Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Heimelijkheid der heimelijkheden (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Heimelijkheid der heimelijkheden
Afbeelding van Heimelijkheid der heimelijkhedenToon afbeelding van titelpagina van Heimelijkheid der heimelijkheden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.53 MB)

Scans (12.79 MB)

ebook (3.07 MB)

XML (0.75 MB)

tekstbestand






Editeur

A.A. Verdenius



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

proefschrift
traktaat
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Heimelijkheid der heimelijkheden

(1917)–Jacob van Maerlant–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

XIII.

 
Ga naar margenoot+Vier tide sijn in den jare:Ga naar margenoot+aant.
 
Die lentin beghinnet al dare,
 
Daer in Marte der sonnen ganc
 
Dach ende nacht maect even lanc.
1065[regelnummer]
Dan verniewet tlijf ende lucht;
 
Die winde vlieghen hare vlucht;
 
Die sne verdoyet altemale;
 
Beken lopen in den dale;
 
Die fonteinen warden ghehier;Ga naar voetnoot1069
1070[regelnummer]
Men siet up waerd clemmen hierGa naar margenoot+
 
Dat sap in die bome droghe;
 
Coren dat ward groene int oghe;Ga naar margenoot+
 
Die mersche werden vro;
 
Bloemen toghen hem also;
1075[regelnummer]
Beesten bringhen hare vrucht;
 
Vogle singhen in die lucht:Ga naar voetnoot1076
 
Lewerken ende nachtegale
 
Singhen dan scoene ende wale;
 
Die eerde die vercierd hare al,
[pagina 152]
[p. 152]
1080[regelnummer]
Als die bruut, die comen sal
 
Te manne, ende hare parerd,
 
Ende dat huwelijc begherd.
 
Die lentin es warem ende nat,
 
Ende der lucht ghelijc in dat.Ga naar voetnoot1084aant.
1085[regelnummer]
In den mensce wasset dat bloet,
 
Ende lopet als ene vloetGa naar margenoot+
 
Indie lede harenthare.
 
Ghetidich es dan ende mareGa naar voetnoot1088aant.
 
Quackelen ende kiekine van hinnen;
1090[regelnummer]
Eyere, die men goet mach ghewinnen,aant.
 
Nemmeer dan sesse ten male;Ga naar voetnoot1091
 
Gheets melc es ghetidich wale,
 
Ende van crude wilde latuwe.Ga naar voetnoot1093
 
Laten es ghetidich ende nuwe,Ga naar voetnoot1094aant.
1095[regelnummer]
Ende in ghene tijt so goet int jaer.
 
Goet eist baden over waer,
 
Ende sweten ende pinen.
 
Dan men neme medicinen,Ga naar voetnoot1098
 
Die den lechame vardich maken,
1100[regelnummer]
Want alle crude dan waken.
 
Ga naar margenoot+Die rechte somer coemt in,Ga naar margenoot+
 
Als die sonne neemt beghin
 
In den lancsten dach van den jare.
 
Alle varewe vertoghet dan hare;Ga naar voetnoot1104
1105[regelnummer]
Die winde metter hitten ontsteken;
 
Die zee laat haer hoghe breken;aant.
[pagina 153]
[p. 153]
 
Serpente wassen ende venijn;Ga naar voetnoot1107
 
Die lucht ward claer ende fijn;
 
Coren ward wit ende hard,Ga naar voetnoot1109Ga naar margenoot+aant.
1110[regelnummer]
Ende gaet te sire rijpheit waerd.
 
Dan ward die werelt als die bruut,Ga naar voetnoot1111
 
Die hare vulwassen toghet al ut,
 
Ende met vruchte al vul laden,
 
Als diet al wille beraden.
1115[regelnummer]
Die zomer es heet ende droghe,
 
Ende dan betaemt wel, dat elc poghe
 
Te scuwene, so waer hi gheet,
 
Wat so droghe es ende heet.Ga naar margenoot+
 
Scuwe overdranc ende overate,
1120[regelnummer]
Ete dan te sire bate,
 
Wat so coud es ende nat,
 
Want het es ghetidich dat:Ga naar margenoot+
 
Alse calf vlees met aysine,
 
Cauwoerden, coude crudekine,Ga naar voetnoot1124
1125[regelnummer]
Vette kiekine, cout van naturen.Ga naar voetnoot1125
 
Mac pulment in somigher uren
 
Van gherstinen mele, ete sakenaant.
 
Ende frute van suerre smaken,
 
Sulke alse sijn pumeghernaten.aant.
1130[regelnummer]
Scuwe vrouwen boven maten;Ga naar voetnoot1130-1135
 
Men ne sal dan baden no laten,Ga naar margenoot+
 
Het ne doe noot; ende utermaten
 
Es het quaet elken man
 
Vele pinen sinen lechame dan.
[pagina 154]
[p. 154]
1135[regelnummer]
Ga naar margenoot+Herfst comt, als der sonnen gancGa naar voetnoot+Ga naar voetnoot1135-1152
 
Vor winter maect even lanc
 
Bede die dach ende die nacht.
 
Daer beghinnet sine cracht:
 
Die nacht gaet dan boven den dage;
1140[regelnummer]
Die lucht vercout dan alle slaghe;
 
Die winde sijn dan swaer;aant.
 
Rivieren minderen, verre ende naer;
 
Fonteinen droghen, groenheit tegaet;
 
Die sconeit van der erden verlaet;aant.
1145[regelnummer]
Die wilde diere soeken hole;
 
Voghele met menigher scoleGa naar margenoot+
 
Vlieghen om warme lande vinden;
 
Serpente crupen ende winden,
 
Waer si onthouden moghen tlijf.
1150[regelnummer]
Die werelt es dan als dat wijf,
 
Die hare joghet hevet leden,
 
Ende numeer tijt ter outheden.
 
Herfst es droghe ende coud.
 
So eist tijt, dat men spise houdGa naar voetnoot1154aant.
1155[regelnummer]
Warem ende wacke, als tkiekin ende tlam;
 
Oud wijn es dan wel betam;
 
Wijnbesien sijn goet in dien tiden.
 
Hets dan beter pinen ende riden;Ga naar margenoot+Ga naar voetnoot1158aant.
 
Bade sijn goet dan ende pusoene,aant.
1160[regelnummer]
Up dats die mensce hevet te doene;
 
Hets goet dan keren uter maghe,
 
Te maten, int heetste vanden daghe;Ga naar voetnoot1162
 
Den lechame eist goet suveren dan,Ga naar voetnoot1163
 
Up dats noot hebbe die man.
[pagina 155]
[p. 155]
1165[regelnummer]
Ga naar margenoot+Dan beghint des winters cracht,Ga naar margenoot+
 
Als alre lancst es die nacht,
 
Ende die daghe beghinnen dijen.
 
Tcoude gaet ons ane castien:
 
Winde, varst, rijm ende snee.
1170[regelnummer]
In holen berghen sijn dan meeGa naar voetnoot1170
 
Bede voglen ende beesten,
 
Dan het sijn in den foreesten;
 
Ende es die erde in dier ghebare,Ga naar voetnoot1173
 
Als oft ene oude quene ware,
1175[regelnummer]
Arm ende in crancheit groot,Ga naar margenoot+
 
Ende recht al bider doot.
 
Winter es coud ende nat;
 
Ghetidich es dan tetene dat,
 
Dat warem es van naturen:
1180[regelnummer]
Hoenre sijn goed dan ter curen;
 
Wederin vleesch, haerste ghebraden,Ga naar voetnoot1181
 
Heet ende droghe, mach dan niet scaden;
 
Heete specien, machmense ghecrighen;Ga naar margenoot+aant.
 
Noten sijn goet dan ende fighen;
1185[regelnummer]
Root wijn, die beste die men vint,
 
Es dan van naturen ghemint.
 
Dan es den live ombequameGa naar voetnoot1187
 
Laten, ende vardighe lechame,
 
Het ne doe die grote noot.
1190[regelnummer]
Men sal scuwen maeltiden groot,
 
Dat men nature dan niene verlade;
 
Tidich sijn dan ghetemperde bade;Ga naar voetnoot1192
[pagina 156]
[p. 156]
 
Wandelen, pinen ne scaet dan niet,
 
Noch dat men vrouwen minne pliet.Ga naar margenoot+
1195[regelnummer]
Tuterste coude den lechame bint,Ga naar voetnoot1195aant.
 
So dat men binnen meer hitten vindt,
 
Ende dies verduwet men vele de bet.
 
Alexander, nu houd dese wet,Ga naar voetnoot1198-1200
 
Ende setti hier na alse die vroede,
1200[regelnummer]
Ende blijf in ons Heren hoede.
 
Vor warheit so hout wel ditte:
 
Alse langhe als du behouds die hitte
 
Ende wacheit ghetempert in di,
 
Alse langhe moghestu leven vri.

margenoot+
Cap. 29, de quatuoranni temporibus. de vere.
margenoot+
H XXVII, C XXXIV, B III
voetnoot1069
scaturiunt fontes extolluntur humididates ad summitates arborum et capita ramorum: semina surgunt: crescunt (Campb. 177 virent) segetes
margenoot+
(B 74r. c)
margenoot+
(H 68v. b)
voetnoot1076
cantant aves: resonant philomene
[tekstkritische noot]1080 C, H, B alse - 1081 C pareert: beghert; H, B pareert: beg(h)eert - 1082 B die huwelec - 1083 H lentijn; B d. lenten die es heet e.n. - 1084 C enter l. gheliket dat; H gheliker; L ghelikē; B luucht, gelijc in - 1085 C, H, B wast - 1086 C, H, B loept; C also; H, B alse - 1087 C leden; C, H harentare; H i. smenschen l.; B hare en dare - 1088 C, H, B g(h)etidich (B schrijft nooit gh); L ghtidich - 1089 C en ontbr.; B kieken - 1090 C, H eyeren; B ende eyre die men g.m. kinnen - 1091 C emmer; H, B te male - 1092 H gheetine - 1094 C, H l.e. dan g. - 1095 C, H ende ne gheenen (ten ghenen) tiden int jaer so goet; B Negenen t. - 1096 C baden men oec danne moet; H baden heeft dan groten spoet - 1098 C, H, B d. salmen nemen - 1099-1100 in B in omgekeerde volgorde - 1099 C lachame; C, H verdich; B werdich - 1100 C, H d. wel smaken - 1101 C somere, comet; B comt - 1102 C, H, B alse; B nemt - 1103 B lanchsten - 1104 C, H vaerwe; B varwe; C, H, B dan ontbr. - 1105 B met der - 1106 C, H, B hare hoeghe
voetnoot1084
aeri simili est et excitatur sanguis
margenoot+
(C 94v. a)
voetnoot1088
proficit in eo quod est equalis complexionis ... (coturnices Uir. 819) pulli gallinarum et ova non superflua
voetnoot1091
usque ad V
voetnoot1093
et lactuce agrestes quas rustici scaria vocant
voetnoot1094
zie het Latijn op blz. 45
voetnoot1098
si purgatoria accipienda sunt quicquid per purgationem ad minutionem acciderit: hoc tempore sua humiditate restaurat
margenoot+
Cap. 30, de estate.
margenoot+
H XXVIII, C XXXV
voetnoot1104
crescunt calores (Campb. 177augetur calor solis, vgl. blz. 104) inflammantur venti: tranquillitas est in mari
[tekstkritische noot]1107 C serpenten; H s.w. dan e. - 1108 C claer heet e.f.; H heet cl. e.f.; B heet e.f. - 1109 C, H, B tcoeren (B Coren) wert wit ende vaert - 1110 C, H, B henen tsiere rijpheit waert - 1111 C ende wert die w. alse; H ende d.w.w. alse; B w't - 1112 C, H, B uut; B d.h. togt volw. al uut - 1113 H e.m. vruchten es voll.; B voll. - 1114 C, H, B alse; C versaden - 1116 C wel ontbr.; H betaempt - 1117 C, H, B waer so - 1118 H wat dat; B wat dr. e. - 1119 L over hate - volgorde in B: 1122, 1121, 1119, 1120 - 1120 C tsire; Hte siere; B ete dusdane dinc t.s.b. - 1122 L bat - 1123-24 ontbr. in B - 1123 C, H vleesch; H metten - 1124 - lezing van C; H cauwoerden; L cuwe coude cr. - 1125 C, H, B witte; B kyekene - 1126 C, B make; H maken; C, H polument; B polment; C te somegre u.; H te sulker u. - 1127 H gheerstinen; L hete - 1128 C, H fruut; B fruit - 1129 C al sulke; H prumeghernate; B sulc; pume granaten - 1130 H mate - 1131 C, H menne s.b.d.n.l.; B men sal niet baden no laten - 1132 in L staat achter noot een dubbele punt; C hen d.n. groot u.; H en d.n.u.; B hen d.n.u. - 1133 H, C Ende hets qu. (qu. dan) e.m.; B Het quaet dan e.m. - 1134 C lichame; B s.l.v.p.d.
voetnoot1107
nascuntur serpentes: funduntur venena
voetnoot1109
desiccantur segetes
margenoot+
(H 69r. a)
voetnoot1111
et fit mundus quasi speciosa corpora (Utr. 819 sponsa corpore completa)
margenoot+
(L 196r. c)
margenoot+
(C 94v. b)
voetnoot1124
cucurbita - vgl. verder blz. 46
voetnoot1125
pulli saginati (vgl. blz. 87, noot 3) pulmentum quoque ex farina ordei: et fructus acri saporis: et mala acria
voetnoot1130-1135
voor 1130-1135 zie men 't Latijn op blz. 46
margenoot+
(B 74v. a)
[tekstkritische noot]1135 B comt ontbr., alse - 1137 C, H, B die ... die ontbr.; B beide, steeds met ei - 1137 B dan begint - 1140 C, B dan ontbr. - 1141 C, H winden; C danne; H, B s.d. alle zw. - 1143 C vergaet - 1144 C, H, B scoenheit; C slaet; H wederslaet; B verslaet - 1145 C, H, B die ontbr.; H souken; C, H holen - 1146 C voghelen; H vogle; C m. menegre scole; H m. groten scolen - 1147 B, H omme; H waerme, te vinden - 1148 C, H serpenten - 1149 C, H daer si den wintre (dien winter) onth. tl.; B w.s. den winter onth. dl. - 1150 C, H alse; C, B twijf; H een wijf - 1151 H jueghet; B hare ontbr. - 1152 B e. emmer gaet ter o. - 1154 C, H an sp. - 1155 C, H vucht; of; H kiekijn; B die waerm ende ionc es als k.e.l. - 1157 C sijn dan g. - 1158 C beter dan; B hets goet p.e.r. - 1159 C, B baden; C dan goet; B b. es goet ende poysoene - 1160 C, H een mensche; B de mensche heeft - 1162 B int dierste; L eetste - 1163 C lachame; H es g. - 1164 B te doene heeft; C, B de m.; L ebbe
margenoot+
Cap. 31, de autumno.
voetnoot+
H XXIX, C XXXVI
voetnoot1135-1152
Voor 1135-1152 zie blz. 33
margenoot+
(H 69r. b)
voetnoot1154
in eo tempore sumantur calida et humida
margenoot+
(C 95r. a)
voetnoot1158
motus corporis et usus veneris magis quam in estate nocet (magis exerce quam in estate Utr. 819 = betere lezing) balnea quoque et purgatoria si necesse fuerit fiant
voetnoot1162
in calidiori hora diel
voetnoot1163
purgatio ventris
[tekstkritische noot]1166 C, H, B alse; C de n.; H lancste; B alder lanxt - 1167 C, H entie - 1168 C, H an cast.; B dan cast. - 1169 C winden; B wint; C, H vorst; B regen - 1170 C, H, B boemen - 1171 C, B voghelen; B bede ontbr. - 1172 B foresten - 1173 C weerelt; C, H in der g.; B die e.e.d.i.d.g. - 1174 C, B alse - bij vs. 1175 begint in L een andere hand - 1175 C, H arem; H crankeden; B in ontbr. - 1176 C, H ende wel naer bider (H al b.); B e.r. als op d.d. - 1177 C, H, B die w. - 1178 B tetene ontbr. - 1179 C, H bi nat.; B tetene d. warm e.b.n. - 1180 C, H, B dan goet; C cuere - 1181 H, B wederijn; C, H harste; B ende herste; L aerste - 1183 C, H, B spise - 1184 C, H, B dan goet; vighen - 1185 C, B den besten; B dien; H de beste - 1186 C, H dan ontbr.; van der n. meest ghem.; B van der n. - 1187 C, H, B seere; C onbeq.; H beq.; B ombeq. - 1188 C, H verdich; B werdich - 1189 C het en; H henne; B hen; C, H, B die ontbr.; doe dan; C groten - 1190 C, H dan sc.; H, B maeltide - 1191 C, H, B dan ontbr.; C niet en; H, B niet ne - 1192 C, H ghetidich; B getimperde
margenoot+
Cap. 32, de hyeme
margenoot+
H XXX, C XXXVII
voetnoot1170
et major pars animalium absconduntur in ventre terre: et in cavernis montium
voetnoot1173
tunc est mundus quasi vetula languida: etate decrepita: indumento nuda: morti propinqua
margenoot+
(L 196v. a)
voetnoot1181
arietine carnes: et assature: et universa pigmenta calida
margenoot+
(H 69v. a) (B74v. b)
voetnoot1187
abstineatur etiam a solutione ventris et minutione sanguinis (nisi magna cogat necessitas Utr. 819)
voetnoot1192
et utere balneis (temperatis Utr. 819)
[tekstkritische noot]1193 C, B ne ontbr.; H en - 1194 C vrouwe minne; H spel van vrouwen; B Of dat - 1195 B duuterste - 1196 H mee - 1197 C, H, B te bet. - 1198 C, H, B nu ontbr. - 1199 C sette di; H, B set di; H hier naer; B als; C, H de - 1201 C so wet w. - 1202 C, B also; C alstu; de - 1203 C vuchtheit; H vuchtecheit; B ende die vuchth. getimpert - 1204 C So l.; B also l. mogstu - 1205 C Twiersins; H Aviersins; B tveyer sins; C, H de man - 1206 C, H, B hi; C niet en - 1207 C teen - 1208 C, H, B alse (B als) die m.; H leeft - 1209 C, H om(omme) die oude; B d.h. te gane laet om die oude - 1210 L dat; H breict; B brect - 1211 C, B tander; H roekcloesheden; C roukeloesheden; B roecloesheden; L roukelooshede - 1212 B alst e.; C binden l. - 1213 C, H drancke ende spise(n); B bi ongetiden drane - 1214 H verdeerft; B verderft - 1215 H, B hoert; B setmen somemige s.; C, H s(z) omeghe s. - 1216 C, H vucht ende vet; B vet ende vucht - 1217 L r'ste - 1218 C, H entie versch m., B en̅ versche m., L en̅ v'sche m.
margenoot+
(C 95r. b)
voetnoot1195
pre nimio frigore calor naturalis colligitur: et ingreditur in interiora corporis
voetnoot1198-1200
vgl. het Latijn op blz. 10

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken