Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Heimelijkheid der heimelijkheden (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Heimelijkheid der heimelijkheden
Afbeelding van Heimelijkheid der heimelijkhedenToon afbeelding van titelpagina van Heimelijkheid der heimelijkheden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.53 MB)

Scans (12.79 MB)

ebook (3.07 MB)

XML (0.75 MB)

tekstbestand






Editeur

A.A. Verdenius



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

proefschrift
traktaat
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Heimelijkheid der heimelijkheden

(1917)–Jacob van Maerlant–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XI.

 
Ga naar margenoot+Nu laten wi dese saken dan!Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot839
840[regelnummer]
Vorsienicheit prijst elc wijs man;
 
Nu verstaet wel, ghi lansheren,
 
Wat Aristotiles hier bi wille leren:
[pagina 144]
[p. 144]
 
Hoe die mensce in alre stont
 
Sinen lechame sal houden ghesont,
845[regelnummer]
Dat men gheens meesters hebbe noot;
 
Want hets wijsheit noch also grootGa naar voetnoot846
 
Leven sonder evels pine,
 
Dan es enigherande medicine.Ga naar margenoot+
 
Ghesonde es grote nuttelikede
850[regelnummer]
Die werelt te berechtene mede.
 
Ga naar margenoot+Men sal weten ende verstaen,
 
Dat neghene weghe ne gaen,Ga naar voetnoot852
 
Daer men bi in enighen daghen
 
Ere of vordel mach bejaghen,
855[regelnummer]
En si dat men den wech ghewinne
 
Van claren verstandighen sinne;
 
Ende niemen es, die den wech vonde,
 
Hine hadde des lechamen ghesonde;
 
Ende ghesont so nes ne gheen,Ga naar voetnoot859-865
860[regelnummer]
Ensi dat draghen over een
 
Die complexien daer mede
 
Versament es die menscelikede;
 
Ende complexie es els ghene dinghe
 
Dan ghevoughe temperinghe
865[regelnummer]
Van der wacheit des lechamen;
 
Ende God diet al houd te samen,
 
Hevet beset met redenen al,
 
Hoe men die wacheit temperen sal,
 
Ende hoe men bliven sal ghesont,
870[regelnummer]
Ende hevet dit ghemaket contGa naar margenoot+Ga naar voetnoot870
 
Sinen wisen utvercoren.
 
Van dien begonstent eerst horen
 
Die van Inden entie Persine,
 
Die Grieken entie Latine,
[pagina 145]
[p. 145]
875[regelnummer]
In welker boeke dat men ne vint
 
Van onwareden niet een twint.
 
Ga naar margenoot+Nu camen die wise te samen,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot877aant.
 
Daer si haren raet doe namen,
 
Ende vonden in hare parlementen,
880[regelnummer]
Dat van den viere elementen,
 
Die over een niet draghen connen,
 
Des menschen lechame es begonnen:
 
Dats vier, lucht, water ende aerde.
 
In deser wijsheit hem verbaerde
885[regelnummer]
Die redene, dat in ghere wiseGa naar margenoot+
 
Die lechame sonder dranc ende spise
 
Van den mensce ne mach ghestaen;
 
Ende wilde hi dies te vele ontfaen
 
Of te lettel, hine const ontgaen,
890[regelnummer]
Hine moeste in die siecheit slaen;Ga naar margenoot+
 
Ende wildi dies nutten te maten,
 
Hem camer af vele baten:Ga naar voetnoot892
 
Cracht, lichtheit ende sconeit mede,
 
Ende menigherande salichede.
895[regelnummer]
Oec seiden die wise ut enen monde:
 
Wie so mate niet houden conde
 
In vullen ende in ydelen lechame,
 
In wakene, in slape, hoe soot came,
 
In temperinghen van den live,aant.
900[regelnummer]
Sijt in vaerdicheden, sijt in stive,
 
In rustene of in arebede,
 
In latene bloet, in houdene bede,
 
Die ne mach altoos niet ontgaen,
 
Hine moet swaer evel ontfaen;
[pagina 146]
[p. 146]
905[regelnummer]
Ende die bi maten leven can,
 
Hi mach sijn een ghesont manGa naar margenoot+
 
Ende leven sine vulle dagheGa naar voetnoot907
 
Sonder enich evels plaghe.
 
Ende oec seiden die wise mede,
910[regelnummer]
Dat alle die ghevoughelikede,Ga naar voetnoot910aant.
 
Die men ter werelt vint emmermere -
 
Eist weelde, eist goet, ghenoechte of ere -
 
Dat dat vonden hevet nature,
 
Dat die mensceit der bi ghedure.
915[regelnummer]
Wie so leven dan beghert,
 
Bejaghe dan ende hebbe waert
 
Sulke dinc, die daer toe doghe,
 
Daer tlijf bi gheduren moghe,Ga naar voetnoot918
 
Ende late sinen wille varen:
920[regelnummer]
Hine sal sijn vleesch niet verswaren
 
Met overdranke, met overate.
 
Men vint dit van Ypocrate,Ga naar margenoot+
 
Dat hi beset hadde sijn eten
 
Met vasten nauwen dyeten,aant.
925[regelnummer]
Ende hi so clene at ende dranc,
 
Dat hi ward van live cranc.
 
Doe sprac sijn jonghere: ‘meester, here,
 
Wilstu eten wel ende sere,
 
Dune hads ghene noot dan das.’Ga naar voetnoot929aant.
930[regelnummer]
Doe andwarde hem Ypocras:
 
‘Lieve, ic wille eten der bi,Ga naar voetnoot931aant.
 
Omdat ic leven wille bedi,
 
Niet leven in sulker wise
 
Als om die lieve vander spise;
[pagina 147]
[p. 147]
935[regelnummer]
Die spise es ghemaect bedi,
 
Dat tvleesch der mede ghevoed si,
 
Ende die lechame es min no mere
 
Niet ghemaect om der spisen ere.’
 
Men hevet vele wiser ghesien,Ga naar margenoot+
940[regelnummer]
Die hem plaghen der spisen ontien,
 
Ende des lechamen ghenouchtenGa naar voetnoot941aant.
 
Setten nauwe in allen ghevouchten,Ga naar margenoot+
 
Ende die bi dyeten ghinghen,Ga naar voetnoot943
 
Ghetempert wel in haren dinghen;
945[regelnummer]
Die waren van live ghesont,
 
Wel arbeidende talre stond,
 
Langhe levende, smakende wel,Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot947
 
Ende van live dapper ende snel.
 
Ende dits openbare te siene
950[regelnummer]
An die magre Arabiene,
 
Die snellike met cleinre pineGa naar voetnoot951
 
Dorgaen wilde brede woestine:
 
So nes ghene medicine so goed,
 
So men overdaet al af doet.aant.

margenoot+
Tract. III.
margenoot+
H XXIII, C XXIX
voetnoot839
redeamus ergo ad predictum sermonem (vgl. blz. 9, noot 1)
[tekstkritische noot]843 H talre - 844 C lachame - 845 C dat hi; en hebbe - 847 H te levene - 848 C, H es ontbr. - 850 H te berechten - 852 C, H en g. - 854 H ofte; C, H vordeel - 855 H henne si - 856 C, H verstandelen - 858 C lachamen; L adde - 859 C, H e. ghesonde en es (ennes) gheen; in L stond oorspr. so nes gheen man; man is doorgehaald en ne met latere hand lusschengevoegd - 860 H hen si - 861 C complexie; C, H daer men m. - 862 C, H v.e. in d.m. - 863 C es ne gheene dingen; H el ne - 864 H ghevoeghe - 865 C vuchticheit; H vuchteit; C lachamen - 866 H hoet - 868 C vuchtheit; H vuchtecheit, tempren - 870 H ghemaect - 871 C uutv.; H ute - 873 C d.v.i. die p.; H ende die persiene: latiene
voetnoot846
quia conservatio sanitatis et salutis melior et preciosior est omni medicina
margenoot+
(H 67r. b)
margenoot+
Cap. 23, de conservatione sanitatis.
voetnoot852
quod non est via ad scientiam aliquam acquirendam (ad aliquid faciendum, Campb. 177) nisi per potentiam (clari intellectus)
voetnoot859-865
zie blz. 39, noot 2
margenoot+
(C 93r. a)
voetnoot870
revelavit ea philosophis et sanctis prophetis et quibusdam aliis quos preelegit...
[tekstkritische noot]875 C, H i. welken boeken men en (ne) vint - 879 C parlemente: elemente; C, H haren - 880 L IIII - 882 C smeinschen lach.; H smenschen - 883 C arde - 886 C lachame - 887 C, H en - 888 H e. wille hi - 889 C daers gheen ontg.; H caens - 890 C, H moet - 891 C ende wilde hi; L mutten (met stip onder de m) - 893 H, C l.e. scoenhede - 894 C alre hande - 895 C uut; H ute - 896 L niet ontbr.; C wie dat; H en conde - 897 C lachame - 898 C in latene bloet h.s. quame; H in sl. i.w.h. dat quame - 899 C temperinghe - 900 C, H s. int (inde) verdicheit; C oft in st.; H ofte int st. - 901 H oft; C, H in aer (ar) beide: beide; L arebeden - 902 C, H in laten (latene) bloet; L bloet ontbr.; C hoedēne - 904 H sware ziecheit
margenoot+
Cap. 24, de compositione hominis.
margenoot+
H XXIV, C XXX
voetnoot877
conveniunt (consenserunt Campb. 177) itaque sapientes et philosophi naturales quod homo est compositus ex oppositis elementis
margenoot+
(H 67v. a)
margenoot+
(L 195v. b)
voetnoot892
inveniet invamen vite: corporis fortitudinem: et totius sue substantie salutem. Convenerunt ergo unanimiter quod qui transgreditir debitum modum in pleno et vacuo: somno et vigilia motu et quiete in dissolutione et retentione ventris in subtractione sanguinis (vel in detentione Campb. 177) non poterit evadere enz.
[tekstkritische noot]905 C, H entie - 906 C, H die mach - 908 H eeneghes - 910 C, H ghenoughelijchede - 912 C, H 't 2de eist ontbr.; ghenouchte; H oft - 913 C, H heeft - 914 C daer bi - 915 H begheert: weert; L ebbe - 916 C wert - 917 L to met bovengeschreven e - 918 H dlijf - 919 C laten - 920 C versnaren - 922 H dat - 923 L adde - 924 volgens C; H nauwe; L so nauwe met ende beseten - 925 L dat hi; H e. hi so langhe cl. - 927 C jongher; H jongre - 928 C wiltu - 929 C gheenen; L ads - 930 C, H doe antworde ypocras - 931 C bidi; H bedi - 932 C, H daerbi; H omme dat ic wille leven - 934 C, H alse; H omme; C, H die minne
margenoot+
(C 93r. b)
voetnoot907
ille percipiet .... longitudinem dierum
voetnoot910
omnia delectabilia huius mundi sive delitie sive divitie sive honores sive voluptates universa sunt propter durabilitatem
voetnoot918
que durabilitate conveniunt ... et renunciet desiderio proprie voluntatis nec comestionem comestionibus superaddat. Audivi d'ypocrate quod servabat dietas pro quibus debilitatem corporis sustinebat
margenoot+
(H 67v. b)
voetnoot929
non substineres tantam corporis debilitatem
voetnoot931
vgl. blz. 23
[tekstkritische noot]935 C, H bidi - 936 H Dat vleesch ghevoedt si daer bi; C daer bi ghev. si - 937 C, H entie lach. (i); H nes - 938 H omme; C spise - 941-42 ontbr. in H; 941 C entes l. - 943 C, H entie; L ende die bi dien wel gh. - 944 wel ontbr. in L; C, H van h.d. - 945 C aerbeidende - 947 C sm. ghesont - 949 H openbaer - 950 C ane; maghere - 951 C, H cleenre; H pinen - 952 C dorlopen ... wostine; H doerloepen grote br. woestinen - 953 C so ne es - 954 C alse men o.; H dan datmen o.; C, H al ontbr.; - 955 B behouden - 956 C, H merke; B m'ke; C telker - 957 C, H Teen; B hi i. pl. v. men - 958 C sulke - 960 C, H ende naer dien; B es sw. - 963 C, H, B g(h)ehouden; L ghouden; B op, steeds - 964 C, H es ontbr.; C dat ander
margenoot+
C XXXI
voetnoot941
abstinentes a suis appetitibus et parcentes gule
margenoot+
(C 93v. a)
voetnoot943
et viventes temperate per dietas
margenoot+
(L 195v. c)
voetnoot947
longioris vite: boni appetitus et levioris (velocioris) motus et melioris operationis
voetnoot951
... per deserta et itinera longa

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken