Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Literatuurwetenschap (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Literatuurwetenschap
Afbeelding van LiteratuurwetenschapToon afbeelding van titelpagina van Literatuurwetenschap

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.85 MB)

Scans (4.22 MB)

ebook (3.46 MB)

XML (0.74 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Literatuurwetenschap

(1970)–Frank C. Maatje–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

§ 7 Enkele termen: theoretisch, algemeen, bijzonder, vergelijkend, historisch en systematisch

De wetenschappelijke activiteit die zich concentreert op het ontwerpen van theorieën van het object der literatuurwetenschap heeft in de laatste jaren een zekere zelfstandigheid verworven, zodat men is gaan spreken van een nieuwe wetenschappelijke discipline, de theoretische literatuurwetenschap. Deze term komt ons om verschillende redenen als minder gelukkig voor. Ten eerste vooronderstelt een theoretische literatuurwetenschap het bestaan van een practisch pendant dat evenwel niet bestaat. ‘Practische literatuurwetenschap’ zou trouwens een contradictio in adiecto vormen: wetenschap is niet ‘practisch’, wel kan ze in de praktijk toegepast worden, maar dan spreekt men van ‘toegepaste wetenschap’, niet van ‘practische’. Dan is verder de combinatie van theoretisch en wetenschap rijkelijk tautologisch: wetenschap zal zich altijd, wil ze zich duidelijk kunnen onderscheiden van niet-wetenschappelijke, niet een geordend geheel van kennis nastrevende activiteit, moeten bedienen van een stelsel van exact geformuleerde vooronderstellingen omtrent de aard van haar object: in die zin is wetenschap dus altijd al ‘theoretisch’. Een derde bezwaar hangt daarmee samen, maar doet ons meteen het gebied van de formele, terminologische bedenkingen verlaten en raakt aan een principiële kwestie: het gebruik van

[pagina 24]
[p. 24]

de term theoretische literatuurwetenschap suggereert dat het hier om een ‘vak apart’ zou gaan, waarom de gemiddelde literatuuronderzoeker zich niet behoeft te bekommeren. Dit nu is een ernstige misvatting. Zoals we in § 1 zagen, is een theorie onontbeerlijk. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat iedere onderzoeker zijn eigen theorie moet opstellen. Integendeel, de theorie moet juist zoveel mogelijk de gemeenschappelijke basis voor een zo groot mogelijk aantal vormen van onderzoek leveren, zodat de afzonderlijke onderzoekers hun uitspraken kunnen verantwoorden in termen van die theorie en met elkaar kunnen communiceren over hun onderzoekingen. Maar om dat te kunnen, moet de onderzoeker, ook al is hij geen theoreticus in eigenlijke zin, de grondslagen van de gebruikte theorie kunnen begrijpen en de consequenties ervan, juist voor zijn speciale onderzoek, doorzien.

Deze laatste woorden houden een zekere relativering in. Het zij toegegeven, dat er practische grenzen zijn gesteld aan het vermogen van de afzonderlijke onderzoeker. Hij kan moeilijk op beide fronten, op dat van één of ander hoogspecialistisch onderzoek èn op dat van de theorie, slag leveren. Hij kan bezwaarlijk specialist van het bijzondere en ‘specialist van het universele’ (Kamerbeek) zijn. Maar de eerste zal wel zoveel van het universele moeten weten, dat hij iets zinnigs over het bijzondere kan zeggen. En dat minimum wil nu de theoretische literatuurwetenschap verschaffen. Met die term: theoretische literatuurwetenschap, kunnen we dan verder vrede hebben, hij is nu eenmaal ingeburgerd. In dit boek spreken we kortweg van de theorie van de literatuur of de theorie van het literaire werk.

De theorie van het object, van het literaire werk, is nooit beperkt tot de gestalte van dat object in een bepaalde taal. Deze universele gerichtheid berust op de overtuiging ‘dass es keine nationalen Literaturwissenschaften gibt, dass die Kräfte, die das sprachliche Gefüge der Dichtung wie ihre Form bilden, fast überall die gleichen sind’ (W. Kayser). Ware dat niet zo, dan zou het ook geen zin hebben van één en hetzelfde object, het literaire werk, de literatuur, te spreken. Wel zal de theorie die eenheid van het object, dat is: van al die verschillende objecten in al die verschillende talen, aannemelijk moeten maken. Dat kan zij niet alleen maar door, inductief werkend, een groot aantal werken uit een veelheid van talen te analyseren op hun grootste gemene deler; ze zal ook, langs deductieve weg, de principiële mogelijkheden van de manieren waarop een literair werk kan bestaan, moeten beschrijven: m.a.w. de theorie zal tevens een zekere mate van predictabiliteit, van voorspelbaarheid, dienen te bezitten. Op dit aspect van de theorie zullen we in hoofdstuk ii, § 26, uitvoeriger ingaan.

[pagina 25]
[p. 25]

Vanwege die universele gerichtheid spreekt men in plaats van theoretische, ook wel van algemene literatuurwetenschap. Deze term heeft het voordeel dat hij logischer is. In de praktijk bestaan er immers wel, tegenover de algemene, bijzondere literatuurwetenschappen. Uit practische overwegingen toch beperkt men zich doorgaans tot de studie van de letterkunde van één enkel taalgebied, een studie die veelal wordt gekoppeld aan de studie van die taal zelf: de neerlandistiek, de anglistiek, de germanistiek, de sinologie, of tot een historisch samenhangende groep van talen en literaturen: de slavistiek, de romanistiek enz. En daarmee behoeft men werkelijk nog geen ‘nationale Literaturwissenschaft’ in de boven door Kayser bedoelde zin te bedrijven, zolang de keuze van het bijzondere object maar niet ideologisch, wat in dit geval meestal zeggen wil: nationalistisch en/of racistisch, gekleurd is (dat is bij hen die van een algemene theorie uitgaan vanzelfsprekend niet het geval).

Intussen kleeft aan de term algemene literatuurwetenschap weer een ander bezwaar. Hij heeft nl. niet alleen betrekking op het ontwerpen van theorieën-van-het-object, maar ook op alle andere wetenschappelijke activiteiten rond dat object, die de grenzen van de ‘bijzondere’ literatuurwetenschappen overschrijden. Wie b.v. een drama van Shakespeare met één van Molière vergelijkt, is wel algemeen, maar niet noodzakelijkerwijs theoretisch bezig, d.w.z. hij zal zich wel, zoals we hebben gezien, op een theorie-van-het-object dienen te baseren, maar zijn onderzoek behoeft nog geen bijdrage tot die theorie te leveren. Zulk onderzoek noemt men wel vergelijkende literatuurgeschiedenis of comparatisme (Eng. comparative literature, Fr. littérature comparée, Du. vergleichende Literaturwissenschaft of Komparatistik). Het comparatisme heeft zijn eigen bijzondere problematiek, die hier goeddeels buiten beschouwing moet blijven.

De term algemene literatuurwetenschap wordt dus soms in gelijke betekenis met theoretische, een enkele keer ook - in de zin van algemene literatuurgeschiedenis - in de plaats van vergelijkende literatuurwetenschap gebruikt, hetgeen uiteraard verwarrend werkt. Het meest consequent is het, hem als overkoepelende term te hanteren (zie schema op pag. 26, afb. 9). Die overkoepelende functie heeft overigens ook, in sommige landen, b.v. de Verenigde Staten, de term general literature, al moet daar direct aan worden toegevoegd, dat juist aan Amerikaanse universiteiten de literaire theorie organisatorisch onder het comparatisme ressorteert en als een studie-onderdeel van dit vak wordt gezien.

Een laatste term die tot het hier besproken begrippencomplex behoort is systematische literatuurwetenschap. Deze heeft betrekking

[pagina 26]
[p. 26]


illustratie
afb. 9


op de studie van structurele verwantschappen tussen werken, waarbij niet wordt uitgegaan van de eventuele ook aanwezige historische verbanden, zoals de literatuurgeschiedenis die beschrijft. Systematische literatuurwetenschap is derhalve identiek met de leer van de genres (in niet-historische zin) en typen. Een nadere uitleg van één en ander kan pas in hoofdstuk ii, § 24, worden gegeven. Deze literatuursystematiek wordt doorgaans op het niveau van de algemene literatuurwetenschap bedreven, niet op dat van de bijzondere: wil men immers een bijdrage leveren tot het opstellen van een theorie-van-het-object, dan heeft een systematiek die beperkt is tot de literatuur van één taalgebied weinig zin, al is ze niet principieel onmogelijk.

Vatten we deze begripsomschrijvingen in een schema samen, dan blijkt de volgende hiërarchie (afb. 9).

Men bedenke evenwel, dat in de praktijk van het onderzoek deze verschillende takken van de literatuurwetenschap met elkaar verstrengeld zijn. Al deze disciplines hebben niettemin een theorie nodig, en kunnen - omgekeerd - een bijdrage vormen tot de aanvulling en modificering van die theorie, ook al valt uiteraard in dit opzicht van de onder de algemene literatuurwetenschap ressorterende disciplines meer te verwachten dan van die, welke zich beperken tot de studie van één taalgebied, de literatuurgeschiedenissen. De som van al die tot een theorie-van-het-object bijdragende activiteiten kan men desgewenst de theoretische literatuurwetenschap noemen.

[pagina 27]
[p. 27]

Bibliografische aantekeningen

De citaten van resp. Kayser en Kamerbeek zijn genomen uit: W. Kayser, Das sprachliche Kunstwerk, 6, en J. Kamerbeek jr., ‘Steeds gaat het vers zijn eigen weg’, 25. De term literatuurwetenschap tout court wordt wel eens gebruikt in tegenstelling tot literatuurgeschiedenis. Dit is onjuist: een wetenschappelijke literatuurgeschiedschrijving behoort uiteraard ook tot de literatuurwetenschap. Zie over deze relatie H.P.H. Teesing, Literatuurgeschiedenis en literatuurwetenschap.

 

Men vergelijke voor de hier genoemde begrippen en termen de volgende, min of meer programmatische boektitels:

ad theorie der literatuur: R. Wellek and A. Warren, Theory of Literature;
ad algemene literatuurwetenschap: M. Wehrli, Allgemeine Literaturwissenschaft;
ad systematische literatuurwetenschap: W. Flemming: Bausteine zur systematischen Literaturwissenschaft;
ad vergelijkende literatuurwetenschap, comparatisme: J. Brandt Corstius, Introduction to the Comparative Study of Literature; C. de Deugd, De eenheid van het comparatisme; C. Pichois et A.M. Rousseau, La littérature comparée; R. Wellek, Begriff und Idee der vergleichenden Literaturwissenschaft.

 

De door P. Kluckhohn juist met het oog op de internationale communicatie tussen geleerden voorgestelde term Dichtungswissenschaft heeft geen ingang gevonden, waarschijnlijk omdat nu juist Dichtung geen internationaal woord is, en literatuur (Eng. literature, Fr. littérature, Du. Literatur) wèl. Ook heeft de term Dichtungswissenschaft het nadeel dat hij alleen de fictionele (en waardevolle) taaluitingen bestrijkt, niet de niet-fictionele zoals essays, dagboeken, enz. die ook wij weliswaar niet tot de ‘literaire werken’ zouden willen rekenen, maar die toch wel behoren tot de ‘literatuur’ (over dit verschil meer in hfdst. I, § 18). Dichtung heeft altijd betrekking op het ‘verdichte’, op producten van de verbeelding (Eng.-Fr. imagination, Du. dichterische Einbildungskraft), op wat in het Engels wel imaginative literature wordt genoemd. - Vgl. P. Kluckhohn, Literaturwissenschaft, Literaturgeschichte, Dichtungswissenschaft, en over het woord Dichtung: C. Soeteman, Dichtung. Zie voorts de bibliografische aantekeningen bij hfdst. I, § 18.

 

Zie verder voor terminologische en begripsmatige kwesties: K. Hanneborg, The Study of Literature, i.h.b. 29 e.v.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken