Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schilder-boeck (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schilder-boeck
Afbeelding van Het schilder-boeckToon afbeelding van titelpagina van Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.74 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De Tafel des Schilder-consten Grondts.

Het ghetal wijst aen de Folien: a, de eerste page: en b, de tweede.

A. 
A, B, Boeck, waer de Schilder-jeught noodich, fol.8.b.
Achter-uyten niet wel ghedaen, ontcieren, fol.16.a.
Acht hebben op't leven in't carnatie coloreren, 49.a.
Aelbert Durer Laken tot Exempel, 42.b.
Aen den Bloemen eleren sorteren de verwen, 45.b.
Aen een quade maniere niet te zijn ghebonden, 49.b.
Aensporinghe tot de Schilder-const, 5.a.
Aerdighe actien in dansen, springen, en anders, 14.a.
Aerdighe versieringhe uyt t'leven Timanthes, ghebootst door Sannasarum, 20.a.
Aerdt der Italianen, 7.a.
Aermen en beenen moeten onghelijcke actie doen, ten waer noodich om eenigh werck, 13.b.
Afcomende van Italien, in ander Landen soecken gelt te winnen, om t'huys welcom te wesen, 7.a.
Affecten wat het zijn, 22.b.
Affecten hoe uyt te beelden, 23.a.
Affect der Liefden hoe uytghebeeldt, 23.a.
Affecten wel uytbeelden, Siele der Consten, 27.a.
Affecten by den grooten Meesters meer uytghebeelt als sy weten, 28.b.
Aldegraef t'overvloedich in krencken, 43.b.
Alderley licht en vyer moetmen zijn verwe geven, 31.b.
Al goet, wat wel staet, 40.a.
Alle gheschapen dingen leeren de verwen sorteren, 45.b.
Alles gracelijck uytbeelden, 15.b.
Alles heeft zijn verwe van Gode, 50.a.
Altijts quaet weder maken de Schilders, nae sommigher segghen, 35.b.
Annales der Indianen hoe in ghedachte ghehouden, fol.52.a.
Antijcke schoon Peerden te Venetien en Room, 40.b.
Antijcke Vroukens met vlieghende goet laken, 44.b.
Apelles dede wonder met vier verwen, 35.a.
Apelles begheerde des Beesten oordeel, 40.a.
Aristides d'eerste die affecten schilderde, 23.a.
Artseringhen van boven halen, 10.a.
Atabaliba meende, dat de Boecken mosten spreken, fol.51.b.
Aurora wat sy is, 29.a.

[Folio 55v]
[fol. 55v]

B. 
Beeckskens hoe te maken,fol.36.b.
Beelden veel hoofden langh by Angnolo, om welstandt, fol.11.b.
Beeldt planten hoe, 12.a.
Beeldt hoe het hem sal roeren, 12.a.
Beeldt ghestalt te gheven nae zijnen aerdt oft ouderdom, 14.b.
Beeldt zedich en eerbaer van wesen, 14.b.
Beelden en Ordinantie goet, maeckt schoon Harmonie, 16.b.
Beelden in den lijsten te laten verliesen, niet goet, geschreven nae mijn goede meeninghe, 17.a.
Beelden hoogh en leegh te bedeelen, 18.a.
Beelden hoogh en leegh nae hunnen staet, 18.a.
Beeldt den volcke yet jammers in d'Historie toonende, 18.a.
Beelden in den wolcken, 29.b.
Begin by goet Meester gheraden, 9.a.
Beleeftheit most onder den Schilders plaetse hebben, 3.b.
Beleeftheyt vermach vele, 3.b.
Beleeft, bescheyden, en schilderachtich, most een dinghen wesen, 3.b.
Beleeftheyts Exempel aen Apelles, 4.a.
Berghen en Steden overschaduwen, 35.a.
Berghen en dalen met verwe t'onderscheyden, 36.b.
Bladen, hayr, en laken, is een geesticheyt te maken, 37.a.
Bloemen wijsen t'sorteren der verwen, 45.b.
Boer-huysen en Hutten, 36.b.
Boomen en doncker Bosschen te maken, 37.a.
Boomen wel aen te legghen, 37.b.
Boomstammen en tacken, 37.b.
Boom-toppen niet rondt af te scheeren, 37.b.
Bootskens in't Landtschap, 37.b.
Brandt te schilderen, Const, 31.b.
C. 
Cantighe hooghsels te mijden, 48.b.
Cartons te maken, 15.b.
Cartons mosten ghehooght zijn, 16.a.47.b.
Cartoen is borderlijck, 47.b.
Cleederen verwe elck nae persoons aert oft tijt, 42.b.
Cleedingen nae den staet der persoonen, 42.b.
Cleen Beelden by groote Boomen goet, 37.b.
Cleenmoedicheyt uyt te beelden, 28.a.
Clippen hun eyghen verwe te gheven, 37.a.
Colomne tot Exempel van hooghen en ronden, 48.b.
Confusie der ployen te mijden, 43.b.
Congnet was fraey van branden en lichten, 32.b.
Congnet ghebruyckte gout-doppen, om keerssen te doen gloeyen, 32.b.
Consten teghendeel te mijden, 2.a.
Constige Schilderije can men uytwendich niet te costelijck vercieren, 54.a.
Copiose en eensaem Historien, 17.b.
Crijons hoe ghemaeckt, en waer toe goet, 10.a.
Crijten uytbeelden hoe, 25.b.
Cruyswijse actie, 12.b.
Cubitus der Antijcken hoe langh, 10.b.
D. 
Demon constich in affecten, 26.a.
Devote Beelden der Historien uytmuntich, en voor aen te maken, 19.a.
Die in een fraey is, ist dickwils in allen, 28.b.
Dieren welstandich te maken, is een goet deel, 38.a.
Dieren mosten nae t'leven, en aerdich gehandelt wesen, 42.a.
Dochter moet thien Iaer jongher zijn, als den Gheselle, in Echt, 6.b.
Donckerheyt beneemt t'onderscheyt der verwen, 50.a.
Doorsien in d'Historie brenghen, 16.a.
D'oude vilden Peerden, om leeren, 40.b.
Draghende Beeldt, 13.b.
Droefheyt, Doot, en Sieckte, bewoonen den ingang der Hellen, 26.b.
Dronckenschaps quade vruchten, 2.b.
Dronckenschap moet men mijden, 3.a.
Dubbel voorhoofdich mispresen, 25.a.
Dwaesheyt van die door quaet willen vermaert worden, 3.a.
E. 
Een eenich verschietende insien in het Landtschap, fol.36.a.
Eensaem Historie en rouw, niet prijselijck, 17.b.
Eensaem Historien vermeerderen hoe, 20.b.
Eerst lesen en overleggen, datmen schilderen wil, 15.b.
Elcke verwe op haer plaets aenlegghen, 47.a.
Elck Beeldt te coloreren, nae dat het gheacht is veel in de locht te gaen, 49.a.
Euphranor schreef van den verwen, 52.a.
Exempelen van Paris en Acteon, 6.a.
Exempel van eenen coperen Hert, 14.a.
Exempel van een vermoeyt beeldt, 14.b.
Exempel van goede Ordineerders, 16.b.
Exempel van eensaem Historien, gheleken by Comedien en Gastmalen, 17.b.
Exempel van copiens en vreemt t'ordineren, uyt den Poeet Sannasaro, 19.a.
Exempel van byvoegen oft vermeerderen aen Abrahams offerhande, 20.b.
Exempel der boodtschap Succarij, 20.b.
Exempel van een Mary-beeldt van Rossa, 20.b.
Exempel van vernuft, om yet uyt te beelden, 21.a.
Exempelen van Stratonica, 23.b.
Exempel van Timanthes en zijn Iphigenia, 26.a.
Exempel van een oude Schilderije, in mijnen tijdt op t'Capitolium, 27.a.
Exempel van een Kinderdoodinghe van den ouden Brueghel, 27.a.
Exempel van tooren en droefheyt uytghebeeldt, om den Schilders te verwecken, 27.b.
Exempel van den Saul van Lucas van Leyden, om uytsinnicheyt uyt te beelden, 28.a.
Exempel van Giotto, verschricktheit uyt te beelden, 28.a.
Exempel uyt Plinio, 28.a.
Exempel van s'doots pijne, angst en sorghe, uytghebeeldt door Aristidem, 28.a.
Exempel van eenen vyerblaser, 31.a.
Exempel van een Bruydt te bedde gheleydt, 31.a.
Exempel uyt Ariosto, van Rogier en Alcina, 31.b.
Exempel van eenen nacht van Raphael, 32.a.
Exempel van Bassaens nachten, 32.a.
Exempelen van eenige nacht-stucken van Congiet, 32.b.

[Folio 56r]
[fol. 56r]

Exempel van Platons speloncke, 32.b.
Exempel van Venus, Bacchus, en Ceres, ghedaen door Goltzium, 33.a.
Exempel van eenen Keucken van langhe Pier, 33.b.
Exempelen van Sonneschijnen, 33.b.
Exempel der Italiaensche Landtschappen, oock in print, 36.a.
Exempel de printen van Brueghel,36.a.
Exempel van t'Landtschap Ludij, met schoen versieringhen, 37.b.38.a.
Exempelen van den aerdt der Peerden, 38.b.
Exempel van een die Peerde-schuym maeckte, 39.b.
Exempel van Peerde-schuym te Room, 40.a.
Exempelen van schoon Antijcke Peerden, tot Venetien, en Room, 40.b.
Exempel van Honde-schuym, 40.a.
Exempel van Bassano in Beesten, 41.a.
Exempel van Pausias, van zijn vercortende Beesten, 41.b.
Exempel der Beesten van Nicias, 41.b.
Exempel den Stier te Room, 41.b.
Exempel van de Veerse van Myron, 41.b.
Exempel van Durerer Laken, en Mabeusen doeckskens, 42.b.
Exempel van Lucas van Leyden laken, 43.a.
Exempel van noch Italiaensche Laken-makers, 44.a.b.
Exempel t'laken van Flora, 44.b.
Exempel van Europa vlieghende laken, 45.a.
Exempel van verwen sorteren, den dagheraedt, en den gesterden Hemel, 45.b.
Exempel van Brueghel, onder veel graeuw yet schoons te brenghen, 46.a.
Exempel van Raphael da Rezzo, van graeuw lakens te maken, 46.a.
Exempel Durerer werck oft tafel te Francfoort, 48.a.
Exempelen van een eersten net op doen, Ioannes van Eyck, Lucas, en Brueghel, 48.a.
Exempel, Tirziani dinghen stonden eerst wel van by, en van verre, 48.a.
Exempel om leeren hooghen en diepen aen een Colomne, 48.b.
Exempel van Iacobs ghepleckte Vee, 51.a.
Exempel aen dieren, van t'wercken der verwen, 51.a.
Exempel van den Phenix, 51.a.
Exempel aen Bloemen, 51.b.
Exempel aen Vrouwen, 51.b.
Eyghenschappen der Peerden, 38.b.
Ey-rondt en cruys noodich te verstaen, 8.b.
F. 
Fabel uyt Ariosto, van den ouden man, den tijt, 4.a.
Fauten des mede-jongers beleeftlijck toonen, 5.b.
Felheyt en gramschap uyt te beelden, 27.b.
Flora te Room goet van laken, 44.b.
Fluweelen en sijden, hoemen die maken sal, 44.a.
Fresco hier te lande onghebruyckt, waerom, 47.b.
Fresco moet op, en met steen-calck wesen, 47.b.
G. 
Gasende actie, en staende postuere, 14.a.
Gebeelde Lakens en Damasten te maken, 45.a.
Geel de voornaemste verwe, 53.b.
Geen strijdighe verwen by een, staet wel, 45.a.
Geen sienlijcke dinghen onverwich, 50.b.
Geestlijcker beelden hooft niet veel draeyen, 12.b.
Gelijckenis van schilderije, en een bloemvelt, 17.b.
Gemeen ooghe wil vernoeght wesen, 49.a.
Geploeghde en ongeploeghde velden te schilderen, 36.b.
Gestalt en schoonheyt des Peerdts, 39.a.
Gewonnen goedt doorbrenghen, geen const, 4.b.
Gladder en gestreelder zijn de sy, oft vrouwelijcke dieren, als de manlijcke, 41.a.
Glasseren is behulpich, 44.a.
Godt danckbaer zijn van zijn gaven, 6.a.
Godt can zijn gaven ons benemen, 6.a.
Goet Houwelijcx lof, 6.b.
Goudts lof, 52.b.
Goudt wijst het geheel aen, 52.b.
Goudt van waer het zijnen naem heeft, 52.b.
Goudt wordt misbruyckt, 53.a.
Goudt waerom in grooter weerden, 53.a.
Goudt waer toe ghebruyckt, 53.a.
Goudt door wien eerst in gheweven, 53.a.
Goudt wat het in de Schrift beduydt, 53.a.
Goudt wat het alleen, en by ander verwen in't blasonneren beduydt, 53.a.b.
Goudt om mede chiereren, by eenighe niet toeghelaten, 53.b.
Goudt op eenighe dinghen vlack ghehooght, vallen te bruyn, 54.a.
Gracelijckheyt waer te nemen, 14.b.
Grof laken boven, en onder fijn, 43.a.
Gronden mosten aen malcander hanghen, 36.a.
Gronden aen malcander hanghende, doen t'Landtschap verschieten, 36.a.
Gronden niet te hardt tegen malcander te stooten, 36.a.
Groote Meesters eensaem in't ordineren, ghelijcken Princen, die cort spreken, 17.b.
Groote huysen op voorgronden en schicken niet, 36.a.
Grooten vlijt en prijs om Peerden te maken, 40.a.
Groote vlacke lappen sijde, en lakens, somtijts welstandich, en Monicks cappen, 44.a.
Gulden Vlies Fabel waer uyt ontstaen, 52.b.
Gulden rancke Maronis, 53.a.
H. 
Harde voorgronden in't Landtschap, 35.b.
Harde daken van vermillioen oft meny niet te maken, 37.a.
Haspelinghe oft haspelen in d'Historie ontraden, op dat Beelden malcander niet beletten, 18.b.
Heele Beelden in d'Historie te brengen, so veel doenlijck is, 18.b.
Hem selven prijsen noch laken, 5.b.
Het glimmen der Peerden waer te nemen, 39.b.
Historie oft ordinantie wat het is, 15.b.
Historie vervatt alle dinghen der Const, 18.a.
Historien maken sommige, datse quaet te kennen zijn, 19.a.
History in't Lantschap te vooren weten, is goet, 37.b.
Histrionica zijn gesten, gelijck Comedy oft Tragedyspeelders ghebruycken, 23.a.
Hoe hooge t'Beelt sal reycken, bocken en draeyen, 13.b.
Hoecken des percks wedersijdich te vullen, 16.a.
Hooft niet hanghen als t'lijf, 12.a.
Hooft weynden anders als t'lijf, 12.b.

[Folio 56v]
[fol. 56v]

Hooghmoedt ontraden, 6.a.
Hooghsel en diepsel niet te by, 9.a.
Hooghsels doen veel in der Teycken-const, 9.a.
I. 
Indianen gaen naeckt, schaemte leert cleeden, 42.b.
In een cleen stuck niet te groote Beelden oft te verdronghen te maken, 15.b.
In slechte dinghen sietmen somtijts yet goets, 5.b.
In't leven is een slechte doenlijcke soetheyt, 9.b.
In't leven vintment al, 9.b.
Inwendighen druck uyt te beelden, 26.b.
Ionck vrijen ontraden, 6.a.
Iris by den Poeten, is den Reghenboghe, 30.b.
Italiaens spreeckwoort, dat Vlamingen geen goede Beelden connen maken, 7.a.
Italianen maken Cartons, also groot als hun werck, 15.b.16.a.
Italianen weynigh, doch constigh in Lantschap, 36.a.
K. 
Keers-lichten te schilderen, 31.b.
Keucken van langhe Pier tot Exempel, 33.b.
Kijven noch vechten voeght den Schilders niet, 3.b.
Kinderen vijf hoofden langh, 11.b.
Kindt van drie Iaer heeft zijn halve lengde, 11.b.
Knien hoe ghewent in't sitten, 13.a.
Koeyen ghestalt, 40.b.
Koeyen en Ossen hebben altijt ghelijckverwighe ooren, 41.a.
Koeyen oft Ossen langhe hoofden veracht, 41.a.
L. 
Lachen uytbeelden hoe, 25.b.
Laken, een groot deel der welstandt, 42.a.
Lakenen van verscheyden ployen oft vouwen, 42.b.
Lakenen nae t'leven, 43.a.
Laken gheestigher, als loof oft hayr, 43.a.
Laken van hoogh aen schorten, 43.a.
Laken-canten aerdich te swieren, 43.b.
Lakenen der Italianen tot exempel, 44.a.
Laken der Antijcken weynigh goet, 44.b.
Lamp-swart in naeckten te mijden, 49.b.
Lamp-swart doet versterven, 49.b.
Landtschap most haer de Ieught ghewennen, 34.a.
Landtschapper gronden te bedeelen, 35.b.
Latendunckenheyt mijden, 5.b.
Leden niet verwronghen maken, 13.b.
Leden des Beelts na zijn actien aerdich te schicken, 14.a.
Lesen eerst en overlegghen zijn Historie, 15.b.
Lichaem by een Tempel gheleken, 20.b.
Lichaems schoonheyt niet bedecken, 13.a.
Lichaem is schoonder als t'cleedt, 42.b.
Licht Schilders Houwelijck, 6.b.
Lichte Vrouwen schadigh, 7.a.
Listicheyt van Erasistratus den Medecijn, 23.b.
Lof der Schilder-const, 3.b.
Loot-wit gewenscht so duyr, als Oltramarijn, 49.a.
Los te ordineren, 15.b.
Lucas en aelberts printen, tot exempel van goet Laken, 43.b.
M. 
Mabeusen doeckskens exempel, fol.42.b.
Man en Vrouwe proportie, wat onderscheyt, fol.11.a.
Maronis gulden ranck beteyckent wijsheyt, 53.a.
Masticot in carnatie te mijden, 49.b.
Mate des Menschen op een linie te meten, 11.a.
Mate van bocken, reycken, en draeyen, 13.b.
Meeste Constenaers, meeste deuchnieten, is teghen der Consten aerdt, 3.a.
Meesters fauten niet licht aenwijsen, 5.b.
Memorie moeder der Muses, 9.b.
Meni, Spaens groen, en Orpimenten te mijden, 50.a.
Mensch is thien aensichten lang, en reyckt soo langh als hy is, 10.b.
Mensch is acht hoofden langh, 10.b.
Menschen aensicht dry neusen langh, 10.b.
Menschen voet is t'seste deel van zijn lengde, 10.b.
Mensch is vier Cubitus langh, 10.b.
Menschen navel zijn middel punct, 10.b.
Mensch canmen in rondt en viercant begrijpen, 11.a.
Mensch by een Colomne gheleken, 12.a.
Menschen en Dieren ghelijcke actie in't gaen, 12.b.
Menschelijc lichaem schoonder als alle cleeren, 42.b.
Meten al te veel den Schilders niet nut, 11.a.
Meza tinta wat het is, 9.a.
Michael Agnolo nam acht op de Beelden meer, als ordinantie, 16.b.
Minute hoe veel het is, 11.a.
Moderne hebben te dick ghewit, en ghebruyckten cartons, trocken op t'wit, en primuerden olyachtich, en deden veel ten eersten op, 47.b.
Moderne dinghen staen veel plat, 48.b.
Moederlijcke affectie uyt te beelden, 24.b.
Moeyte te doen om net te stellen, voorderlijck in't schilderen, 47.a.
Morghenstondt beschreven, 29.a.
Musculen moeten verstaen zijn, doch weynich gheroert, dan daert past, 10.a.
N. 
Nacht van Raphael in Vaticano, 32.a.
Nachten van Bassan, 32.a.
naeckt en ghecleedt volck t'ondermenghen in d'Historie, 17.a.
naeckt uytmunten in vlieghende Lakenen, 44.b.
nae print, handelinghe, oft nae plaister, daer hooghsels en diepsels zijn, te doen gheraden, 9.a.
nae t'leven te doen gheraden, 9.b.
nae welstandt trachten en veranderen, 12.b.
nae grootte des penneels hem te schicken, 15.b.
Natuere geneyght yder jeught tot yet bysonders, 1.b.
Natuere is schoon om haer omstandicheyt, 11.b.
Natuere leert Wetten, 12.a.
Natuere is schoon door haer verscheydenheyt, 16.b.
Natuere wijst d'affecten, 23.a.
Natuere wijst aen t'sorteren der verwen, 45.b.
Nederlanders plochten niet wel te coloreren, 49.a.
Nette dingen, hun gheesticheyt behoudende, zijn vermakich te sien, 48.a.
Netticheyt eerst aenwennen gheraden, 48.b.
Niemants werck licht beschimpen, 5.b.
Niemant al vry van passien, 22.a.
Niet te by sitten als men yet conterfeyt, 9.b.
Niet te wildt zijn in't draeyen eens Beeldts, 13.b.

[Folio 57r]
[fol. 57r]

Nijdicheyts uytbeeldinghe, 27.b.
Nut des vlijts en arbeydts, 5.a.
O. 
Oevers des waters met lissen en ander cruyden te chieren, 36.b.
Olyverwe schilderen was by Michael Agnolo Vrouwen werck, en het Fresco Mannen werck, 47.a.
Onderscheyt der actien, nae den ghemoeden, oft staten der Menschen, 15.a.
Onder veel duysent eenen gheruchtich, 4.b.
Onderwijs in't reysen der Ieucht, 7.a.
Onvreuchden brenghen hen straffen, 2.b.
Ongheschickte Schilders, naem onweerdich, 3.b.
Ontwerpselen der inventien te maken, 15.b.
Onverstandt, moeder van onvrede, 3.b.
Onverstandich oordeel verdraghen, 5.a.
Onweder, donder en blixem schilderen, 35.a.
Ooghe bode des herten, 25.a.
Ooghen, legher der begheerten, 25.a.
Op ghemeen volcx oordeel letten, 5.a.
Op Const hem niet verheffen, 6.a.
Op den sin der Historie te letten, maer meer op welstandt, 18.b.
Op ghedaenten van alderley lichten te letten, 31.a.
Op rondt of vlack t'Laken niet te bouwen oft ployen, fol.43.a.
Op t'afsteken te letten, 46.a.
Ordeninghe in als noodich, 15.a.
Ordinanty den Schilders seer noodich, 15.a.
Ordineren met hoopkens, en grondt los laten, 16.a.
Orisont wat hy is, 35.a.
Ouders moeten op t'genegen der Ieught mercken, 1.b.
Oude Schilders hebben gheschreven Boecken van hun Const, 9.a.
Oude Schilders Boecken vergaen, 9.a.
Oude Schilderije op't Capitolium, constigh van affecten, 27.a.
P. 
Paris tronie met verscheyden affecten uytgebeelt, 24.b.
Passer in d'ooghe, en niet in de handt, 11.b.
Passy stuckskens op toetsteen van Bassan, 32.b.
Peerden ghestalt en schoonheyt, 39.a.
Peerden van verscheyden Natien uyt te beelden, 39.b.
Peerden coloreringhe, 39.b.
Peerden actitude, 39.b.
Peerden schuym, 39.b.
Pennewerc Goltzij, Bacchus, Ceres, en Venus, 33.a.
Phenix heeft gulden pluymen, 33.a.
Platonis speloncke, van Cornelis Cornelisz., 32.b.
Plinius hadde geschreven een eygen Boeck van den Peerden, 38.b.
Ployen hebben oorsprong van yet dat uytsteeckt, 43.a.
Poeetsche Hellen te schilderen, 31.b.
Pythius was den vader van Apelles, 45.a.
Q. 
Qualijck connen Schilders lachen en crijten onderscheyden, 25.b.
R. 
Raminghe, hoe Paris tronie van Euphranor was gheschildert, 24.b.
Reflectie der Sonnen, schijnt somtijts meer Sonnen te maken, 30.a.
Reflectie in de groenheyt, 33.a.
Reflectien in't water, 33.b.
Reflectie van Ariosto beschreven, 33.b.
Reghenboghe reflextie der Sonnen, 29.b.
Reghenboge door reflectie maeckt meer bogen, 30.a.
Reghenboge in den waterval by Terni, 30.a.
Reghenboghe tot Tivoli, in den Vyvers, 30.b.
Reghenboghe van waer zijn verwen heeft, 30.b.
Reghenbooghe verwen, 30.b.
Reghenboghe leert verwen sorteren, 31.a.
Rethorica ontraden, 5.a.
Reyckenden arem op d'hooghste schouder, 13.a.
Rijcklijck zijn ordinantie vervullen, 17.a.
Ringwijs ordineren met t'scopus in't midden, 17.a.
Roock van verscheyden verwen, 31.b.
Rooder is alle dingh in Son op oft ondergaen, 29.a.
Room-reysen ontraden, waerom, 6.b.
Rootsen, steengronden, en watervallen te maken, 37.b.
Rouw linnen vouwen oft ployen, 42.b.
S. 
Sack-ployen te mijden, 43.a.
Sannasarus edel Poeet schrijft aerdich van t'schilderen, 20.b.
Schaeckberdt ghelijckt sommighe schilderije, 18.b.
Schilders canmen niet maken, 1.a.
Schilder-const is aensoetich, 1.a.
Schilders oyt lief by de groote, 3.a.
Schilder most met zijn goet leven na hem trecken t'herte des volcx, ghelijck met zijn schilderije d'oogen, 3.b.
Schilder-const voester aller goede Consten, 8.b.
Schilder-jeught was gheen onderwijs voorschreven in onse spraeck, 9.a.
Schilder mishaegt zijn beelt, niet wetende oorsaec, 11.b.
Schilders en Poeten hebben ghelijcke macht, 18.b.
Schilderije in Pales Tempel tot een Exempel, 19.a.
Schilder veel voordeel met veel verwen, 27.b.
Schilder in een fraey, ist veel tijts oock in allen, 28.b.
Schilders hebben op veel reflectien te letten, 33.b.
Schilders pinceel heeft te luysteren na Poeten pen, 45.a.
Scipio en Alexander ghepresen, waerom, 51.b.
Schoon weder schilderen, 35.b.
Schoonen slach van bladen hem aen te wennen, 37.a.
Schoonheyt der ghesteenten, 52.a.
Schoonheyt van't nieu Ierusalem, 52.a.
Schouder leeghst, daer heup uytswanckt, 13.a.
Schouder hooghst, daer arem om hoogh reyckt, 13.a.
Scopus in't midden te brengen als men ordineert, 17.a.
Schrijf-const ghesooght van Teycken-const, 8.b.
Schrijf-consten nutticheyt, 51.b.
See oft water, een spieghel des Hemels, 29.b.
Seker orden in't blasonneren van den Wapenen, 54.b.
Seven motus oft beweginghen, 15.b.
Seven verwen watse in't blasonneren beduyden, 54.b.
Seven verwen by seven Planeten gheleken, die men soo te cleeden heeft, 54.b.
Seven verwen by de seven daghen der weken, 54.b.
Seven verwen by seven Deuchden, 54.b.
Seven verwen by seven ouderdommen des menschen, 54.b.
Sich selven te prijsen noch laken, 5.b.
Siecken en dooden uytbeelden, 26.b.

[Folio 57v]
[fol. 57v]

Silver, daer t'wit onder begrepen, wat beduydt, 54.a.
Sloten op de clippen, 36.b.
Smalten en blaeuwen willen ingheschoten zijn, om niet te versterven, 50.a.
Soet op den dagh te trecken, 9.a.
Soet te verdrijven, 49.b.
Sonder natuere canmen geen Schilder worden, 1.b.
Sonnen schoonheit met der verwe niet t'achterhalen, 35.b.
Sphinx hoe ghemaeckt, 21.b.
Spreeckwoordt van Coornhert, van den tijdt, 2.b.
Spreeckwoordt van, hoe Schilder hoe wilder, moest wech, 3.a.
Spreeckwoordt, waer liefde waer ooghe, 24.a.
Standen en actien nae de macht der Beelden, 14.b.
Stieren hoornen minder, als der Ossen oft Koeyen, 40.b.
Stracx op panneel stellen, is Meesters werck, 46.b.
Swaer maniere vermijden, 16.a.
Swart is by Iavanen vreucht, en wit droefheyt, 52.a.
T. 
Tamme Beesten, 38.b.
Teeckenen leeren te Room, en tot Venetien schilderen, 7.b.
Teeckenen, vader van schilderen, 8.a.
Teeckenen, wat het is, 8.b.
Teeckenen op Papier dat grondt heeft, en nae rondt gheraden, 9.a.
Teecken-const een yeder nut,10.a.
Teecken-const by t'lichaem, en schilderen by den gheest gheleken, 46.b.
Teeckenen by Promethei beeldt, en schilderen by het Hemel-vyer gheleken, 46.b.
Teeckenen by een Instrument, en t'schilderen by gesangh gheleken, 46.b.
Tempel van Fama, 4.b.
Ten eersten schier sonder teyckenen schilderen, voeght elcken niet, 4.a.
Te veel eenderley in een Landtschap misstaet, 36.a.
Tijdts waerneminghe wordt gheraden, 2.a.
Tijdts weerdicheyt, 2.b.
Tijdt voorby keert niet weder, 2.b.
Titianer hout-printen tot Exempelen der Lakenen, 44.b.
Titianer dinghen stonden in zijn jeught wel van by, en van verre, 48.a.
Titiaen veranderde zijn handelinghe, 48.a.
Titiaens naevolghers een deel bedroghen, 48.b.
Titiaens dinghen met arbeydt, schenen sonder arbeydt ghedaen, 48.b.
Titons Bruydt is Aurora, 34.b.
T'leven is Schilders leydtsterre, 9.b.
T'leven in't Cartoen-teyckenen te gebruycken, 16.a.
Traegheyt moeder van alle quaet, en voester van armoede, 2.b.
Tronie so veel verwen als Lantschap noodich, 49.b.
Tusschen Schilder en Schilder groot onderscheyt, 1.a.
V. 
Van grondt oft merza tinta, 9.a.
Van de rouwheyt eenigher deses tijts, 48.a.
Van't gloeyen der carnatie, 49.a.
Vechten by onverstandighe ghepresen, 3.a.
Veel dinghen wel ghedaen, is lust om sien, 18.a.
Veel tronien in d'ordinantie te brenghen, 18.a.
Veel eygenschappen der cleeren waer te nemen, 44.a.
Velden bedouwt uytbeelden, 34.b.
Velden met vruchten te maken, 36.b.
Velum, eenen raem met draden, 9.b.
Veneetsche schilders tot exempel van fraey sijdekens, 43.b.
Verbeteren met herdootverwen, 46.b.
Vercortinghe te veel, niet prijselijck, 13.a.
Vercortinghe in't Landtschap, 35.a.
Verre Landtschap in de locht verliesen laten, 34.b.
Verscheydenheyt van Beelden in't ordineren, 17.a.
Verscheyden actien der Beelden in't ordineren, 17.a.
Verscheydenheit der bladen en verwen waer te nemen, 37.b.
Verwe temperen, geen tijdt-verlies, 31.a.
Verwen die malcander best vermogen by een, 45.a.46.a.
Verwen die malcander lieven, 45.b.
Verwen zijn metter Weerelt gheschapen, 50.a.
Verwen oorsprongh uyt d'Elementen, 50.b.
Verwe wat sy is, en wat sy verweckt, 50.b.
Verwen zijn tweederley, 50.b.
Verwe gheeft onderscheyt der dinghen, 50.b.
Verwen cracht en werckinghe, 51.a.52.a.
Verwen in den Hemel ghevoert, 52.a.
Vier verwen by vier aerden der Menschen en vier Planeten geleken, 54.b. en by de tijden des Iaers, 55.a.
Vlack licht dat wedersijds verliest te maken, 18.b.
Vlammen ghedaente naer de stoffe daer sy van ghevoedt worden, 31.b.
Vleeschachtighe diepselen, 49.a.
Vleeschich te coloreren, 49.b.
Vlijt doen, om d'Italianen t'overtreffen, geraden, 7.a.
Vniversael zijn, is te prijsen, 38.b.
Voorhooft wroeger der sielen, en boet des herten, 25.a.
Voorhooft by den Hemel gheleken, 25.a.
Vroech te mercken, of yemandt schilder sal worden, 1.b.
Vroech trouwen ontraden. Vroech wel trouwen prijselijck. Vroech qualijck trouwen is quaet, 6.b.
Vroech slapen gaen en opstaen in den Somer, 34.b.
Vrolijck ghemoedt uytbeelden, 25.a.
Vrouwen ronder van vleesch, 11.b.
Vrouw voeten by een, 13.a.
Vrouwen niet wreedt van actien, 14.b.
Vrouwen vloeyende van Laken, 43.b.
Vulcani smisse te schilderen, 32.a.
W. 
VVaterval by Terni, die schoon is, 30.a.
Water altijts in de leeghte, 36.b.
Weerschijn van naeckten tegen naeckten en lakenen, 33.a.
Weerschijn oft mengsels waer te nemen, 43.b.
Wegh smorgens door den dauw uyt te beelden, 24.b.
Wellevens const moest oock betracht wesen, 3.b.
Welstant te soecken in't coloreren der Peerden, 39.a.
Werckende bootsen nae hun werck maken, 13.a.
West-Indianen wisten van gheen schrijven, 51.b.
Wetten dienen den Menschen ten besten, 16.b.
Wijnbrouwen s'menschen gedachten toonende, 25.a.b.
Wimpelen en doeckskens der Nymphen, 45.a.
Winter en misten te schilderen, 35.a.
Wonder liefde Seleuci tot zijnen soon, 24.a.
Wonder schoonheyt des Tempels Salomonis, 53.a.
Wt en ingaen der ployen oft vouwen, 43.a.

 

  Eynde des Tafels.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken