Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Voncken der liefde Jesu (1687)

Informatie terzijde

Titelpagina van Voncken der liefde Jesu
Afbeelding van Voncken der liefde JesuToon afbeelding van titelpagina van Voncken der liefde Jesu

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.42 MB)

ebook (8.31 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

emblematiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Voncken der liefde Jesu

(1687)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 6]
[p. 6]

Niet ontydig.



illustratie
Godt troost ons, laat lichten uw aansicht, soo genesen wy. Psalm. 80. vers 3. De Heere is Godt, die ons verlicht. Psalm. 118. ver 27. De rechtveerdige moet dat licht altoos opgaan. Psalm. 97. vers 11. Den vromen gaat dat licht op in de duysternis. Psalm. 112. vers 4.


[pagina 7]
[p. 7]

Geneest my Heere, soo sal ick genesen worden. Jer. 17. 14.

 
Gelyck de Son d'onrype vrucht beschynt,
 
En met een schat van vrindelyke krachten,
 
Doorbalsemt, dat de wrange aart verdwynt,
 
Tot smaak der geen die op haar rypheyt wachten,
 
Soo ook, myn Godt: De Ziel, in haar natuur,
 
En wilden aart, uyt Adams boom geboren,
 
Is wrang en wreet, door bittert, straf, en suur,
 
Onaangenaam om 't proeven te bekooren.
 
Wat eyst haar noot? Wat anders, als de Son,
 
Die Ewig, uyt de Alle-kracht, geresen,
 
Met vrind'lykheyt de strenge macht verwon,
 
Zyn balsem kan d'onrype Ziel genesen.
 
Ghy moet het doen. O Godt! myn Sonnescheyn:
 
Uw Goet, en Soet, en angstverquickend leven,
 
Moet myn Natuur een temperantze zyn;
 
Ick moet myn Suur, en ghy uw Soetheyt geven.
 
O Godt, myn lief, doorstraalt den wilden aardt.
 
Wy suchten, om in uwen proef te smaaken,
 
Als vruchten, door uw heylig licht herbaardt,
 
Op dat wy ook uw vrind'lyk hert vermaken.
[pagina 8]
[p. 8]
 
O Godt myn lief, myn schoone morgenstont,
 
Maakt ons een vrucht, die smaakt in uwen mondt.

Heylig Antwoordt.

Voorwaar, voorwaar segh ick u, ten zy dat imandt wederom geboren worde, hy en kan het Koninckryke Godts niet zien.

Toezang.
Alsoo liefheeft Godt de wereld gehad, dat hy zyn eenig geborenen Sone gegeven heeft. Joh. 3. 16.

Toon: Als 't begint.

 
Het Zieltje dat was krank, en neygden sich tot sterven,
 
Waar was tot haarder hulp, die groten Medecyn,
 
Om voor te komen 't lang, ja Ewige verderven?
 
Dat moest de diepste liefde, uyt 's Vaders herte zyn.
 
Op dat het Zieltje tog in Ewigheyt sou leven,
 
Wierdt dese Medecyn soo wonderlyk bereydt,
 
Om 't angstelyke vuur des levens in te geven,
 
Tot een geneesing kracht, voor alle Ewigheyt.
 
Het grootste wonder quam, uyt d'ewigheyt te voren:
 
Godt, en de Menscheyt, wierd, in Eenheyt openbaar;
 
Dat was Immanuel, den mensch tot heyl geboren;
 
Noch ging het wonder voort, tot dat het vaardig waar:
 
In armoed, kleynheyt, slecht, gelastert, en belogen,
 
Belaagt, geplaagt, vervolgt, gebracht in angst, en noodt.
 
Gehaat, versmaat, bespot, gegeesselt, en bespogen,
 
Gepynigt, en gekneld, gekruysicht, en gedoot.
 
Hoog waardig Medecyn, in Ewigheyt gepresen!
[pagina 9]
[p. 9]
 
Wat deed den Vader al, om zyn verloren kint!
 
Van hooft, tot teen verseert, met balsem te genesen,
 
Hoe heeft dien grooten Godt, het wormpje soo bemind!
 
Gaap krancke vuur Ziel, gaap, laat u niet langer noden,
 
Neemt dese Medecyn, van liefde toe bereydt,
 
Uw seer vervallen standt, soo mild'lyk aangeboden,
 
Op dat gy wordt hersteld, in alle Ewigheyt.
 
Die 't lust die komt en neemt, de deur, van heyl, staat open.
 
Wat vraagt de Bruydt nog lang, na 's Bruygoms rootgewaat?
 
Dat hemels purper was het Goudt om u te kopen,
 
Behalven dit, was uw Elendigheyt geen raat.
 
Heb lief verloste Ziel, heb lief, die u beminde,
 
Hy is de schoonste, jaa, van alle die daar zyn,
 
Begraaft uw schat in hem, gy sult se ewig vinden.
 
Ach Jesus! Bruydegom, en Zielen medecyn!
 
Wat zyn 't voor plaatsen, die als morgen sterre blinken?
 
O Bruydegom des heyls! ons weten telt'er-vyf?
 
't Zyn liefde tekens, die ons onheyl deden sincken,
 
Vyfwonden van het kruys, aan 't overheylig lyf:
 
Die staan tot een triomph, om ewig op te halen,
 
Een stof, van prys em lof, voor 't heylig aangesicht,
 
Terwyl uw Majesteyt, met gloet en glans van stralen,
 
Het hert tot vreugt verwekt, in Godt, dat liefden licht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken