij weder, ‘het zal onnoodig zijn, dat gij uwe biecht spreekt: ik heb vernomen, dat gij slechte gazetten hebt, en in dit geval is het mij van hooger hand bevolen de absolutie te weigeren. Gij zijt geabonneerd op het Volksbelang, een goddeloos blad, dat onze heilige Religie onder de voeten trapt.

‘Mijnheer de Pastoor,’ hernam de bevende vrouw ontschuldigend, ‘ik trek mij geene gazetten aan; ik lees er geene; ik houd mij met mijn huishouden en mijnen winkel bezig; gij moet zoo iets aan mijnen man zeggen.’

[pagina 140]
[p. 140]

- ‘Het is genoeg, dat ze in uw huis komen,’ hernam de biechtvader gestreng, ‘en dat gij daardoor het kwaad helpt verspreiden in plaats van het te keer te gaan. Gij moet die gazet laten varen, of gij kunt geen deel meer maken van de gemeenschap der heilige Kerk.’

‘Mijnheer de Pastoor,’ smeekte Gudule, wier schrik groot was van geene absolutie te krijgen, ‘ik beloof u, dat wij ons abonnement niet vernieuwen zullen; ik zal mijnen man er schoon om spreken, tot hij toestemt: ik beloof het u, Mijnheer de Pastoor.’

- ‘Vrouw,’ sprak deze weder, ‘ik mag maar uwe biecht aanhooren, nadat gij uwe belofte hebt volbracht, op bevel van hooger hand,’ voegde hij er nogmaals bij. ‘Ga naar huis en schrijf, of doe een briefje naar het bureel schrijven, waarbij gij verzoekt, dat het Volksbelang u niet meer gezonden worde: en kom dan Maandag of Dinsdag terug; maar’ hernam hij op eens, ‘dit is niet genoeg, gij hebt ook de Gazette van Gent. Deze moet insgelijks weg.’

‘Mijnheer de Pastoor,’ antwoordde de vrouw, ‘indien wij geene gazet meer mogen hebben, dan

[pagina 141]
[p. 141]

is onze herberg dood: dat weet ge wel. Overigens, wat is toch aan de Gazette van Gent te misprijzen? Zij laat alle godsdienstige vraagstukken en partijzaken ter zijde en geeft enkel het nieuws.’ - Dit had zij onlangs door Meester Aloïs hooren zeggen, en het kwam haar te pas, dat zij het onthouden had.

- ‘Die met ons niet is, is tegen ons; overigens, er zijn goede gazetten genoeg: neem in de plaats Het Fondsenblad of De Katholieke Week van Vlaanderen, of De Vlaamsche Leeuw.

‘Mijn man zal dat niet willen,’ prevelde Gudule.

- ‘Nog iets’ hernam de biechtvader,’ uw kleine Leopold, die toekomende jaar zijne eerste communie doet, leert slecht, ik moet het u zeggen; het is ook een straatschender: hij moet zich beteren, of....’

‘Of?’ lispelde zij met bange verwachting.

- ‘Of het zou mij spijten, indien ik genoodzaakt ware hem... hem...’

‘Uit te stellen! O Mijnheer de Pastoor, dat toch niet! Het arme kind zou er van sterven, en ik ook...’

[pagina 142]
[p. 142]

De geestelijke zag, dat hij het doel getroffen had. - ‘Dit is maar eene onderstelling,’ sprak hij, ‘door goede leiding en christelijke voorbeelden zal hij zich beteren, hoop ik. Ga nu en volg mijnen raad, en.... God zij met u,’ zei hij onverbiddelijk het venstertje toeschuivend.

Vrouw van Hulle zag vuurrood, toen zij uit den biechtstoel kwam: de kerk draaide voor hare oogen; doch tot hare kwelling had zij nog tegenwoordigheid van geest genoeg om op te merken, dat twee lange rijen wachtende boetelingen voor haar zaten, welke getuigen waren, dat zij den gebruikelijken Paaschpenning op het bord van den biechtstoel niet legde, en dus onwaardig was verklaard de heilige tafel te naderen en de pastoor haar had uitgesteld.

Niet lang nadien zag men op de koperen roeden dwars voor de onderste ruit van een vensterraam in het Gemeentehuis van Crocke enkel nog den blauwkleurigen Zondagsbode - eenvoudig annoncenblad hangen. Van Hulle had uitdrukkelijk verklaard, dat, indien hij noch het Volksbelang noch de Gazette van Gent hebben mocht, hij geen ander nieuwsblad in huis wilde.

[pagina 143]
[p. 143]

Weinige weken later nochtans lag het Fondsenblad in zijne herberg op tafel - telkens het nummer van den vorigen dag, dat de pastoor hem kosteloos zond, nadat hij het zelf gelezen had, en dat van Hulle niet weigeren mocht, wilde hij zich aan geenen volkomen ondergang blootstellen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken