Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen (1617)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen
Afbeelding van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghenToon afbeelding van titelpagina van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.05 MB)

ebook (6.71 MB)

XML (0.97 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen

(1617)–Lodewijk Makeblijde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het vierde
van noode tot eene generale biechte.

Voldoeninghe der penitentie.

HEt laetste tot de generale biechte van noode, is het volbrenghen der penitentie, die den biecht-vader ons sal belasten voor onse sonden te doen.

Dese dient 1. Tot volmaecktheydt van het H. Sacrament der Biechte. 2. Tot een medecijne onser ghebreken, ende beteringe van ons sondich leuen. 3. Tot verminderinghe van de pijne des Vaghe-viers, die wy na dit onseker

[pagina 311]
[p. 311]

leven voor onse sonden, souden moeten lijden. Om dese redenen, behoort den ghenen die hem biecht de selue penitentie, met groote oodtmoedicheydt te aenveerden, ende met uyterste neersticheydt te volbrenghen. Waer toe oock helpen kan, dat eene kleyne penitentie hier met oodtmoedicheydt ghedaen, verdient meer voor Godt, dan de sware pijnen des vagheviers, oock veel tijdts hier naemaels verdraghen.

Waer af hy hem moet vvachten die eene generale biechte vvilt doen.

TEn eersten, Van te grooten ancxt in het onder-soecken van sijn voorgaende leven: namentlick als hy eenen wijsen biecht-vader verkiest. Want al is't dat dese ondersoeckinghe, soo veel te beter is, als sy volkomentlicker is: nochtans te groote ende indiscrete benautheydt belet den voordt-ganck.

Ten tvveeden, Van te groote schaemte ende vreese in sijne sonden aen den biecht-vader te openen. Want hier door bedriecht seer lichtelick den duyvel den ghenen, die biechten wilt, als hy hem door vreese eenighe doodt-sonde doet verswijghen, oft eenen swaren omstandt achter-houden.

Ten derden, Van eenighe nieuwe behaghelickheyt te krijghen als wy ons onder-soecken in eenighe sonden, die wy in voor-leden tijden ghedaen hebben: want dat ware anderwerf de selue sonde doen: ende als men vergheuenisse soeckt, Godt swaerlicker ver-

[pagina 312]
[p. 312]

grammen: ende in het H. Sacrament der salicheydt, sijne verdoemenisse wercken.

Vermaninghen van den ouden Tobias, tot den Ionghen.

ALle de daghen uwes leuens, hebt Godt in uvve ghedachten: ende vvacht v, dat ghy tot de sonde gheen consent en gheeft: noch achter en laet de gheboden des Heeren. Tobiae c. 4. v. 6.

Benedictien Godts, voor de ghene, die syn gheboden onderhouden.
Deuteronomii 28 v. 1.

ISt dat ghy hoort de stemme des Heeren uvves Godts, alsoo dat ghy doet ende bevvaert, dat hy v ghebiedt: soo sal den Heere v hoogher maken dan alle natien, die op der aerden verkeeren, ende alle dese benedictien sullen ouer v komen.

Ghebenedijt suldy vvesen in de stadt, ende ghebenedijdt op het veldt.

Ghebenedijdt sal vvesen de vrucht uvves lichaems, ende de vrucht uvves landts, de vruchten van uvve last-draghende beesten, ende de koyen van uvve schapen.

[pagina 313]
[p. 313]

V schueren sullen ghebenedijdt zijn.

Ghebenedijdt suldy vvesen in-komende ende uyt-gaende.

Den Heere sal v verleenen, dat uvve vijanden, die teghen v opstaen, vallen sullen voor v aenschijn: door eenen vvech sullen sy teghen v komen, ende door seuen vveghen van v aenschijn vlieden.

Den Heere sal sijn benedictie uyt senden op v kinderen, ende op alle de wercken uvver handen.

Den Heere sal v vervvecken tot een Heylich volck.

Den Heere sal v rijck maken van alderley goederen.

Den Heere sal sijnen besten schadt den hemel open doen, om uvve landen te sijne tijden reghen te gheuen: ende hy sal alle de vvercken uvver handen ghebenedijden.

Is't dat ghy nochtans ons hoort nae de gheboden des Heeren, ende dat ghy die bevvaert ende doet, ende daer niet af en gaet ter rechter noch ter slincker handt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken