Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen (1617)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen
Afbeelding van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghenToon afbeelding van titelpagina van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.05 MB)

ebook (6.71 MB)

XML (0.97 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen

(1617)–Lodewijk Makeblijde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het derde
van noode tot een generale biechte.

Volkomen belijdinghe.

NA het onder-soecken, ende leedtwesen van onse sonden, volght ten derden, eene oprechte ende volkomen belijdinghe onser sonden voor den Priester.

Wat conditien dat eene oprechte belijdinghe der sonden moet hebben.

Dese belijdinge, op dat sy oprecht zy, geeft men ghemeynelick seuen conditien: want

1.Sy moet claer zijn: dat is, noch konstelick ghemaeckt, noch bewimpelende de sonden, maer simpelick de waerheydt soo sy is, betoonende.
2.Suyver van loghenen, van onschuldinghe, ende van onnoodighe woorden, oft omstanden: alleen besluytende dat het verclaren der sonden aengaet.
3.Vol: gheene soorte, noch ghetal, noch ooc swaren omstandt der doodt-sonden al willens ende wetens achterlatende.
4.Oodtmoedich: dat is, bekennende dat wy grootelicks misdaen hebben, ende de eewighe straffen weerdich zijn: gheerne oock des biechtvaders berisponghen ende onderrechtinghen hoorende.
[pagina 310]
[p. 310]
5.Droefmoedich: om dat wy door onse sonden Godt vergramt hebben, ende onse siele, bouen dat wy konnen begrijpen, seer grootelicks beschadicht hebben: de sonde, als het meeste quaedt der weereldt hatende, ende vervloeckende.
6.Vrijwillich: dat is, ghedaen niet door bedwanck met kurselheydt ende teghenheydt: maer gheerne, blij moedelick, ende met begheerte van ons met Godt te versoenen, het pack onser sonden af te legghen, ende ons leven ganschelick te vernieuwen.
7.Aenklachtich: dat is, besluytende onse eyghen schuldt; ende niet die van andere, tot onser ontschuldinghe: want Godt weet de waerheydt, ende wilt dat wy die opentlick aen sijnen dienaer sullen belijden, begheeren wy ons met hem te versoenen: Anders sulcke biechte, sulcke ontslaghinghe.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken