Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Merlijn, de tovenaar van koning Arthur
Toon afbeeldingen van Merlijn, de tovenaar van koning Arthurzoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,11 MB)

Scans (13,43 MB)

ebook (2,98 MB)

XML (0,42 MB)

tekstbestand






Editeur

Frank Brandsma


Genre

poëzie

Subgenre

ridderroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Merlijn, de tovenaar van koning Arthur

(2004)–Jacob van Maerlant, Lodewijk van Velthem–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 209]
[p. 209]

Aantekeningen

Maerlants Merlijn

Pagina 12

het zweet zijns aanschijns: zie Genesis 3:19.

 

Pagina 18

Faise de moi Deus son plaisier: hoewel het lijkt alsof hier de Franse brontekst wordt geciteerd, komt deze zinsnede in de geraadpleegde editie (ed. Sommer, deel ii, p. 11, r. 10; ed. Micha, p. 45, r. 25-27) op deze plaats niet voor. Het is denkbaar dat het een variant in Maerlants bron betreft, of een vaste uitdrukking.

 

Pagina 24

geding: Merlijn geeft hier een samenvatting van alles wat in het handschrift en de teksten voorafgaat, inclusief de door Maerlant toegevoegde Maskeroen-episode (het geding).

 

Pagina 25

Er... vertellen: in deze alinea is de verteller aan het woord. Hij duidt de verschillende delen aan als ‘boeken’, waarbij Boek i de Graalgeschiedenis bevat en Boek 2 het verhaal van Merlijn tot op dit punt. Meteen hierna begint Boek 3.

 

Pagina 26

Vortigern: dit personage draagt in het handschrift de naam Utegier.

Brutus' boek: de geschiedenis van Brittannië vanaf de komst van de Trojaan Brutus is in vele kronieken beschreven, te beginnen bij de Historia Regum Britanniae van Geoffrey van Monmouth (1136) en de Oudfranse vertaling daarvan, de Roman de Brut van Wace. Het is niet duidelijk welke tekst uit de Brut-tra-

[pagina 210]
[p. 210]

ditie hier bedoeld wordt. De verwijzing is door Maerlant overgenomen uit zijn bron (ed. Sommer, ii, p. 19, noot 4, zie ook de ed. Micha, p. xxvi-xxviii, en Besamusca en Brandsma 1996, p. 116, noot 5).

 

Pagina 30

zes of zeven meter: in het handschrift staat ‘dre vademe ofte vier’; een vadem is circa 1,80 m.

strootjes: de geleerden trekken strootjes om te bepalen wie de boodschap (namelijk: dat zij niet weten waarom de toren instort) aan Vortigern moet overbrengen.

 

Pagina 31

Merlant: In het Oudfrans (en ook elders in de Middelnederlandse tekst) verblijft Blasius/Blaise in Northumberland. Hier lijkt een spelletje gespeeld te worden door de dichter Jacob van Maerlant/Merlant. Zie Besamusca en Brandsma 1996, p. 121.

Je... leven: er is voor deze zinsnede een versregel weggevallen, vgl. ed. Sodmann, vs. 4767, die hier is aangevuld op basis van het Oudfrans (ed. Sommer, ii, p. 27, r. 33; ed. Micha, p. 99, r. 23-24).

 

Pagina 38

De koning schatte hem als de winnaar in: de vertaling is onzeker. Maerlants tekst lijkt te zeggen dat de koning zelf de draak overwint, maar dat past niet in de context. De Franse tekst geeft aan dat de koning denkt dat de rode draak de witte zal overwinnen (ed. Sommer, ii, p. 33, r. 14; ed. Micha, p. 115, r. 40-41).

 

Pagina 40

Robert: Maerlants bron, Robert de Boron.

 

Pagina 41

Aurelius en Ambrosius: worden hier in het handschrift als twee

[pagina 211]
[p. 211]

aparte personen geïntroduceerd. Elders blijkt dat er slechts één persoon is, die Aurelius Ambrosius heet en al snel sneuvelt.

 

Pagina 42

derde boek: in het handschrift is hier sprake van het tweede boek. De telling van de boeken wordt onduidelijk. Hier eindigt het tweede boek van de Merlijn, dat tegelijk het derde van Maerlants dubbelroman is.

 

Pagina 45-54

De passage op p. 45-54 is overgenomen uit de bestaande vertaling in Biesheuvel 1998 (p. 93-112). De namen zijn aangepast aan de hier gehanteerde spelling, de alinea-indeling is aangepast aan het gebruik van paragraaftekens in de bron, en een enkele vergissing is rechtgezet. Ik ben Ingrid Biesheuvel en de betrokken uitgeverijen zeer dankbaar voor het welwillend afstaan van deze tekst.

 

Pagina 45

Broer: de vertaling-Biesheuvel noemt hier abusievelijk de naam van Uter, waar Pandragoen wordt bedoeld. De Middelnederduitse tekst noemt geen naam, maar zegt alleen ‘dinen broder’ (vs. 6814).

 

Pagina 48

Mathias van Trier: geldt in de Middeleeuwen als apostel. Hij verving Judas en was vooral actief in Judea. Apocriefe bijbelboeken als de Acta Andreae et Matthiae apud anthropophagos beschrijven zijn handelingen.

 

Pagina 54

dienen: hier eindigt de uit Biesheuvels vertaling overgenomen passage.

[pagina 212]
[p. 212]

Pagina 57

Hij... wegging: Uter houdt hier ten overstaan van Ygerne de fictie in stand dat hij de hertog is: hij heeft zogenaamd zonder iemand in te lichten zijn kamp verlaten om de nacht bij Ygerne door te brengen, zodat zijn medestrijders nu niet weten waar hij is.

 

Pagina 60

verbasteren: Het werkwoord ‘onnature’, dat hier als ‘laat verbasteren’ is vertaald, is een hapax: het komt in deze vorm maar één keer voor in het Middelnederlands volgens het mnw.

 

Pagina 62

Auctor: Arturs pleegvader heet ook wel Ector of Antor.

 

Pagina 73

Met... kloppen: hier is de verteller/dichter Maerlant aan het woord: hij licht een onduidelijkheid in zijn bron toe.

 

Pagina 74

Zo... voeren: Deze overgangspassage naar de stof van de Vulgaat Merlijnvoortzetting is naar alle waarschijnlijkheid herschreven door Lodewijk van Velthem. Het Oudfrans heeft in de tweede zin van de alinea ‘pès’ (‘vrede’; zie ed. Sommer, ii, p. 88, r. 18; ed. Micha, p. 290, r. 58); Maerlants oorspronkelijke tekst vermeldde vast ook dat Artur lange tijd in vrede regeerde over Logres.

Velthems Merlijncontinuatie

Pagina 77

 

Bandemagus: handschrift Bandegarius. Dit is de koning van Gorre die in Chrétien de Troyes' Lancelot optreedt als de be-

[pagina 213]
[p. 213]

schermer van de koningin, die door zijn zoon Méléagant ontvoerd is en door Lancelot zal worden bevrijd.

Meleagant: handschrift Melogans.

 

Pagina 80

de hertog: Ygernes echtgenoot Gorlois van Cornwall.

 

Pagina 85

Caliburnus: deze naam heeft het zwaard al in Geoffrey van Monmouths Historia Regum Britanniae, later wordt het Excalibur genoemd. In sommige teksten heeft het zwaard een magische oorsprong. Het is vervaardigd op het eiland Avalon.

 

Pagina 92

quintein: een draaiende pop op een stok. De ridder probeert het schild van de pop met zijn lans zo te raken dat hijzelf niet het slachtoffer wordt van de knots aan de ronddraaiende arm van de pop.

 

Pagina 97

Loete: van Arturs zoon Loete (of Loholt) wordt verder weinig of niets vernomen, ondanks de vooruitwijzing die de verteller hier geeft. Artur is in sommige teksten ook de vader van Mordret, maar hij verwekt geen wettige opvolger.

 

Pagina 116

Alein en de Rijke Visser: de stamboom van de Graalfamilie heeft in verschillende verhalen heel diverse uitlopers. Al bij Chrétien de Troyes en Robert de Boron is sprake van een koning die vist (soms Bron geheten). Hij wordt hier ook gezien als de gewonde koning die met zijn zoon koning Pelles in het Graalkasteel verblijft. Alein wordt in Robert de Borons Joseph gepresenteerd als de opvolger van Jozef van Arimathea als leider van het Graalvolk. Hij geeft in die tekst de Graal mee aan de rijke visser

[pagina 214]
[p. 214]

die hem naar het Westen, naar de valleien van Avalon brengt.

Koning Pelles' dochter draagt de Graal rond in een processie. In de Lanceloet wordt beschreven dat Walewein en Lanceloet de processie bijwonen. Walewein is zeer van de draagster onder de indruk. Lanceloet heeft minder oog voor haar, maar verwekt, misleid door middel van toverdrank en een list, wel Galaät bij haar. Het verlies van haar maagdelijkheid betekent dat zij de Graal niet meer mag dragen.

Galaät zal in de Queeste van den Grale uiteindelijk de heilige Graal vinden. Hij is de zoon van Lanceloet. De gebeurtenissen rond de Graal worden beschreven in latere delen van de Oudfranse cyclus waarvan Velthems bron deel uitmaakt en in latere delen van de Middelnederlandse vertaling (Lanceloet-Queeste-Arturs doet) die hij hier als delen van hetzelfde ‘boek’ aanduidt. In de Merlijntekst wordt verder niet over de Graal gesproken.

 

Pagina 122

nigromantie: zwarte kunst, magie die voor positieve en negatieve doelen kan worden ingezet.

 

Pagina 124

wolvin: de wolvin is het meisje dat Merlijn (de leeuw) gevangen zal zetten, zoals in het vervolg van het verhaal verteld zal worden.

Met... vertellen: deze vertellersopmerking, waarin de voorspelling over Merlijns eigen lot wordt uitgelegd, komt niet voor in de Franse tekst (ed. Sommer, ii, p. 207, r. 6). Merlijn duidt zichzelf hier als ‘leeuw’ aan, maar meestal staat dat dier voor Galaät. Zie voor het denigrerende karakter van de opmerking ook Velthems epiloog.

Logres: in het handschrift staat ‘Gales’, maar gezien de context is waarschijnlijk Logres, de locatie van Arturs militaire activiteiten bedoeld.

luipaard: met de luipaard wordt Lanceloet aangeduid. Hij

[pagina 215]
[p. 215]

wordt geboren en opgevoed in Gallië en zal koning Arturs steun en toeverlaat worden in het vervolg van het verhaal.

leeuw: deze grote leeuw is Lanceloets zoon Galaät, de kuise ridder die de Graal zal vinden.

 

Pagina 125

Deze profetie... bogen: deze voorspelling in diervorm wijst vooruit naar de overwinning die Artur (de draak) zal behalen op de oude leeuw (Rome) en haar bondgenoten.

 

Pagina 126

Borgonië: mogelijk duidt deze naam Bourgondië aan.

 

Pagina 129

quintein: zie de aantekening bij p. 8.

 

Pagina 131

profetie: in deze voorspelling duidt de gekroonde draak Artur aan, die de leeuw (Rome) zal verdrijven. De luipaard is Lanceloet, met wiens hulp de Romeinen definitief zullen worden verslagen in het laatste deel van de cyclus (Arturs doet). Zie voor de dertig serpenten de aantekening bij pagina 141.

 

Pagina 132

luipaard en leeuw: in deze dierprofetie staat de luipaard voor Lanceloet. De leeuw (eerder: Rome, later ook Galaät) is nu koning Artur. De draak van het verre eiland staat voor Galehaut, de machtige koning van de Verre Eilanden, die zich uit waardering voor Lanceloet onderwerpt aan koning Artur, zoals beschreven wordt in het eerste deel van de Lancelot en prose.

 

Pagina 137

Ydier... vertellen: dit is een vooruitwijzing naar het verhaal van de Vengeance Raguidel/Wrake van Ragisel, een tekst die in de

[pagina 216]
[p. 216]

Lancelotcompilatie ook daadwerkelijk later in het boek nog zal volgen. De verwijzing is ook te vinden in de Oudfranse brontekst (ed. Sommer, ii, p. 218, r. 11-15), terwijl er geen handschriften zijn overgeleverd waarin de Vengeance deel uitmaakt van de Franse Lancelot-cyclus.

 

Pagina 137

Bertalie... vertellen: de verteller wijst hier vooruit naar de ‘Valse Genevere’-episode uit het eerste deel van de Lancelot, waarin het meisje dat hier als bijna-kopie van Genevere wordt gepresenteerd Genevere's plaats aan Arturs zijde inneemt en de echte koningin het veld moet ruimen.

 

Pagina 140

Nasciën: volgens de Franse tekst zorgt Nasciën lange tijd voor Lancelot, die overigens bij zijn geboorte ‘Galaad’ gedoopt werd, (ed. Sommer, ii, p. 221, r. 38-39). De beschreven gebeurtenissen vinden plaats in de Estoire doli Saint Graal (niet in Robert de Borons Joseph d'Arimathie en Maerlants Historie van den Grale).

 

Pagina 141

Hij... schrijven: Nasciën wordt hier opgevoerd als degene die de Estoire dou Saint Graal optekende. In de proloog van die tekst wordt via een uitgebreid visioen uitgelegd dat de tekst eigenlijk rechtstreeks van Christus afkomstig is. Het boekje dat Christus hem ter hand stelt, is door de kopiist snel overgeschreven en dat is de tekst die men leest. Dit is de eerste stap in de bronnenfictie van de cyclus, de tweede is de ooggetuige Merlijn (zie ook het Nawoord).

Later... ontnemen: de dertig koningen die genoemd worden, zijn de dertig serpenten die in Merlijns eerdere profetie figureerden. Het verhaal van de strijd tussen Artur en Galehaut wordt in deel i van de Lancelot en prose verteld.

[pagina 217]
[p. 217]

Pagina 142

Calsedon: mogelijk is dit Caledonië, Schotland. Dat zou verklaren hoe het zwaard vanuit Griekenland naar het noorden is gekomen.

Hij... veroveren: volgens de Franse tekst is Caliburnus (Excalibur) het zwaard dat Artur uit de steen trok, terwijl Rioens zwaard door Vulcanus is gemaakt in de tijd van koning Adrastus (ed. Sommer, ii, p. 230, r. 22-43).

 

Pagina 143

Sathanië: het land van de duivel.

 

Pagina 146

Avengnable: vermomt zich als de man Grisandoles, vanaf dat moment gaat Velthem dit personage ook als ‘hij’ aanduiden. De vertaling volgt hem daarin.

 

Pagina 153

Er... worden: deze diervoorspelling slaat op de veldtocht die de keizer van Rome (ditmaal de draak) tegen de wil van Avengnable (de tortelduif) later in de tekst zal ondernemen tegen koning Artur (de leeuw). Walewein (de stier) zal de keizer doden.

 

Pagina 155

Ja... onthouden: zie de aantekening bij pagina 153.

 

Pagina 159

voortaan schreven de klerken de avonturen op: dit is een overgang in de bronnenfictie: het verhaal is vanaf nu gebaseerd op het boek waarin de vier klerken de ooggetuigenverslagen van de ridders zelf optekenen, en niet langer op de ooggetuige Merlijn en zijn scribent Blasius, hoewel Merlijn nog wel af en toe naar Blasius toe gaat. Zie ook het nawoord.

vader van de avonturen: dit is het vaste epitheton dat Wale-

[pagina 218]
[p. 218]

wein in de Middelnederlandse literatuur draagt. In het Oudfrans ontbreekt deze mededeling (ed. Sommer, ii, p. 322, r. 4).

 

Pagina 163

de dag dat het kind de vader zal doden en de vader het kind: Merlijn kondigt hier de slag aan waarin Artur zijn zoon Mordret zal doden en door Mordret dodelijk zal worden verwond. Dat betekent de ondergang van het Arturrijk en wordt beschreven in Arturs doet.

 

Pagina 171

via Lombardije naar Logres: de strijd tegen de Romeinen wordt hier wel in Logres (Engeland) gesitueerd, maar voltrekt zich blijkens de beschrijving ten dele ook op het vasteland.

 

Pagina 184

Ik... koningsdochter: de Franse tekst legt uit dat de ridder verliefd is op de geliefde van de dwerg en zich daarom gelukkig prees dat hij haar tegenkwam (ed. Sommer, ii, p. 455, r. 33-43).

 

Pagina 189

wie het hof schuwt, wordt door het hof geschuwd: ‘uit het oog, uit het hart’.

 

Pagina 192

of het nu dag of nacht is: in handschrift-Burgsteinfurt eindigt hier het gedeelte dat door kopiist i is geschreven. Deze afschrijver zet na het laatste vers (36034) het woord ‘amen’. De tweede kopiist schrijft de laatste twee bladen en heeft wat afwijkende gewoonten. Hij gebruikt - net als de Middelnederlandse legger? - de naam Walewein in plaats van de vorm Gawein (die in de moderne vertaling in Walewein werd omgezet).

[pagina 219]
[p. 219]

Pagina 194

Deze epiloog komt niet voor in de Franse bron, waar een overgang naar de Lancelot-tekst wordt gemaakt die past in handschriften met de volledige Lancelot en prose-cyclus. Hier geeft de vertaler Lodewijk van Velthem zijn eigen, nogal misogyne, commentaar op het verhaal.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • Italië

  • Frankrijk

  • Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)