Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schilder-boeck (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schilder-boeck
Afbeelding van Het schilder-boeckToon afbeelding van titelpagina van Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.74 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van Demon, Schilder van Athenen.

Ick bevinde, dat veel hun vergrijpen, in't beschrijven van de constige wercken der Schilders, vermenghende d'een onder d'ander: want den meesten deel eygenen Parasio toe dese naevolgende stucken van Demon. Desen Demon was oock ten tijde Zeuxis en Parasij, in de 93e. Olympiade: hy was oock ghehouden voor een uytnemende en seer versierigh Schilder in zijnen tijdt: want hy wilde uytbeelden den Genius, oft de gheneghentheden van eenen Mensch,

[Folio 69v]
[fol. 69v]

oft (als sommighe meenen) alle de eyghenschappen der Athenensers, in een eenighe figuere, te weten, dat hy soude schijnen onghestadigh, korsel, onrechtveerdigh), nochtans ghesprakigh, goedertieren, ontfermhertigh, stout, opgheblasen, ootmoedigh, ontsinnigh en vreesachtigh: een dinghen seer te verwonderen, wat dese oude Meesters bestonden te willen doen. Van zijnder handt was te Room langhen tijdt in den Tempel van het Capitolium een Tafereel van eenen Theseus: alwaer oock was seer uytnemende eenen Stierman oft Pijloot, ghewapent met een Corselet oft harnasch. Hy schilderde te Rhodes in een Tafereel Meleager, Hercules, en Perseus, welck Tafereel was driemael gheslaghen van den Blixem, en bleef nochtans gheheel en onghescheynt als te vooren, een wonderlijck dinghen, waer door dit Tafereel is veel te meer in achtinghe gheweest. Hy maeckte oock in een Tafereel eenen Archigallus, daer den Keyser Tyberius seer veel van hieldt: want by dat Decius Eculeo seght, hy gaffer voor tsestich sesterces, en hieldt het ghemeenlijck besloten in zijn Camer. Hy maeckte in een Tafereel een Voestervrouwe, met een kindt op den schoot, de welcke hiet Cressa. Hy maeckte oock Philiscum, eenen Tyran van Athenen, en den Godt Bacchum, met de Goddinne Deuchde. Hy maeckte oock twee jonghe kinderkens, in welcke men mocht mercken d'onbedachtheyt, stoutheyt, en onnooselheyt der jeught. Noch schilderde hy eenen Priester die offert, en eenen Ionghen by hem, die een cleen cofferken hiel met Reuckwerck tot der Offerhande, hebbende op zijn hooft eenen crans met bloemen. maer boven alle zijn wercken worden gepresen twee Soldaten, die hy hadde ghemaeckt met lichten harnasch, waer van den eenen soo verhitt van in den strijdt te loopen was, datmen hem sagh sweeten: en den anderen zijn wapenen afleggende soo vermoeyt, datmen hem scheen te sien hijgen. Men houdt oock in grooter weerden, seyt Plinius, een Tafereel van hem gedaen, waer in zijn, Aeneas, Castor, en Pollux: oock noch een ander, daer in men siet Telephus, Achilles, Agamemnon, en Vlixes. In summa, daer en is geen Schilder van den ouden, daer men soo veel stucken van vindt, als van desen. Hy was een Man, die op zijn Eere, die hy door de Const hem deelachtigh hadde ghemaeckt, heel moedigh en trots is gheworden, ghevende hem seluen verscheyden namen, somtijts Abrodiaetus, dat is, wellustich levende, en somtijts Prince der Schilder-const, hem beroemende, dat hyse hadde tot haer volcomenheyt ghebracht. Roemde onder ander hem te wesen van t'gheslachte van Apollo: en versekerde, te hebben ghemaeckt in een Tafereel, dat tot Lyndos was, den Hercules nae t'leven, ghelijck hem desen Godt dickwils in zijnen slaep verschenen was. Doch nae het oordeel van alle d'omstanders, heeft hem Timanthes verwonnen, eenen Ajax om best makende, en gingh hem oock te boven in de wapenen, die hy daer aen hadde ghemaeckt: dit gheschiedde in't Eylandt Samos. Waerom Demon seer verstoort wesende, seyde alleen bedroeft te zijn van weghen den Prince Ajax, dat hy nu de tweedemael was verwonnen van een mensch, die der eeren onweerdich was: want Vlysses hadde hem verwonnen in't leven zijnde, en Timanthes hadde hem met schilderen overtroffen. Hy hadde ghenuechte in't cleen te schilderen, alderley onhebbelijckheden en boeleringhen, segghende, dat hy daer mede zijnen adem-tocht weder hercreegh.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken