Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Het schilder-boeck
Toon afbeeldingen van Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6,74 MB)

XML (3,51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van Philochares, Schilder.

Daer is by den Ouden noch geweest een constigh Schilder, maer en vinde noch tijdt noch plaetse van zijn leven, noch gheboorte: Hy con wonder

[Folio 75v]
[fol. 75v]

wel conterfeyten en doen gelijcken. Den Keyser Augustus hadde in de Camer van zijnen raedt, die hy by d'oude Marckt te Room hadde, doen maken een stuck van Philochares, alsoot aen het opschrift datter in was, blijckelijck was: daer in was een oudt Man gheschildert verselschapt met zijnen soon, die hem van tronie gantsch gheleeck, uytghenomen den ouderdom, die men con mercken alleen het onderscheydt te wesen: oock saghmen, dat den soon oock sulck coleur van baert begon te crijgen. Ghewis (seght Plinius) dit Tafereel maer aensiende, men en soude niet ghenoech connen prijsen de groote cracht van de Schilder-const: ghemerckt dat den Roomschen raedt soo langhe ghenuechte ghenomen heeft dit Tafereel t'Aenmercken: en de geconterfeyte waren, Glaucion, en Aristippus zijn soon: doch niet anders, dan om de Const van Philochares: want dees gheconterfeytte en waren maer slechte ghemeene Luyden. Daer was oock van hem gheschildert eenen Arendt, die een Draeck met den clauw weder hieldt, en vast hadde.


Vorige Volgende