Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Peel omnibus (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Peel omnibus
Afbeelding van Peel omnibusToon afbeelding van titelpagina van Peel omnibus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.46 MB)

Scans (21.45 MB)

ebook (3.17 MB)

XML (1.12 MB)

tekstbestand






Editeur

Toon Kortooms



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Peel omnibus

(1969)–H.H.J. Maas–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 119]
[p. 119]

23

Bedenkelijk hoofdschuddend las de Rooie nog eens de brief over, die Mien 's morgens had gekregen.

Enkele regels luidop, terwijl zijn ogen loerden naar Van der Poorten, Marie en Mien, die aan de tafel zaten, de beide vrouwen met het schreigezicht naar hem toegewend.

't Zou nu niet lang meer duren. Binnenkort zou Jan komen op een nacht, de ganse boel in brand steken en hen allemaal kapot maken.

‘God, God!’ jammerden de vrouwen huilend.

Ja, 't zag er erg uit, meende de Rooie, terwijl zijn wenkbrauwen ineen-fronsten. Zo'n kerel was tot alles in staat. Hij geloofde zeker, dat ie't doen zou, zover kende hij hem wel. Maar in ieder geval, báng hoefden zij toch niet te zijn, ieder was baas in zijn eigen huis. Hij had nog eens gevraagd aan lui van de politie, die de wet kenden en die hadden hem gezegd, zijn eigen leven en goed mag men gerust verdedigen, gerust. Als Jan kwam met kwade bedoelingen of dreigementen, dan had Van der Poorten groot gelijk, dat hij hem de deur uitsmeet. En al sloeg hij hem d'r neer, dan kon niemand hem daar wat over maken. Wat bliksem, men hoefde zich toch niet zomaar te laten vermoorden! In zijn eigen huis! Als het hém te doen stond, hij schoot 'r dóór, dat wist ie wel, en zonder lang te prakkezeren. Van der Poorten zou zich toch niet op straat laten jagen en vrouw en kinderen laten mishandelen? In de oost had hij er toch wel anders voorgezeten, tegen die wilden.

‘Laat hem maar eens komen,’ woedde Van der Poorten heftig op. ‘Als hij wil, sla ik hem tegen de grond met één slag. En ze maken me niks!’

‘Ja maar, als hij onverwachts aan komt zetten en als ge niks in huis hebt, dan kunt ge nog niet veel doen tegen zo'n jonge sterke kerel. Ik durf geen nacht meer naar bed te gaan,’ deed Marie angstig snikkend.

Van der Poorten zou wel zorgen, dat ie wat in huis had, dreigde hij. Dat Jan lelijk op de koffie zou komen. Hij sloeg hem de hersens in, als hij zich nog eens durfde te laten zien. Hij had wel zin, om zijn oud handwerk nog eens op te vatten. Dat was nog eens een baantje geweest. Wie meende, dat hij versleten was, had het lelijk mis. En hij klompkloste, nog nadriftend in zichzelf, naar buiten, en keerde dadelijk weer terug met een bijl waarmee hij kachelhout hakte. Ze zwaaiend boven zijn hoofd, schamperde hij kwaad, dat ie die neven zijn bed zou zetten. Dat was een goeie engelbewaarder.

Even ontmoetten de blikken van de Rooie en die van Marie elkaar. Elkander snel toesprekend, dat alles goed ging. Vlug begrijpend, antwoordden beiden tegelijk met een kort knikje, zonder dat de anderen iets hadden gemerkt.

Toen zuchtte Marie: waren we toch maar van die vent af, 't zou een groot gemak zijn voor allemaal, als ie gelukkig naar de eeuwigheid

[pagina 120]
[p. 120]

was, dan konden we weer rust hebben.

Mien voelde een koude huivering door haar lijf optrekken, maar een starre zwijging lag op haar gelaat. Een ogenblik gingen haar gedachten terug. Haar moeder had gewild, dat zij niet tegen Jan over die brieven spreken zou. Zij moesten zich houden, alsof er niets was, anders zou ie immers verschrikkelijk kwaad worden. Maar ééns was 't er haar uitgevlogen en had zij 't hem verweten. Toen had hij heel verbaasd opgekeken. En wel twee, drie keer nagevraagd. En volgehouden, dat ie van niets wist, nooit zulke dingen geschreven had. Moeder en de Rooie lachten om die praatjes. 't Was nogal glad, dat ie zich zó hield, anders moest ie ook wel een gróte ezel zijn. Neen, dat was slimmigheid van hem, want als zij wilden, konden zij hem met die brieven in de gevangenis laten zetten.

Opeens brak een snik door haar strakke geslotenheid heen. 't Was toch een ellende!

Och, 't zou misschien ook wel zo erg niet zijn, deed de Rooie geruststellend. Meer zwets dan wat anders. Bangmakerij met lelijke dreigementen. Anders kon ie immers ook wel komen zónder te schrijven en hen zelf te waarschuwen. In ieder geval, Van der Poorten was mans genoeg om hem het huis uit te houden. En áls er wat gebeurde, dan konden ze toch altijd laten zien, dat Jan zelf de schuld was, met die brieven.

Daarna gingen ze koffie drinken, de Rooie zou ook meedoen. En gauw genoeg klaterden de lachen hel op.

 

Diep voorovergebukt, met de mouwen opgeschoven tot over de ellebogen, stond Mien wat wasgoed om te spoelen in een emmer met water. De blote voeten in de klompen, zoals zij op zomerdagen gewoon was haar werk te doen. De hoog opgeschorte rokken hingen haar op de kuitopronding van de benen.

De Rooie stond achter haar, en liet zijn brandende blikken glijden langs de lijf-lijning, die zich door de vooroverbuiging scherp aftekende tegen de kleren.

Plotseling boog hij zich over haar, met zijn borst leunend op haar rug. En sloeg zijn beide armen om haar heen. Lachend richtte zij zich op en zag in zijn hand een gulden. Hij was een goeie jongen, prees zij. Moest maar goed voor haar zorgen, dan was hij de beste. En zij greep hem de gulden uit de hand en stak die in de zak.

Haar blote armen bewoelend, trok hij haar vast tegen zich aan, met ruwe kracht. Hield haar zo tegen zijn borst geklemd, voelend haar toegeven, tot hun ogen elkaar tegengloeiden.

Hun lijven drongen sidderend tegen elkaar aan. En hun adem zuchtte zwaar, zich weg-wringend door de keel en de half-geopende mond, bevend van geweldige spanning.

[pagina 121]
[p. 121]

Toen dwong hij, met gesmoorde stem de woorden uitstotend:

‘Wanneer weer eens, Mien? Toe, zeg!’

‘Kom nou maar!’

‘Waar dan?’ ongeduldigde hij, terwijl de drift ophijgde uit zijn borst en doortrilde zijn lage stem.

‘In het schuurtje maar!’

 

‘Marie, is er nog wat in de fles?’

‘Nee, nou geen drank meer. Ge hebt vandaag uw portie wel gehad, dunkt me.’

‘Kom, kom, wat is dat? Ik zal toch nog wel een borrel kunnen drinken als ik zin heb. Waar hebt ge de fles gelaten?’

‘Die heb ik uit uw jas gehaald. Anders is het tegenwoordig maar de ganse dag jenever. Ge zuipt u nog kapot!’

Schamperend-kwaad bitste Marie de woorden Van der Poorten tegen.

‘Ge maakt nou ook spektakel over alles. Toe, waar is de fles? In de kelder? Eén borrel maar!’

Schuw-smekend stond hij voor haar.

‘Nee! Waar ze is dat komt er niks op aan. Ge stinkt nou al naar de jenever. Op de tenen komt ge naar de fles. Als ik u de gang laat gaan! Ge hebt ook nooit genoeg en het wordt hoe langer hoe erger.’

‘Allee, vooruit nou!’

‘Nee, zeg ik.’

Halsstarrig hield zij vol, terwijl de drankzucht dikker op zijn gelaat kwam liggen, die hem klein maakte, bedelend als een zeurig kind.

‘Toe, een borrel, vrouw, en dan niet meer. En dan moet ik gaan werken.’

Zwijgend haalde zij toen de fles uit de linnenkast en schonk hem een glaasje vol. Met bevende hand bracht hij 't snel naar de mond en het vocht klokte spoelend door de keel. Toen, nog na-smakkend:

‘Jan moet toch eens proberen hier te komen, sakkerrrju nog!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken