Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De onrustzaaier (1955)

Informatie terzijde

Titelpagina van De onrustzaaier
Afbeelding van De onrustzaaierToon afbeelding van titelpagina van De onrustzaaier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.66 MB)

Scans (8.12 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De onrustzaaier

(1955)–Willem G. van Maanen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[III]

De nieuweling was een vechter, dat had ik al gezien. Meester Evers, met wie hij samen bij me kwam, verschrompelde naast hem en naarmate het gesprek vorderde leek hij zelfs volkomen te worden uitgewist. Hij zei tenslotte niets meer, en ikzelf had ook moeite met mijn woorden, voor het eerst van mijn leven geloof ik.

- Mijn opvolger heeft al een uurtje bij me in de klas gezeten, zei Evers in het begin.

- En wat geleerd?, vroeg ik bij wijze van grapje.

- Niets, zei de nieuweling zo kort en hard dat het wel leek of hij een verborgen geweer afschoot.

[pagina 11]
[p. 11]

Ik schrok ervan en keek naar Evers om te zien of het schot hem getroffen had. Maar hij zat krachtig aan zijn sigaar te trekken, en vertrok geen andere spieren dan die daarvoor nodig zijn. Zijn opvolger verbrak de stilte.

- Ik ben het niet eens met de methode van mijn collega, zei hij. - Dat heb ik hem al laten blijken.

- Hij zal het zich wel hebben aangetrokken, antwoordde ik rustig.

- Natuurlijk, zei hij, weer met een stem van een officier die bevel tot vuren geeft.

Ik laat me door woorden en mensen niet licht van de wijs brengen. Vrouwen die ik steeds hoogachtte zijn bij me komen jammeren over het strenge financiële beleid van hun man, verlopen zoons van te vroeg gestorven vaders hebben me gedreigd als ik weigerde hun voorschotten op hun erfdeel te geven, stervende boeren hebben me snikkend gevraagd of ze wel in de hemel zouden komen. Ik heb in dergelijke situaties altijd geprobeerd mijn waardigheid te behouden, en dat heeft me ook nooit veel moeite gekost, want al die klachten en smeekbeden interesseerden me niet in het minst. Maar de houding van de nieuwe meester prikkelde me, en ik zei scherper dan ik van mezelf kende:

- U komt me voor als een nieuwe bezem die niet alleen schoonveegt maar ook vuil opwerpt. Mag ik daarvan verschoond blijven?

En dat terwijl ik het land heb aan spreekwoorden! Maar ik voelde er toch voldoening over, want ik had hem ermee op zijn nummer gezet. Hij keek me kwaadaardig aan en deed er het zwijgen toe. Even later weigerde hij

[pagina 12]
[p. 12]

het glas sherry dat ik hem aanbood. Evers nam het zijne zo begerig aan dat hij op de stoelbekleding morste, en daar heb ik een hekel aan, maar ik liet niets blijken want ik wilde de nieuweling eens uithoren.

- Hebt u al een vaag denkbeeld hoe u te werk zult gaan?, vroeg ik.

- Geen vaag maar een scherp omlijnd, zei hij.

- Dat is al bijzonder prettig, antwoordde ik opgeruimd. Maar hij, stug en zelfbewust als steeds:

- Hoe kunt u dat zeggen als u het nog niet eens kent?

Ik voelde me weer driftig worden, maar wist me te beheersen en zei zo bedaard mogelijk:

- Mijn woorden sloegen op het feit dat u uw ideeën al kant en klaar had, niet op de inhoud ervan. Ik heb inderdaad nog niet de eer die te kennen.

Hij glimlachte, dat viel me van hem mee, ik had hem er niet toe in staat geacht. Hij begon te vertellen, hoe langer hoe levendiger, over wat hij zich van zijn nieuwe werk voorstelde. Gaandeweg zakte mijn ergernis, ik raakte geboeid door de intensiteit waarmee hij zat te praten; dat overkwam me ook later nog altijd als hij me wat vertelde, al verzette ik me er toen tegen. Wat hij die eerste keer allemaal beweerde herinner ik me niet goed meer, maar het waren nieuwe klanken voor me, dat weet ik nog wel. Individueel onderricht, geen tucht maar onmerkbare leiding, aanwakkeren van de zucht naar zelfstandigheid. Het lijken me nu dode formules, maar toen werd ik er toch door gepakt; de gloed waarmee hij alles voordroeg wakkerde ook in mij iets van enthousiasme aan. Ik kreeg vertrouwen in hem, misschien nog meer in

[pagina 13]
[p. 13]

zijn stootkracht dan in de wapens waarmee hij zich voorstelde te gaan stoten. Evers merkte niets, die zat maar te roken en te drinken alsof hij van plan was zich in nevels en dampen op te lossen. Het kan wel zijn dat mijn ergernis daarover mijn geestdrift voor wat de ander wilde aanblies. Op een ogenblik werd ik zelfs zo vermetel te denken dat Heeringa vanzelf, zonder enige strijd, tenonder zou gaan. Het oude bouwwerk dat hij aan het oplappen was zou iedereen belachelijk voorkomen die zag hoe krachtig en gedurfd de nieuweling onze school optrok.

In het begin heeft het daar werkelijk even op geleken, maar tenslotte is er niets van terecht gekomen. We hebben meer verloren dan gewonnen. Mijn schuld is dat niet, al ben ik dan begonnen met hem hier te halen. Maar hoe kon ik zijn fanatisme ontdekken als hij het onder idealisme verborg?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken