Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Duytse lier (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Duytse lier
Afbeelding van Duytse lierToon afbeelding van titelpagina van Duytse lier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.61 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

Arie-Jan Gelderblom

A.N. Paasman

J.W. Steenbeek



Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Duytse lier

(1996)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 38]
[p. 38]


illustratie

[pagina 39]
[p. 39]

Derde Verdeeling. Ga naar voetnoot(11)

 
IS 't Maagden hartjen, meer dan 's Iongelings, van steen,
 
Of staal? Wie oordeel heeft, die zegge met my neen.
 
IK Ga naar voetnoot(12) brande en braak vast vlam en vonken: Ga naar margenootr1
 
Mijn koolen worden root als gout:
 
Mijn stookebrand is hard en kout,
 
Van staal en yzer t'zaam geklonken:
5[regelnummer]
Maar zo zy lang mijn hart doorwroet,
 
Betaalt zy 't met een heete gloet,
 
Die mijne vlammen uyt dorft tarten;
 
Het Nimphjen is der liefden tang;
 
De weerschijn van geblaake harten, Ga naar margenootr9
10[regelnummer]
Brengt koude en hartheyt in bedwang.
 
 
 
DE liefde nam my in sijn handen, Ga naar margenootr11
 
En lei door my een vuurtjen aan:
 
Daar bleef hy, sonder wijken staan,
 
Tot dat het lichterlage branden. Ga naar margenootr14
15[regelnummer]
Nu ziet eens wat de loosheid doet, Ga naar margenootr15
 
Hy maakt my gloeiende in de gloed,
 
Dien ik (helaas wie kan 't belette!)
 
Zelf stookten, door zijn wrede hand.
 
Wie met het vuur speeld voelt de hette:
20[regelnummer]
Wie 't vreest, die hou zich aan een kant.
Waar toe geveinst. Sofonie.
 
ALlerschoonste Maagdelijn,
 
Zoeter dan een kroes vol wijn,
 
Gy spand de kroon
 
Van 't bloejend schoon
[pagina 40]
[p. 40]
5[regelnummer]
Der maagden,
 
Die haar spieg'len in de glazen Amstelstroom.
 
Uw byzijn haagt my meer
 
Als 't zonne-schijntje, in het koude
 
Winter-weer:
10[regelnummer]
Wat vreemder schroom
 
Kan met zijn hand
 
Uw kloek verstand
 
Weerhoude,
 
Van te smullen liefdens varse bruilofs room.
15[regelnummer]
Toen ik 't eerste by u quam
 
Staakt gy my in lichte vlam,
 
Door 't stralend licht
 
Van uw gezicht, Ga naar margenootr18
 
Vol vonken:
20[regelnummer]
Heeft de weerschijn noch niet op uw hart geblikt? Ga naar margenootr20
 
Heeft zy 't noch niet ontkoelt?
 
Zy heeft: maar gy en wilt niet weten,
 
Dat gy voelt
 
Hoe liefde prikt,
25[regelnummer]
Dat is niet reins, Ga naar margenootr25
 
Met een geveins
 
Bezeten,
 
Quijntge, wijl uw Minnaar in verlangen stikt.
 
't Smeulend vuur, dat in uw hart,
30[regelnummer]
Al te naauw beslooten ward,
 
Dat heeft al lang
 
Uw bleeke wang
 
Doen gloeien,
 
En de lusten van uw grage ziel verraân.
35[regelnummer]
Wat dicht gy in uw zin?
 
Dat schoonte, en kuisheid gaat te gronde
 
Door de min?
 
't Is dwaze waan
 
De min is zoet,
40[regelnummer]
En nut en goet,
 
Geen zonden,
 
Als men blijft op 's Hemels goude Wetten staan.
[pagina 41]
[p. 41]
't Is anders als gy meent. Ballet du Roy.
 
ZO var
 
In het woeste wilde
 
Groene Woud,
 
Heel bar,
5[regelnummer]
Zat schoone Gullamilde,
 
Treurig, droevig, en benoud,
 
Verlaten, heel alleen,
 
En schreyde op eene steen.
 
O wreedart! (riep zy) ô!
10[regelnummer]
Beloont gy zo
 
Gulle liefde! 't is te sno, Ga naar margenootr11
 
Hoe zijt gy zo verwaten? Ga naar margenootr12
 
Kund gy haten,
 
En verlaten,
15[regelnummer]
Die zo vaak
 
Voor desen was uw allergroost vermaak?
 
Ach! ik bid den hoogen Hemel dan om wraak.
 
Ga heen
 
O steen
20[regelnummer]
En laat uw lief alleen,
 
Tot in het graf;
 
Maer dat den Hemel uwe boosheyd straf.
 
Zo haast
 
Zy dees reden eynde,
25[regelnummer]
Wiert zy gans
 
Verbaast, Ga naar margenootr26
 
Wijl Mierus geest, die quijnde,
 
Haar verscheen met eene krans,
 
Van een Cypressen tak, Ga naar margenootr29
30[regelnummer]
Hy zuchten, en hy sprak:
 
Staak, Gullamilde, staak
 
Uw lust tot wraak,
 
Mierus is getrouheyts baak. Ga naar margenootr33
 
Denk niet dat ik verwaten,
35[regelnummer]
U kon laten,
 
Minder haten,
 
Gullamild,
 
Want t' uwer min heb ik mijn lijf gespild.
 
Och, ik quijnde, als vader my van u onthild.
[pagina 42]
[p. 42]
40[regelnummer]
Ik zucht,
 
En vlucht,
 
Uit louter ongenucht,
 
Tot in de dood,
 
Als met mijn bloed de ziel ten wonde uit vlood.
45[regelnummer]
Dus sloot
 
Mierus geest zijn woorden
 
Zo hy rees, Ga naar margenootr47
 
En vlood
 
Gelijk de wind van 't noorden,
50[regelnummer]
Als een pijlschacht van een pees, Ga naar margenootr50
 
Toen riepse, als in een droom;
 
Toef, Mierus, toef, ik koom,
 
Ik volg u achter aan,
 
Ay blijf wat staan,
55[regelnummer]
Want ik kan zo snel niet gaan.
 
'k Kan u niet achterhalen,
 
'k Sal verdwalen,
 
Blijf wat dralen;
 
Hier mee was
60[regelnummer]
Gullamilde aan het swijmen in het gras,
 
Tot de dood de rozen van haar lippen las.
 
Noch riep,
 
Noch liep,
 
Haar stem zo ver, zo diep
65[regelnummer]
In 't bosch, heel droef.
 
Al 't wilde woud riep: Mierus, toef, ay toef.
Getrouw tot in der dood. Repicabam.
 
WRede Vader,
 
Die my het leven gaf,
 
Gy naamt my meerder dan het leven af,
 
Gy naamt my meerder dan het leven af,
5[regelnummer]
Gy knaagt mijn hart met tanden, ô schanden!
 
En schopt my levende in het duister graf,
 
En schopt my levend,
 
En schopt my levende in het duister graf.
 
Och! wat waant gy?
10[regelnummer]
Dat ik door Status trou,
[pagina 43]
[p. 43]
 
Mijn Palmaarts liefde wel vergeten zou,
 
Mijn Palmaarts liefde wel vergeten zou?
 
Eer smelt ik, trots uw wanen, in tranen,
 
Eer zal ik smoren in mijn eigen rou,
15[regelnummer]
Eer zal ik smoren,
 
Eer zal ik smoren in mijn eige rou.
 
't Is verloren
 
Noch Scepter-staf, noch Throon,
 
Noch al de prachten van des konings Troon,
20[regelnummer]
Noch al de prachten van des konings Troon
 
Vermogen nooit mijn zinnen, te winnen,
 
't Moest alles buigen voor mijn minnaars schoon,
 
't Moest alles buigen
 
't Moest alles buigen voor mijn minnaars schoon.
25[regelnummer]
'k Wraak het leven Ga naar margenootr25
 
Sunt ik dat schone hooft, Ga naar margenootr26
 
Door blinde Staatzucht zag van 't lijf geklooft, Ga naar margenootr27
 
Door blinde Staatzucht zag van 't lijf geklooft,
 
Zach bleek en vuil van bloede, o woede!
30[regelnummer]
Die my by wijlen van geduld berooft, Ga naar margenootr30
 
Die my by wijlen
 
Die my by wijlen van geduld berooft.
 
Blinde Staatzucht
 
Zo boos, zo fors, zo fel,
35[regelnummer]
O oudste dochter van de wrede hel!
 
O oudste dochter van de wrede hel!
 
Wat brout gy door uw schenden, elenden,
 
Gy brengt de menschen in een diep gequel
 
Gy brengt de menschen.
40[regelnummer]
Gy brengt de menschen in een diep gequel.
 
Hogen Hemel
 
Weegt goud dan meer als deugd?
 
Is rijkdom waarder als een schone jeugt!
 
Is rijkdom waarder als een schone jeugt!
45[regelnummer]
Kan dit de reden lijden! ô tijden!
 
Die zo verdurven, zo veel quaat vermeugt,
 
Die so verdurven,
 
Die so verdurven, so veel quaat vermeugt.
 
Troutste Minnaar
50[regelnummer]
Ik schaam my waar ik sta.
 
Wie kan het weren, dat ik tot u ga?
 
Wie kan het weren dat ik tot u ga?
 
Ik wil het leven derven, en sterven.
[pagina 44]
[p. 44]
 
Ja sterf bedroefde, en volg uw minnaar na,
55[regelnummer]
Ja sterf bedroefde,
 
Ja sterf bedroefde, en volg uw minnaar na
Ongeveinst. Ga naar voetnoot(13) Courante la Bare.
 
DRusella hoe! waer wil dit heen?
 
De schaamte strooit haar rosen op mijn kaken.
 
Zult gy so licht in liefde blaken?
 
Zult gy u selven so vergeten? Neen.
5[regelnummer]
En waarom niet? mijn min is goet.
 
Hy schaam sich, die als Cannus Ga naar voetnoot(14) suster woed.
 
Mijn lust weerstreeft de wet niet van nature
 
Een schoner gloed
 
Doet dese boesem vure
10[regelnummer]
Vol van edel bloet.
 
Gy hoeft, ô allerkuyste Maan,
 
Uw aanzicht niet met nevel te bedekken,
 
Oft' uwe horens weg te trekken,
 
In 't duister, als gy eertijds hebt gedaan,
15[regelnummer]
Wanneer Cyniras Ga naar voetnoot(15) onbewust,
 
Zijn dochters gijle, en gruwelijke lust,
 
Uitblusten, daar 's haar moeders plaats bekleden Ga naar margenootr17
 
Op 't ledekant.
 
Dat was geen min met reden,
20[regelnummer]
Maar een helsche brand.
 
Ik min niet als die dwase maagt Ga naar voetnoot(16)
 
Die, op een stier verlieft, alleen ging dwalen
 
In 't bosch, op bergen, en in dalen,
 
Door Crete, van een dolle min geplaagd.
25[regelnummer]
Terwijl haar vryer by den stroom,
[pagina 45]
[p. 45]
 
In schaduw van een bruinen Eekelboom,
 
Eerkauwende, op een zachte maybloem rusten.
 
Of't grazen moe,
 
Zijn heete minne blusten
30[regelnummer]
Met een jonge koe.
 
Mijn minnaar is geen stier, o neen.
 
Een jongeling nog schoonder dan den dage
 
Die kon mijn trotse ziel behagen,
 
Die streek met al mijn gunst en vryheid heen,
35[regelnummer]
Zijn wezen speelt my in de zin,
 
Natuur en reden dwong my tot de min,
 
Wie kan hem zien, en na zijn gunst niet haken?
 
Zijn brave swier
 
Zou 't koudste Nimphjen blaken
40[regelnummer]
Met een gloeiend vier.
Licht aan brand.
 
DUifjen in de hazelaren,
 
Stak door lonkjes lodderzoet,
 
Tirsus hart in lichte gloed,
 
Die sijn lipjens op de hare
5[regelnummer]
Klevende in haar kropjen wroed, Ga naar margenootr5
 
Haakt het los, en streelt die hoogjes, Ga naar margenootr6
 
Zo gekoestert, zo gevlijd,
 
Luikt sy swymende haar oogjes,
 
Daar mee was' haar maagdom quijt.
10[regelnummer]
Korte vreugt, en lang berouwen,
 
Vreugje van een ogenblik,
 
Schande, schaemte, spijt en schrik,
 
Weet gy onder een te brouwen.
 
Jonge zieltjes vlucht tot trouwen,
15[regelnummer]
Heb dan sonder schande of schroom,
 
Zonder zonden, zonder schrikken,
 
Duizent van zulke ogenblikken,
 
Duizentmael zo zoet als room.

voetnoot(11)
De derde verdeling laat zien dat de liefde jonge vrouwen evenzeer treft als jonge mannen.
voetnoot(12)
In dit gedicht wordt eerst het vuur (de minnaar) sprekend ingevoerd. Vanaf r. II spreekt de vuurtang (het meisje). De regels 8-10 en 19-20 lijken van een objectiverende derde instantie te komen.
margenootr1
vast: onophoudelijk
margenootr9
geblaake → lees: geblaakte
margenootr11
liefde: de liefdesgod Amor
margenootr14
lichterlage branden: in lichterlaaie stond
margenootr15
loosheid: listigheid (van Amor)
margenootr18
gezicht: ogen
margenootr20
geblikt: gestraald
margenootr25
reins: eerlijk, fair
margenootr11
sno: boosaardig
margenootr12
Hoe… verwaten: Hoe kun je zo'n ellendeling zijn
margenootr26
Verbaast: Ontsteld
margenootr29
Cypressen tak → de kerkhofboom cypres is hier een doodssymbool
margenootr33
getrouheyts baak: een toonbeeld van trouw
margenootr47
Zo: Toen
margenootr50
Als… een pees: Als een pijl uit een boog
margenootr25
Wraak: Verwerp
margenootr26
Sunt: Sinds
margenootr27
Staatzucht: het staatsbelang, hier gepersonifieerd voorgesteld
margenootr30
geduld: vermogen om te verdragen
voetnoot(13)
Dit lied is een dialoog tussen de maan, toonbeeld van kuisheid, en Drusella. De regels 1-3, 4a en 5a worden door de maan gesproken.
voetnoot(14)
Cannus: lees Caunus; zijn tweelingzuster Byblis was hopeloos verliefd op hem. Zie Ovidius' Metamorphosen IX, 454-634.
voetnoot(15)
Cyniras: Cinyras, koning van Cyprus, die zonder het te weten met zijn dochter Myrrha sliep, uit welke verbintenis Adonis werd geboren. Zie Ovidius' Metamorphosen X, 298-518.
margenootr17
's → lees: se
voetnoot(16)
dwase maagt: Pasiphaë, dochter van de zon, was hartstochtelijk verliefd op een mooie stier. Zie Ovidius' Metamorphosen VIII, 131-151.
margenootr5
kropjen: keeltje, bovenzijde van de borst
margenootr6
hoogjes: heuveltjes

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Arie-Jan Gelderblom

  • A.N. Paasman

  • J.W. Steenbeek


Over dit hoofdstuk/artikel

lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank