Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Madeleine (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van Madeleine
Afbeelding van MadeleineToon afbeelding van titelpagina van Madeleine

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.92 MB)

ebook (3.07 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Madeleine

(1897)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XXXIX.

Eenige jaren zijn verloopen.

Zij zaten samen aan het ontbijt, de twee trouwe levensgenooten: Adelar was een oud heer en Suzanne een oude dame geworden; doch de tijd had hunne trekken niet ontsteld: wel hadden zij rimpels op voorhoofd en wangen, doch nog frisch en goed zagen zij er uit met hunne grijze lokken. Een gescheurde omslag met een vreemden postzegel en een reeds ge-

[pagina 140]
[p. 140]

lezen brief lagen open op de tafel: een brief van Madeleine, wederom een brief van nood, een schrijven om geld.

‘Geen centiem meer,’ zei Adelar besloten.

‘Geen centiem,’ herhaalde Suzanne.

Op dit oogenblik ging de deur open en Charlotte trad binnen. De tijd woog zwaar op hare schouders: zij was ineengekrompen, mager, en had vooruit-springende kaaksbeenderen; zij was armoedig gekleed. Hare oogen blonken zonderling en hare gemaakte kalmte zelve verried diepe ontsteltenis, hare ademhaling was snel en moeielijk.

‘Lees dat eens,’ zei zij, Adelar een brief voorhoudend.

Hij las luid:

 

Chicago, 10 Juli 18..

 

‘Beminde Moeder,

 

Wij zijn in den diepsten nood met onze drie kinderen. Zend ons om Godswille bijstand. Pierre is zijne laatste bediening door valsche aantijgingen kwijt, hij is overal tevergeefs om werk gaan smeeken, overal is hij van de hand gewezen en thans, tot het uiterste gedwongen, heeft hij, om eenige dollars in de week te winnen, zich vernederd tot het vegen der Straten....

Een luid gesnik van Charlotte onderbrak deze lezing.

[pagina 141]
[p. 141]

Adelar zag haar door zijne brilglazen aan zonder hare ontroering te deelen, nam den brief, die op de tafel lag, en sprak: ‘Zie, Charlotte, lees dit ook eens op uw beurt.’

Zij wischte hare tranen af en las:

 

Chicago, 10 Juli 18..

‘Beminde Ouders,

Wij zijn in den diepsten nood,’ enz.

 

Woord voor woord hetzelfde. Doch dit scheen Charlotte niet bezig te houden.

‘Wat nu gedaan? vroeg zij met nadruk.

‘Niets, volstrekt niets,’ antwoordde Adelar koel, ‘laat hen begaan, die niet wil werken, moet er de gevolgen van dragen.’

‘Niet willen!’ riep de moeder van Pierre verontwaardigd uit, ‘en gij hebt daar pas gelezen, dat die arme jongen tevergeefs overal heeft aangeklopt.’

‘Is hij niet reeds in Amerika op verscheidene bureelen geweest? Hebben wij hem, als het niet ging, gij en ik, geen geld gestuurd? Heeft hij niet alles verspild en zijn wij van het eerste jaar niet reeds moeten bijspringen om hem in eene houtzagerij en ik weet niet wat te stellen?’

‘Ja, maar hij is bedrogen geworden door zijn associé,’ bevestigde Charlotte met vuur, ‘schandelijk bedrogen, hij heeft het immers allemaal geschreven,

[pagina 142]
[p. 142]

Adelar! niet waar, Suzanne, gij moet het u ook herinneren?’ zei zij, zich als laatste middel tot deze om ondersteuning wendend.

Suzanne had tot dusverre rustig aan tafel gezeten en hare koffie gedronken.

‘Neem plaats, Charlotte,’ zei zij en schonk haar ook een kopje in en bood haar een bord met koeken aan.

Doch Charlotte antwoordde ‘neen’, dit koortsig afwijzend. ‘Welaan,’ bad zij, weder tot Adelar sprekend: ‘laat ons elk voor de laatste maal een paar duizend franken opzenden, daarmede kunnen zij iets aanvangen en hunne arme, unschuldige kinderen verzorgen.’

‘Geen centiem,’ zei Adelar, en Suzanne bevestigde zijne uitspraak door hare stilzwijgendheid.

‘Ach God, maar wij kunnen hen toch in den nood niet laten!’ jammerde zijne moeder.

‘En gij zelve, als gij u gansch voor hen hebt geruïneerd, wat zult gij dan doen?’ vroeg Adelar.

‘O, dat is mij om het even, ik denk daaraan niet,’ zei zij, opzettelijk in hare moederfierheid overdrijvend, ‘ik heb nog mijne juweelen, mijne diamanten oorringen van tante, ik zal ze verkoopen voor mijn arm kind, en’, voegde zij er als tergend bij, ‘wanneer ik niets meer bezit, welnu, dan zal ik ook bejaard genoeg wezen om in een gesticht voor oude vouwen opgenomen te worden.’

‘Charlotte zet u toch,’ bad Suzanne om de opgewondenheid harer nicht te dempen.

[pagina 143]
[p. 143]

‘Neen, neen... bloed trekt!’ zuchtte Charlotte met de hand op het hart en de oogen ten hemel, ‘het is u wel aan te zien,’ verweet zij hun op eens, ‘dat Madeleine uwe dochter niet is!’ Het was de eerste maal dat zij hierop vijandig dorst zinspelen.

‘Mogelijk,’ zei Adelar geraakt en op elk woord drukkend, ‘maar daar zij onze dochter niet is, nicht Charlotte, zullen wij haar ook niet als onze dochter behandelen.’

 

Zij waren op de bank van hun tuintje gezeten, Suzanne en Adelar.

Het was een warme avond: bij tusschenpoozen kwam een walm van bloemengeur over de lage muren tot hen overgewaaid en de schemering daalde zacht. Zij spraken nog eenmaal over Madeleine.

‘Zij laat niets meer van zich hooren,’ zei Adelar.

‘Des te beter,’ antwoordde Suzanne.

‘Wij zouden veel genoegen aan haar beleefd hebben, indien zij eene betere inborst had bezeten,’ merkte hij op, en na eene poos, innig: ‘ik heb dat kind zoo lief gehad, zoo lief als ware zij mijne eigene dochter geweest!’

‘En ik dan?’ luidde haar antwoord.

‘En nu te moeten zeggen,’ ging hij voort, ‘dat er niets - maar niets van dat gevoel is overgebleven, hoe treurig en zonderling...’

Zij zaten in gedachten verzonken.

[pagina 144]
[p. 144]

‘Die Pierre was ook een siechte knaap, een booze geest voor haar,’ hernam hij.

‘En zijne moeder, die zich voor hem van alles ontbloot had en nog op haar sterfbed om haren Pierre riep en zijn gouden hart roemde en hem uit de verte haar zegen zond!...’

Zij zwegen.

Een zwaluwenpaar had dit jaar onder hun geveldak een nestje gebouwd en vloog azend af en toe. Een der ouden zat thans boven hun hoofd te kwetteren.

Zij keken op.

‘Herinnert gij het u nog, Adelar, dat wij ginder te A. ook zwaluwen hadden?’

‘O ja, in het eerste jaar van ons huwelijk; dat huisje en dat hoveken zal ik nimmer vergeten!’

‘En weet gij het nog, dat gij eens eieren van een ander vogeltje in het nestje legdet en dat de ouden ze uitbroeiden en voedsterden met liefde en vreugd?’

‘Ja, ja, zeker weet ik het nog,’ en zij glimlachten, doch met zekeren weemoed, om die herinneringen.

‘En dan de kern! Och, Adelar, nooit zal ik uw aangezicht vergeten, toen gij gewaar werdt, dat het een wilde pruimboom was die in de plaats stond,’ lachte zij weder.

‘De perzikkern van onzen bruiloftsdag! Ja, Suzanne, en met welk geduld en hoop wij hem verpleegden!’

‘En hoe gij op het rampzalig boompje schoptet,’ zei zij. ‘na het zoo goed verzorgd te hebben!’

[pagina 145]
[p. 145]

‘Begoochelingen onzer jeugd, waar zijt gij heen!’ zuchtte Adelar, ‘doch niet alles was begoocheling, onze verkleefdheid voor elkaar was het toch niet, Suzanne...’

Ware het dag geweest, hij zou een traan van dankbaarheid in haar oog hebben zien glinsteren...

‘Maar hoe komen wij nu toch op dit alles?’ merkte hij gemoedelijk op; want sentimenteele ontboezemingen lagen niet in hun gewoonte, ‘zeg..... wij spraken...?’

‘Van de zwaluwen,’ hielp zij hem.

‘Maar eerst, spraken wij niet van heel iets anders, van wat dan?’

‘Ja?... van wat?..., ha, ik weet het,’ zei zij invallend, ‘wij spraken immers van Madeleine...’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken