Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een revolverschot (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een revolverschot
Afbeelding van Een revolverschotToon afbeelding van titelpagina van Een revolverschot

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een revolverschot

(1911)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 172]
[p. 172]

XLI.

De moord werd veel besproken, niet alleen te Vroden, maar in de omliggende gemeenten, als daar zijn: Crocke, Muilem, Diependale, Zompelgem en meer. In de eerste dagen spraken alle stadsdagbladen van 't land er over en de dood van Georgine, de aangewezen bruid van het slachtoffer, kwam weldra een nieuwe, groote eind-ontroering aan het slot der tragedie toevoegen. Zij was van verdriet gestorven, heette het. Zij werd afgebeeld als een poëtische, teergevoelige figuur, als een lentebloem door den eersten levensstorm geknakt.

In Vroden zelf weet men haar overlijden meer bepaald aan den val; men sprak in de andere dorpen van schedelbreuk, men vertelde, dat ze sedert den slag niet eenmaal tot bezinning meer gekomen was.

De dader bleef onontdekt; er kon geen rechterlijke vervolging plaats grijpen, daar men geen vermoede schuldigen vond. Niets was ontvreemd of aangeraakt in het huis der misdaad. Was het een wraakneming geweest, door het geheim omsluierd van geleden smaad? Ergens een drieste, mannelijke wedervergelding voor echtbreuk of een vrouwelijke sluipstraf?

Luc Hancq's gekende reputatie van galanterie liet het een en 't ander als mogelijk aannemen, hoewel men geen betrokken personen aan te duiden wist.

Daartegenover stond het verslag der wetsdokters: het scheen, dat hij zelf het wapen gehouden had en de plaats, waar hij getroffen was, kon moeilijk met de onderstelling

[pagina 173]
[p. 173]

van een ongeval overeengebracht worden: juist in de slape, met inzicht gemikt, en de revolver aan zijn rechten kant op den grond gevonden.

Maar om welke reden had hij zelfmoord gepleegd? Daar was de oplossing van 't raadsel te zoeken.

Onwaarschijnlijk was 't ook, dat hij, in wanhoop, eerst zijn wapenverzameling zou hebben uitgestald en opgewreven.

Zelfmoord? Hij zoo algemeen en zoo alom bemind, zoo gelukkig, zelf bemiddeld, de benijde bruidegom der jonge, rijke, schoone notaris-dochter!...

Onmiddellijk na Georgine's begrafenis, waarbij Marie niet tegenwoordig was, daar de uitvaart eerst - als meestal voor allerhoogste diensten - slechts een veertiental dagen later moest plaats hebben, had ze zich naar Gent begeven om voor rouwkleederen te zorgen.

Als huldeblijk aan de memorie harer zuster, koos zij den ‘grooten rouw,’ dengene, die voor ouders of kinders alleen gedragen wordt: het kleed met krip belegd, den langen sleep, den langen, dichten sluier.

Aldus keerde zij terug, geheel in 't zwart gehuld.

‘Mijn eeffrouwe kropt het allemaal op,’ zei Trientje bekommerd tot de buren, ‘ze zal een pakje aan haar hart vergaren en er van te kwiste gaan.’

De waarheid was, dat Marie nog geen traan had gestort en nu, na hoed en sjaal afgenomen, en van kleed te hebben verwisseld, ging ze dadelijk aan 't werk om al de sporen van Georgine's bestaan te doen verdwijnen.

Zij riep Stasius boven, die sedert den sterfdag te harent vernachtte en er nu ook zijn maaltijden nam. Het

[pagina 174]
[p. 174]

ledikant werd opgebroken en naar een zolderkamertje gedragen...

Wat zag het slaapvertrek er nu groot uit!

Dit gedaan zijnde, opende zij de ruime mantelkast. Wat aan Georgine toebehoord had, hing rechts.

De slechtste plunje werd te hoop op den grond geworpen en in een pak gebonden: voor het armenhuis. De beste kleederen moest Trientje op den arm boven dragen.

Deze pruilde reeds, bemerkend, dat ze zelve niets van al die gretig begeerde schatten krijgen zou.

Marie sloeg er niet de minste acht op. Zij hing hare eigene kleederen wijder uit elkaar en dacht:

‘Nu is er plaats over.’

En terwijl zij de schuifladen der commoden ledigde op het bovenblad en op stoelen rondom zich, en al die vertrouwde voorwerpen: hemden, rokken, kousen, mutsen, zakdoeken opeenstapelde, of een stapel bij onachtzaamheid omstiet, dacht ze nogmaals:

‘Het is toch zonderling, dat ik er niet in weet (geen spijt over heb), niet, nu eens oprecht volstrekt niet.’

De ringen en de armbanden legde zij bij hare juweelen, dingen, die ze in lang, wellicht nooit meer ter hand nemen zou.

En toen zat ze neder, een oogenblik verpoozend.

Alles werd in eenige bundels saamgesnoerd, dat was ook voor 't armenhuis, voor de zieken in 't hospitaal, deed zij Stasius, die het geschenk overbrengen zou, aan Moeder Overste zeggen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken