Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen (1617)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen
Afbeelding van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghenToon afbeelding van titelpagina van Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.05 MB)

ebook (6.71 MB)

XML (0.97 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen

(1617)–Lodewijk Makeblijde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het vierde
van noode tot de meditatie.
Eyndelicke t'samen-sprekinghen.

ALs wy nu dese salige beroerten in het bemercken van eenich punt, in ons sullen verweckt ende ontsteken hebben: ende door de kracht van die, eenighe goede op-setten ghemaeckt sullen hebben: soo moeten wy om de gansche meditatie te sluyten ende te eynden, doen eene t'samen-sprake met Godt ende sijn Heylighen: om die goede beweghelickheden vastelick in ons te drucken, ende die goede op-setten met Godts benedictie te segelen; op dat sy ons niet on-profijtelick en ont-vlieghen; maer door sijn gracie ghebruyckbaer tot onse salicheydt moghen worden.

[pagina 388]
[p. 388]

Om dese t'samen-sprekingen wel te doen bemerckt vijf dinghen.

Ten eersten, dat dese eyndelicke t'samensprekinghen verscheyden zijn van de ghene diemen in de meditatie doet: Ten 1. want in de t'samen-sprekinghen, die-men doet in de meditatie, mach men spreken, met alderhande dinghen: als zijn, met sy-seluen, met Godt, sijn Heylighen, met de menschen, t'sy leuende oft doode: item met de onredelicke creaturen, als zijn, Christus cruys, sijn cribbe, de doodt, de helle, de sonde, de steenen ende alderhande creaturen: het welck niet en gheschiet in de eyndelicke t'same sprekinghen soo wy nu sullen bewijsen. Ten 2. die machmen doen nae gheleghentheydt in elck point van de meditatie soo datter van die in een meditatie veele gheschieden moghen: dese niet. Ten 3. die en dienen ons soo veel niet om iet van Godt te begheeren, als om ons herte crachtelick tot deughdtsaemheydt te beweghen. Dese eynelicke geheel anders. Ten 4. die zijn alleen weghen om ons te leyden tot de eyndelicke t'samensprekingen ende instrumenten om ons te helpen om die wel te doen: soo dat wy in de eyndelicke t'samensprekinghe, eyghentlick van Godt gracie begeeren, om die goede beweghelickheden, die wy door de voorgaende t'samen-sprekinghen in ons verweckt hebben, te bewaren, ende na gheleghentheydt te ghebruycken.

[pagina 389]
[p. 389]

Ten tvveeden, dat dese eyndelicke t'samensprekinghen, altijdt gheschien tot eenige van de Godtlicke persoonen, oft tot de H. Drijvuldicheydt: want wy die doen om gracie te versoecken, die Godt alleen gheuen kan. Maer nochtans om dat de Heylighen ons daer in konnen helpen, soo moghen wy oock een, oft twee, tot eenighe van de Heylighen doen, om hunne bijstandt ende voorsprake te versoecken, ende de laetste in Godt eynden; op deser voeghe: de eerste tot onsen goeden Enghel, de tweede, tot Maria, de derde tot Christum: oft (het welck meer in't ghebruyck is) de eerste, tot Maria, de tweede tot Christum, de derde tot Godt den Vader: soo nochtans datter niet meer dan dry t'samen-sprekinghen en gheschieden.

Ten derden, Dat men in dese aen-spraken, oeffent de vier soorten des ghebedts, daer den Heylighen Paulus af-schrijft, in den eersten brief tot Timotheum in het tweede: Want 1. men bidt Godt, dat hy dese goede beweghelickheden ende op-setten in ons wilt verstercken, ende gracie gheuen om die te beleven. 2. Men smeeckt hem hierom: dat is, bidt hem om 't selue, door al het ghene dat hy lief ende in weerde heeft: als door sijn dier-baer bloedt, door sijne schandige ende bittere doodt, door de liefde, die hy draeght tot sijnen hemelschen Vader, door de verdiensten van sijne gebenedijde Moeder, &c. 3. Men praemt hem somtijden met sijn beloften, die hy ghedaen heeft, van ons te verhooren in al dat salich is. 4. Men danckt hem voor sijne gracien ende gauen, die ghepasseert zijn.

[pagina 390]
[p. 390]

Ten vierden, In dese t'samen-spraken, moghen wy ons, na den eysch van de materie die wy mediteren verscheydelick hebben, te weten: Somtijden als eenen soon tot sijnen vader: somtijden als eenen dienaer tot sijnen Heere: als eenen bedelaer tot den medecijn: als eenen misdadigen tot den rechter: als eenen schuldenaer, tot sijnen schuldt-heere, ende alsoo voordt, na het uyt-wijsen van de beweghelickheydt, die wy in ons begeeren te ontsteken.

Ten vijfden, Op dat dese aen-spraken ons meer souden beweghen; soo sullen wy moghen deser ghelijcke verbeeldinghe in die ghebruycken, als wy nu voordts sullen verclaren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken