Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een revolverschot (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een revolverschot
Afbeelding van Een revolverschotToon afbeelding van titelpagina van Een revolverschot

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een revolverschot

(1911)–Virginie Loveling–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 197]
[p. 197]

XLVIII.

Diep in den nacht.

Ha! Zij sprong op, en met de volle zelfbewustheid harer euveldaad, doch weder bestierd door het beheerschend commando, dat haar arm wapende en hare rede tot zwijgen bracht, ging ze, nog aangekleed, want ze was niet te bed geweest, stil en voorzichtig om Trientje niet te wekken, het licht dragend in de hand, die zelfs niet beefde, naar het kolenkot.

Daar lag de hamer, welke diende voor het aan stukken slaan der groote klompen.

Wraaklust doorgloeide haar als een koortsvuur.

Zij doofde de lampepit uit.

In volslagen duisternis overschreed zij den drempel van het toegangspoortje tot het kerkhof, dien ze zoo lang vermeden had.

De wind streek over 't lange, dorre gras.

Ze kende 't graf, al was ze 't nooit genaderd. Even zag ze nu de silhouette van de rechtopstaande, gebroken zuil in de duisternis afgeteekend en daarover, in spikkelende, doffe blankheden de honderden bloemen van den porseleinen rouwkrans, die groot als een wagenwiel was.

Een geweldige hamerslag bonsde er op neder.

Onzichtbaar sprongen de scherven rinkelend rond:

‘Daar, daar!’ kreet ze in een delirium van wrang genot, als een krankzinnige grijnzend, en nieuwe slagen vielen telkens.

Een licht, dat ergens in een buurhuis verdragen werd,

[pagina 198]
[p. 198]

schoot een straal over het kerkhof, een lange reeks kruisen fantastiek uit het donker optooverend. Op een dezer blonken Marie groote, gouden letters toe:

Georgine Santander.

En bijna gelijktijdig had ze ook den lauwerkrans van de Harmonie - de laatste hulde aan Luc Hancq - zien schitteren, en op de herinneringskolom in, vlak gebeeldhouwd, tevens het portret herkend: zijn mooi profiel, zijn blijde uitdrukking, zijn wakker voorkomen, zij daar hij hier: de beide slachtoffers van haar verdwaalden hartstocht en haar mislukt leven.

Maar die pijl van zelfbeschuldiging, door haar geweten geschoten, in stede van berouw of deemoed te wekken, gaf haar reuzenkracht om met een nieuwen stoot, recht vooruit, ditmaal een ster van schending op 't gebeeldhouwd aangezicht van den zondebok te slaan.

‘Gij tooverheks!’ klonk een stem aan haar oor, terwijl een ruwe vuist haar kleed in den nek vastgreep.

Uit haar wellustige vernielingsdrift of haar waanzin gewekt, zag zij om. En zij herkenden elkander: hun oog had zich aan de duisternis gewend:

‘Stasius!’ gilde Marie.

‘Gij, gij!’ riep hij in de uiterste ontzetting uit.

Het ware moeielijk te zeggen geweest, wie van hen het meest verschrikt was.

Werktuigelijk, snel handelend, als gewone inhechtenisnemer, altijd op hoede tegen mogelijke ontsnapping, had hij haar thans stevig, met zijn sterke hand bij den bovenarm gevat, het mager vleesch rond het voelbaar been te pletter knijpend.

[pagina 199]
[p. 199]

Aldus duwde hij haar voort over den bobbeligen kerkhofgrond naar haar huis, en zij ook maakte spoed, zoodat, indien hen iemand had kunnen bespieden door het zwart van den nacht heen, het twijfelbaar ware geweest, wie van beiden den anderen voortsleepte of wie er meegetrokken werd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken